ECLI:NL:RBAMS:2024:874

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
10567467 CV EXPL 23-9002
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak; vernietiging huurverhogingsbeding en afwijzing vordering huurachterstand

In deze huurzaak heeft de kantonrechter op 23 februari 2024 uitspraak gedaan. De eiseres, ERES NL XXXVI Coöperatief U.A., had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet verschenen was. De zaak betrof een huurverhogingsbeding in de huurovereenkomst, dat na ambtshalve toetsing op grond van Richtlijn 93/13 als oneerlijk werd beoordeeld en vernietigd. De verhuurder had de mogelijkheid gekregen om een berekening te maken van de huurachterstand, maar de door haar overgelegde berekening was onjuist en onvolledig. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er een huurachterstand bestond en wat de hoogte daarvan zou zijn.

De kantonrechter oordeelde dat de eiseres niet had voldaan aan haar stelplicht, omdat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van de huurachterstand. De huurovereenkomst was aangevangen op 1 november 2012 met een kale huurprijs van € 670,00 per maand. De eiseres had weliswaar een specificatie van haar vordering overgelegd, maar deze bevatte huurverhogingen en buitengerechtelijke kosten die niet toewijsbaar waren. De kantonrechter had eerder in een tussenvonnis al overwogen dat deze kosten niet konden worden toegewezen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de eiseres afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde tot op heden op nihil werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10567467 CV EXPL 23-9002
vonnis van: 23 februari 2024
fno.: 33623

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

ERES NL XXXVI Coöperatief U.A.

gevestigd te Amsterdam
eiseres
gemachtigde: G.J. Timmermans
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen

Verder verloop van de procedure

Op 24 november 2023 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft de eisende partij een akte ingediend en, conform hetgeen in voornoemd tussenvonnis is overwogen, een kopie van de akte, inclusief het tussenvonnis aan gedaagde partij toegestuurd met mededeling dat en op welke wijze gedaagde partij hierop kon reageren. Eisende partij heeft de aan gedaagde partij tijdig gestuurde brief eveneens overgelegd. Van gedaagde is geen reactie ontvangen.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Beoordeling

Bij voornoemd tussenvonnis heeft de kantonrechter overwogen dat artikel 10 van de huurovereenkomst (het huurverhogingsbeding) en artikel 25.2 van de algemene bepalingen (het bik-beding) vernietigd worden vanwege hun oneerlijke karakter. De kantonrechter heeft tevens overwogen dat als gevolg daarvan de door eiseres gevorderde huurverhogingen en buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar zijn.
Eisende partij is ter onderbouwing van haar standpunt dat er thans sprake is van een huurachterstand, in de gelegenheid gesteld een berekening over te leggen van hetgeen gedaagde vanaf de aanvang van de huurovereenkomst aan kale huurprijs (dus exclusief servicekosten) méér dan de aanvangshuurprijs heeft betaald.
3. Eiseres heeft in haar akte toegelicht dat de huurprijs op het moment dat zij eigenaar is geworden van het gehuurde in december 2019 een bedrag van € 847,84 bedroeg en eiseres heeft toegelicht met welk percentage de huur is verhoogd per juli 2020, 2021, 2022 en 2023. Verder heeft eiseres een specificatie van haar vordering bijgevoegd, waarin overigens wel huurverhogingen en buitengerechtelijke incassokosten zijn opgenomen.
4. Van de door eiseres bij akte gegeven specificatie kan niet worden uitgegaan. Immers is bij voornoemd tussenvonnis reeds overwogen dat huurverhogingen en buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar zijn, terwijl eiseres deze wel in de specificatie heeft opgenomen.
5. Eiseres heeft de kantonrechter verder te weinig aanknopingspunten gegeven om de hoogte van de huurachterstand te kunnen bepalen. Aan de hand van de overgelegde huurovereenkomst kan worden opgemaakt dat deze is aangevangen op 1 november 2012 en dat de kale huurprijs op dat moment € 670,00 per maand bedroeg. Eiseres heeft geenszins inzicht gegeven in de doorgevoerde huurverhogingen en de door gedaagde gedane betalingen in de periode van november 2012 tot december 2019.
Door de voor de beoordeling van belang zijnde feiten niet volledig aan te voeren, heeft eiseres onvoldoende onderbouwd dat er thans een huurachterstand bestaat en wat de hoogte van die achterstand is. Eiseres heeft daarmee niet voldaan aan haar stelplicht, zodat de vordering wordt afgewezen.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot worden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.