ECLI:NL:RBAMS:2024:8808

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
11161496
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht ontbonden overeenkomst tussen Dutch Duurzaam B.V. en Rocksolid B.V. met betrekking tot bouwwerkzaamheden

In deze zaak heeft Dutch Duurzaam B.V. (eiser) een vordering ingesteld tegen Rocksolid B.V. (gedaagde) wegens onbetaalde facturen voor bouwwerkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Rocksolid onterecht de overeenkomst heeft ontbonden, omdat Dutch Duurzaam terecht een beroep heeft gedaan op haar opschortingsbevoegdheid. De rechter oordeelt dat Rocksolid nog € 2.000 aan Dutch Duurzaam moet betalen, omdat zij al € 5.000 had voldaan van de afgesproken € 7.000. De kantonrechter heeft de vordering van Rocksolid in reconventie afgewezen, omdat Dutch Duurzaam niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. De rechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan Dutch Duurzaam en Rocksolid veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 22 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11161496 \ CV EXPL 24-7509
Vonnis van 22 november 2024
in de zaak van
DUTCH DUURZAAM B.V.,
gevestigd in Amsterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Dutch Duurzaam,
gemachtigde: mr. S.K. Tuithof,
tegen
ROCKSOLID B.V.,
gevestigd in Amsterdam,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Rocksolid,
gemachtigde: mr. E.T. van den Hout.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 juni 2024, met producties 1 t/m 8,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties 1 t/m 4,
- het tussenvonnis van 30 juli 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 24 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van Rocksolid.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

de kern van de zaak
2.1.
Dutch Duurzaam heeft bouwwerkzaamheden voor Rocksolid uitgevoerd en heeft daarvoor € 10.500 aan Dutch Duurzaam gefactureerd. Rocksolid heeft de tussen partijen bestaande overeenkomst vanwege een tekortkoming door Dutch Duurzaam (gedeeltelijk) ontbonden en heeft aanspraak gemaakt op schadevergoeding. Partijen hebben op enig moment afgesproken dat Rocksolid € 7.000 in plaats van € 10.500 aan Dutch Duurzaam moest betalen. Omdat Rocksolid al € 5.000 had betaald, oordeelt de kantonrechter dat Rocksolid nog € 2.000 moet betalen. Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat Rocksolid de overeenkomst onterecht (gedeeltelijk) heeft ontbonden. Dutch Duurzaam heeft namelijk terecht een beroep gedaan op haar opschortingsbevoegdheid. Dat betekent dat Dutch Duurzaam niet tekort is geschoten door de overeengekomen werkzaamheden niet volledig uit te voeren. De vordering van Rocksolid zal daarom worden afgewezen.
wat is er gebeurd?
2.2.
Dutch Duurzaam heeft in opdracht van Rocksolid bouwwerkzaamheden verricht aan het [adres 1] (hierna: woonunit [adres 1] ) en [adres 2] (hierna: woonunit [adres 2] ).
2.3.
Op 8 mei 2023 heeft Dutch Duurzaam een factuur van € 7.500 verstuurd voor de werkzaamheden aan woonunit [adres 1] . Op 25 mei 2023 heeft Dutch Duurzaam een factuur van € 3.000 verstuurd voor de werkzaamheden aan woonunit [adres 2] .
2.4.
Partijen hebben op enig moment ter beëindiging van een geschil een schikking getroffen (hierna: de overeenkomst). Afgesproken is dat Rocksolid aan Dutch Duurzaam nog een bedrag van € 7.000 betaalt, waarna Dutch Duurzaam de overeengekomen werkzaamheden aan beide woonunitszou afronden.
2.5.
Rocksolid heeft op 28 juni 2023 een bedrag van € 5.000 betaald. Rocksolid heeft daarover per e-mailbericht het volgende aan Dutch Duurzaam medegedeeld:
“(…) Wij zijn overeengekomen om een bedrag, groot Euro €7.000,- door mij te laten overmaken in de ruil voor afronding [adres 1] en radiator [adres 2] . (…) Nu zou je eigenlijk donderdag beginnen, dat maakt mij zenuwachtig, dat jij dit verplaatst. Ik betwijfel of vrijdag zaken zijn afgerond. Toch heb ik net Euro 5.000,- overgemaakt, ik heb gisteren Euro 6.000,- gezegd, maar ik wil zekerheid en wat achter de hand houden (…)”.
2.6.
Dezelfde dag heeft Dutch Duurzaam hier per e-mailbericht – voor zover voor deze zaak van belang – als volgt op gereageerd: “
(…) Aangezien jij de afgesproken betaling van €6000,- (wat eerst €7000,- zou zijn )niet bent nagekomen en daarbij de lijst met werkzaamheden hebt uitgebreid heb ik besloten om verder geen werkzaamheden meer voor jou te verrichten (…)”.
2.7.
Rocksolid heeft de laatste werkzaamheden aan woonunit [adres 2] en [adres 1] daarom zelf uitgevoerd. Op 3 augustus 2023 heeft Rocksolid aan Dutch duurzaam een factuur van € 3.742,55 gestuurd voor de kosten die zij daarvoor heeft moeten maken.
wat willen partijen?
2.8.
Dutch Duurzaam stelt zich op het standpunt dat, omdat Rocksolid de betalingsafspraak niet is nagekomen, de oorspronkelijke afspraken uit de eerste overeenkomst herleven en vordert daarom – kort samengevat – betaling van € 6.973,69, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en de kosten van deze procedure. Deze vordering is als volgt opgebouwd:
- hoofdsom (€ 10.500 -/- € 5.000) € 5.500,00
- wettelijke handelsrente t/m 27 mei 2024 € 648,69
- buitengerechtelijke incassokosten
€ 825,00 +
- totaal € 6.973,69
2.9.
Rocksolid stelt dat Dutch Duurzaam tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en gehouden is de door haar geleden schade te vergoeden. Rocksolid vordert daarom – kort samengevat – de betaling van € 4.761,91 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 3.742,55 vanaf 17 augustus 2023 en de kosten van deze procedure. Deze vordering is als volgt opgebouwd:
- hoofdsom € 3.742,55
- wettelijke rente € 415,26
- buitengerechtelijke incassokosten
€ 604,10 +
- totaal € 4.761,91
2.10.
De vordering in conventie (van Dutch Duurzaam) en in reconventie (van Rocksolid) zullen vanwege hun onderlinge samenhang gezamenlijk worden behandeld.
Rocksolid moet in beginsel de overeenkomst nakomen
2.11.
Ter onderbouwing van haar vordering stelt Dutch Duurzaam dat de overeenkomst is komen te vervallen. Rocksolid is haar verplichting om € 7.000 te betalen niet nagekomen, zodat de oorspronkelijke afspraken herleven. Dat betekent dat Rocksolid een bedrag van € 10.500 (€ 7.500 + € 3.000) verschuldigd is voor de overeengekomen werkzaamheden. Omdat Rocksolid al € 5.000 heeft betaald, moet zij nog € 5.500 aan Dutch Duurzaam betalen.
2.12.
Tussen partijen is niet in geschil dat partijen ter beëindiging van een geschil hebben afgesproken dat Rocksolid nog een bedrag van € 7.000 zou betalen en dat Dutch Duurzaam daarvoor de laatste werkzaamheden aan woonunit [adres 2] en [adres 1] zal verrichten. De kantonrechter is van oordeel dat omdat de overeenkomst niet is ontbonden, Dutch Duurzaam alleen de nakoming van deze afspraak kan vorderen (en niet van de oorspronkelijke afspraken). Rocksolid heeft al een bedrag van € 5.000 betaald en is daarom in beginsel alleen nog gehouden tot betaling van € 2.000.
Rocksolid heeft onterecht opgeschort
2.13.
Rocksolid stelt dat zij de resterende € 2.000 niet heeft betaald, omdat zij er niet meer op vertrouwde dat Dutch duurzaam het werk op de overeengekomen opleverdatum daadwerkelijk zou gaan opleveren. De kantonrechter leest hierin dat Rocksolid een beroep heeft gedaan op het opschorten van de betaling.
2.14.
De kantonrechter is van oordeel dat Rocksolid zich onterecht op haar opschortingsbevoegdheid heeft beroepen en licht dit hierna toe.
2.15.
Op grond van artikel 6:262 lid 1 BW mag een partij de nakoming van haar verplichtingen opschorten, wanneer de andere partij haar verbintenis niet nakomt. Het beroep van Rocksolid op een opschortingsrecht is een bevrijdend verweer. Daarom moet Rocksolid feiten en omstandigheden stellen, waaruit volgt dat Dutch Duurzaam tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
2.16.
Door aan te voeren dat Dutch Duurzaam een dag later met de werkzaamheden wilde starten heeft Rocksolid onvoldoende duidelijk gemaakt dat zou worden tekortgeschoten door Dutch Duurzaam. Partijen zijn een opleverdatum overeengekomen (vrijdag 30 juni 2023). Rocksolid heeft niet duidelijk gemaakt dat op 28 juni 2023 al vast stond dat Dutch duurzaam deze opleverdatum niet meer zou gaan halen. Dat betekent dat Dutch Duurzaam op 28 juni 2023 niet tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst, zodat Rocksolid haar betalingsverplichting onterecht heeft opgeschort.
2.17.
Omdat het beroep van Rocksolid op artikel 6:262 lid 1 BW niet slaagt, is zij gehouden om nog € 2.000 aan Dutch Duurzaam te betalen, zodat de kantonrechter de vordering van Dutch Duurzaam zal toewijzen. De gevorderde wettelijke handelsrente zal eveneens worden toegewezen met ingang van 28 juni 2023, omdat Rocksolid vanaf deze datum in verzuim is.
Dutch Duurzaam is niet tekort geschoten
2.18.
Rocksolid stelt in reconventie dat Dutch Duurzaam tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen door de overeengekomen werkzaamheden niet voort te zetten en het werk op te leveren. De mededeling van Dutch Duurzaam in haar mail van 28 juni 2023 waarin Dutch duurzaam zegt: “
(…) Aangezien jij de afgesproken betaling(…) niet bent nagekomen(…)heb ik besloten om verder geen werkzaamheden meer voor jou te verrichten (…)”, ziet Rocksolid als een mededeling in de zin van artikel 6:83 sub c BW. Dat betekent dat Dutch Duurzaam in verzuim was en dat Rocksolid gerechtigd is de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden, aldus Rocksolid.
2.19.
De kantonrechter is van oordeel dat Dutch Duurzaam niet tekort is geschoten en licht dit oordeel hierna toe.
2.20.
Anders dan Rocksolid stelt, leest de kantonrechter in het e-mailbericht van Dutch Duurzaam geen mededeling als bedoeld in artikel 6:83 sub c BW, maar een beroep op opschorting zoals bedoeld in artikel 6:262 lid 1 BW. Zoals hiervoor onder 2.16 overwogen, heeft Rocksolid onterecht haar betalingsverplichting opgeschort. Door € 5.000 in plaats van de overeengekomen € 7.000 te betalen, is Rocksolid haar betalingsafspraak niet nagekomen en daarmee tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting uit de overeenkomst. Dat betekent dat Dutch Duurzaam haar verplichting om het werk op 30 juni 2023 op te leveren terecht heeft opgeschort en dus niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Rocksolid heeft de overeenkomst onterecht (gedeeltelijk) ontbonden, zodat er geen grondslag is voor schadevergoeding
2.21.
Artikel 6:265 lid 1 BW bepaalt dat een tekortkoming van een partij in de nakoming van een verbintenis aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden. Nu vast is komen te staan dat Dutch Duurzaam niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenis, heeft Rocksolid de overeenkomst niet rechtmatig ontbonden. Dat betekent dat er ook geen grondslag bestaat voor het toewijzen van schadevergoeding, zodat de kantonrechter de vordering van Rocksolid zal afwijzen.
2.22.
Doordat Rocksolid de opgeschorte werkzaamheden van Dutch Duurzaam zelf heeft uitgevoerd, hoeft laatstgenoemde dat niet meer te doen. In zoverre zou er redelijkerwijs aanleiding kunnen bestaan voor vermindering van het door Rocksolid verschuldigde bedrag met de besparingen die voor Dutch Duurzaam voortgevloeid zijn uit de omstandigheid dat zij de in de overeenkomst vermelde werkzaamheden niet heeft hoeven uitvoeren (zie ook artikel 7:764 BW). Omdat dit geen onderdeel is geweest van het debat tussen partijen, kan de kantonrechter hierover geen beslissing geven. Aan partijen wordt in overweging gegeven, ter vermijding van verdere kosten in verband met een (door Rocksolid ter zitting reeds aangekondigd) hoger beroep, ten aanzien van dit onderdeel nog eens met elkaar te overleggen.
buitengerechtelijke incassokosten
2.23.
Dutch Duurzaam vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Het verzuim is op of na 1 juli 2012 ingetreden. Er is sprake van een handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a lid 1 BW of artikel 6:119b lid 1 BW die op of na 16 maart 2013 is gesloten. De overeengekomen betalingstermijn is verstreken. Daarom is Rocksolid op grond van het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 BW ook zonder aanmaning € 40 verschuldigd als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Dit bedrag zal worden toegewezen.
Rocksolid moet de proceskosten betalen
2.24.
Rocksolid is (grotendeels) in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) in conventie en in reconventie betalen. De proceskosten van Dutch Duurzaam worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2,0 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.149,22

3.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
3.1.
veroordeelt Rocksolid om aan Dutch Duurzaam te betalen een bedrag van € 2.040 (€ 2.000 + € 40), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 28 juni 2023, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.3.
wijst de vorderingen van Rocksolid af,
in conventie en in reconventie
3.4.
veroordeelt Rocksolid in de proceskosten van € 1.149,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Rocksolid niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. C.M. Achekar, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2024.