ECLI:NL:RBAMS:2024:8769

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 december 2024
Publicatiedatum
7 maart 2025
Zaaknummer
11291792 WM VERZ 24-6967
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene had een beroep ingesteld tegen een beschikking van 15 december 2023, waarin hem een sanctie was opgelegd wegens het rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op 4 december 2023. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 januari 2024 bij de CVOM te Utrecht was ingediend. De officier van justitie had het beroep van betrokkene ongegrond verklaard, waarna betrokkene naar de kantonrechter stapte. Tijdens de openbare zitting op 9 december 2024 was betrokkene niet verschenen, maar verweerder heeft het standpunt ingenomen dat het beroep ongegrond was. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de overgelegde stukken, waaronder fotografisch bewijs van de overtreding. De rechter concludeerde dat de sanctie terecht was opgelegd, omdat de overtreding voldoende was aangetoond door de verbalisant en ondersteund door het bewijs. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de sanctie bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. A.W.J. Ros
zaaknummer: 11291792 WM VERZ 24-6967
beslissing van: 9 december 2024
func.: 40546
Afschrift van de aantekening in het proces-verbaal van de openbare zitting van 9 december 2024 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]
verder: betrokkene
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 7 januari 2024 en is gericht tegen de beslissing van 5 januari 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 15 december 2023 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) opgelegd. Betrokkene heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 9 december 2024. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet bij de zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene wordt verweten een weg te hebben gebruikt in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen (bord C12) op 4 december 2023 op de [locatie 1] .
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Betrokkene voert tegen de beslissing van verweerder aan dat op de door hem overgelegde foto te zien is dat hij ten tijde van de gedraging op een toegestane weg reed. Betrokkene ging met de bocht naar rechts (wat is toegestaan) waar de maximum toegestane snelheid 30 km/h is en waar geen toegangsverbod geldt. Betrokkene heeft twee weken voor de onderhavige gedraging ook een boete gehad op dezelfde locatie voor dezelfde gedraging.
4. Verweerder heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat het beroep ongegrond is.
5. Het volgende wordt overwogen.
Gedraging
6. Op grond van de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht, die in dit geval wordt ondersteund met fotografisch materiaal, staat voldoende vast dat de aan betrokkene verweten gedraging is verricht. Er is geen aanleiding om aan de juistheid van deze stukken te twijfelen, zodat de sanctie terecht aan betrokkene is opgelegd.
Geslotenverklaring
7. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij op de pleeglocatie mocht rijden. Uit het zaakoverzicht blijkt dat de overtreding (betrokkene reed in een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen, bord C12) langs de elektronische weg is geconstateerd en op digitale foto’s is vastgelegd door een camera die enkele meters na het bord C12 is geplaatst. De camera heeft vastgelegd dat het voornoemde voertuig kwam uit de oostelijke richting van het [locatie 2] en reed in westelijke richting naar de [locatie 3] . De juiste plaatsing van de verkeersborden wordt maandelijks geschouwd door een boa.
8. In het dossier bevinden zich twee schouwrapporten van de bebording, daterend van 27 november 2023 en 13 december 2023 en hieruit blijkt dat de bebording op beide momenten ter plaatse aanwezig was en conform de wet en regelgeving was geplaatst.
Omstandigheden
9. Naar het oordeel van de kantonrechter geven de door betrokkene aangevoerde omstandigheden geen aanleiding tot matiging van de sanctie.
10. Daarom wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.