ECLI:NL:RBAMS:2024:854
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling van een geldlening en bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van verbintenissenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 januari 2024 een mondelinge uitspraak gedaan over de terugbetaling van een geldlening door [gedaagde] aan [eiser]. De vordering van [eiser] is opgedeeld in twee delen: een geldlening aan het bedrijf van [gedaagde], FSI, en een persoonlijke lening aan [gedaagde]. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van schuldovername zoals bedoeld in artikel 6:155 BW, omdat er geen mededeling aan [eiser] is gedaan over de overname van de schuld door [naam]. Hierdoor blijft [gedaagde] aansprakelijk voor de terugbetaling van de leningen aan [eiser]. De rechtbank wijst de reconventionele vordering van [gedaagde] af en oordeelt dat hij de leningen met rente moet terugbetalen. Tevens wordt [gedaagde] als bestuurder van FSI aangesproken voor de terugbetaling, omdat hij persoonlijk en ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door lichtvaardig om te gaan met het geld van [eiser]. De rechtbank kent ook advocaatkosten en beslagkosten toe aan [eiser]. De totale veroordeling van [gedaagde] bedraagt € 32.000,00 plus rente en kosten.