ECLI:NL:RBAMS:2024:8511

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
11377148 KK EXPL 24-740
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot wedertewerkstelling van werknemer na langdurige ziekte en onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever

In deze zaak vordert de eiser, een werknemer van Huawei Technologies (Netherlands) B.V., wedertewerkstelling in zijn functie na een langdurige ziekteperiode. De werknemer heeft zich op 18 november 2022 ziek gemeld en is op 15 november 2024 beter gemeld. De werknemer stelt dat Huawei niet voldoende heeft gedaan om hem te re-integreren, ondanks dat hij volgens de bedrijfsarts in staat is om zijn werkzaamheden te hervatten. De werkgever heeft een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, maar dit verzoek is nog niet behandeld. De kantonrechter heeft op 13 december 2024 geoordeeld dat Huawei zich onvoldoende heeft ingespannen voor de re-integratie van de werknemer en heeft de vordering tot wedertewerkstelling toegewezen. De rechter heeft daarbij een dwangsom opgelegd voor het geval Huawei niet aan de veroordeling voldoet. De proceskosten zijn eveneens voor Huawei.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 11377148 KK EXPL 24-740
vonnis van: 13 december 2024
func.: 569

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. A. Harmanci
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Huawei Technologies (Netherlands) B.V.
gevestigd te Rijswijk
gedaagde
nader te noemen: Huawei
gemachtigde: mr. B.L.G.M. van Gemert

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 7 november 2024, met producties, heeft [eiser] een voorziening gevorderd. Huawei heeft een akte met producties ingediend. [eiser] heeft aanvullende producties ingediend. De mondelinge behandeling is gehouden ter terechtzitting van 29 november 2024. [eiser] is verschenen vergezeld door de gemachtigde en bijgestaan door de heer V. Bolt, tolk/vertaler Nederlands/Engels. Namens Huawei zijn verschenen de heren [naam 1] en [naam 2] vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, de gemachtigde van Huawei mede aan de hand van schriftelijke pleitnotities, en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Vervolgens is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
[eiser] is op 15 januari 2010 in dienst getreden bij Huawei. Hij is werkzaam in de functie Senior Network & Datacom Engineer. De werkzaamheden vinden gewoonlijk plaats op het kantoor van Huawei te Amsterdam.
1.2.
In 2020, 2021 en 2022 heeft Huawei [eiser] betrokken bij verbetertrajecten, genaamd Perfomance Improvement Plan (PIP).
1.3.
Huawei heeft in 2022 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend bij de rechtbank te Amsterdam. Dit verzoek is tijdens de mondelinge behandeling daarvan op 8 maart 2022 ingetrokken.
1.4.
[eiser] heeft zich ziek gemeld op 18 november 2022.
1.5.
De Arbo arts van het UWV heeft in de probleemanalyse van 30 november 2022 opgenomen:
‘Werknemer is (…) per 5 december inzetbaar voor zijn eigen werk (…) het advies is dit geleidelijk op te bouwen’
1.6.
Op 30 oktober 2023 hebben partijen elkaar voor de eerste maal gesproken in het kader van een mediationtraject. Daar heeft [eiser] over meegedeeld dat enkel besproken werd de beëindiging van het dienstverband. De mediation is na dit gesprek op verzoek van Huawei gestaakt.
1.7.
Huawei heeft SLP Consultancy ingeschakeld. SLP Consultancy heeft op 30 november 2023 een ‘Rapportage Arbeidsdeskundig Onderzoek’ opgesteld waarin is opgenomen – kort gezegd – dat het eigen werk in de volle omgang (omvang, kantonrechter) niet passend is, niet passend is te maken en dat spoor 2 dient te worden voortgezet met betrekking tot [eiser] .
1.8.
De Arbo arts van het UWV heeft in de ‘bijstelling probleemanalyse’ van 4 juni 2024 opgenomen:
‘belastbaarheid aanzienlijk verbeterdHij volgt Spoor 2. (…)Gezien toename belastbaarheid zou reïntegratie gefaseerd opgestart kunnen worden. Echter graag eerste met elkaar de werkgerelateerde zaken oppakken.’
1.9.
De Arbo arts van het UWV heeft in de ‘bijstelling probleemanalyse’ van 12 juli 2024 opgenomen:
‘Zijn belastbaarheid is fors toegenomenHij volgt Spoor 2. Maar ik begrijp dat hij weer kan starten bij eigen WG, hij bevestigt ook graag te willen.Maak met elkaar afspraken om daadwerkelijk te starten.Start met 3 hr/dgGraag wekelijks evalueren en uitbreiden met 1hr/dg.’
1.10.
[eiser] heeft zich op 26 juli 2024 bij Huawei gemeld om de re-integratie te bespreken. [eiser] is vervolgens te kennen gegeven dat hij naar huis kon gaan
1.11.
De Arbo arts van het UWV heeft in de ‘bijstelling probleemanalyse’ van 14 augustus 2024 opgenomen:

N.a.v. vorig advies zegt cliënt gesprek te hebben met WG echter volgens hem zijn er geen afspraken gemaakt. (..)Maak afspraken met elkaar en graag Spoor 2 voortzetten.’
1.12.
De Arbo arts van het UWV heeft in de ‘bijstelling probleemanalyse’ van 11 oktober 2024 opgenomen:
‘De situatie tussen WG-WN is ongewijzigd’
1.13.
Tussen partijen is in de periode augustus 2024 tot en met oktober 2024 gesproken over mediation. Er is geen mediationtraject gestart.
1.14.
De Arbo arts heeft per e-mail van 16 augustus 2024 aan [naam 1] meegedeeld:
‘U vroeg of mediation kan bijdragen aan het RI-proces.Indien één van de partijen mediation geïndiceerd acht dan is het verstandig deze in te zetten’
1.15.
Huawei heeft [eiser] per 15 november 2024 een loonstop opgelegd. [eiser] was op dat moment 104 weken ziek.
1.16.
Huawei heeft op 20 november 2024 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend bij de kantonrechter te Amsterdam wegens verwijtbaar handelen door en een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding met [eiser] . Tevens heeft Huawei het UWV op 20 november 2024 verzocht de arbeidsovereenkomst met [eiser] te mogen opzeggen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
1.17.
De gemachtigde van [eiser] heeft [eiser] op 27 november 2024 bij Huawei beter gemeld per 15 november 2024.
1.18.
Huawei heeft [eiser] op 27 november 2024 vrijgesteld van werk met doorbetaling van salaris per 15 november 2024 tot de kantonrechter heeft beslist op het verzoek tot ontbinding.
1.19.
Het UWV heeft op 27 november 2024 een ‘Arbeidsdeskundig Rapport’ opgesteld waarin is opgenomen:
‘OnderzoeksvraagHeeft de werkgever genoeg gedaan om de werknemer te re-integreren?Nee(…)M.i. zijn de mogelijkheden in spoor 1 onvoldoende onderzocht.Heeft de werkgever hiervoor een deugdelijke grond?Nee(…)De verzekeringsarts stelt vast dat er op datum einde wachttijd geen sprake is van beperkingen. Dat betekent dat de heer [eiser] in staat wordt geacht om zijn eigen werk bij de eigen werkgever te verrichten.Werkomstandigheden:vanaf de zomer (2022, kantonrechter) werkte hij 2 dagen in de week op de werklocatie in Rijswijk (kantoortuin omgeving) en 3 dagen vanuit huis. Zijn team bestaat uit 5 personen. De werkzaamheden worden zelfstandig uitgevoerd onder leiding van de Projectmanager. Het betreft een kantoorfunctie, waarbij er sporadisch (een keer per maand) klanten bezocht worden.’

Vordering en verweer

2. [eiser] vordert veroordeling van Huawei, bij uitvoerbaar te verklaren vonnis, tot:
primair:
a. tewerkstelling van [eiser] in zijn eigen functie op straffe van een dwangsom;
subsidiair:
b. [eiser] te laten re-integreren in zijn eigen functie op straffe van een dwangsom;
Primair en subsidiair:
c. doorbetaling van loon na 18 november 2024;
d. wettelijke rente over hetgeen is gevorderd onder a,b en c;
e. betaling van de proceskosten.
Gelet op hetgeen is opgenomen onder 1.18 is in deze procedure enkel aan de orde de vordering tot wedertewerkstelling en de vordering betaling van de proceskosten.
3. [eiser] stelt daartoe – kort gezegd – dat Huawei niet aan de re-integratieverplichtingen voldoet. [eiser] heeft zich beter gemeld en is volgens de bedrijfsarts in staat om te werken. Anders dan Huawei aanvoert is de mediation geen onderdeel geweest van de re-integratieverplichtingen. Voorts heeft [eiser] altijd mee willen werken aan de re-integratie maar schiet Huawei daarin tekort. [eiser] ervaart geen arbeidsconflict met Huawei maar enkel met [naam 1] die aanstuurt op een conflict. Huawei verbindt onterecht een verbeteringstraject aan de re-integratie. Dit is ook in strijd met de aanbevelingen van de Arbo arts. Uit het UWV rapport van 27 november 2024 volgt dat Huawei zich onvoldoende inspant ter zake van de re-integratie.
4. Huawei verweert zich. [eiser] werk niet mee aan de re-integratie door geen mediation te wensen. Er is sprake van een arbeidsconflict. Mediation is daar, ook volgens de bedrijfsarts een integraal onderdeel van. Tevens functioneert [eiser] niet. Gelet op het ingediende ontbindingsverzoek op grond van een verstoorde arbeidsverhouding ziet Huawei geen mogelijkheden voor wedertewerkstelling van [eiser] . [eiser] heeft twee jaar niet gewerkt en functioneerde niet goed in zijn functie. Hij kan niet in contact worden gebracht met cliënten. Het rapport van het UWV van 27 november 2024 is niet van belang nu [eiser] zich beter heeft gemeld.

Beoordeling

5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het volgende is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6. Anders dan Huawei aanvoert is het UWV rapport (1.19) voor deze procedure wel van belang. Uit het UWV rapport volgt dat er geen beperkingen zijn voor [eiser] om toegelaten te worden tot zijn eigen functie. Gelet daarop vindt de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat dit mogelijk is. Uit het rapport volgt tevens dat Huawei zich onvoldoende heeft ingespannen om [eiser] te re-integreren. Dat betekent dat van Huawei in het kader van de wedertewerkstelling van [eiser] meer verwacht mag worden op dit vlak dan zij tot op heden heeft gedaan. De beweerdelijke conflicten tussen partijen zijn, in het licht van het voorgaande, voor de beoordeling van de vordering die thans voorligt minder van belang nu zij betrekking hebben op het verbetertraject van [eiser] en voorts betrekking hebben op de re-integratie, die thans is voltooid. Voor zover Huawei zich beroept op een arbeidsconflict dat toelating tot het werk zou verhinderen wordt zij daarin niet gevolgd.
7. Anders dan Huawei meent is mediation geen onderdeel geweest van de re-integratieverplichtingen. Dit is niet in het Arbo advies opgenomen en volgt ook niet uit de e-mail van 16 augustus 2024. De Arbo arts heeft in de probleemanalyse van 4 juni 2024 opgenomen dat werkgerelateerde zaken dienen te worden opgelost. De kantonrechter leest daarin, anders dan Huawei, niet een verplichting tot mediation. Dat neemt niet weg dat het de kantonrechter het, evenals de bedrijfsarts, gelet op de verhouding tussen partijen, verstandig is om mediation in te zetten als één der partijen dat geïndiceerd acht. Daarbij dient wel in acht te worden genomen, dat dit advies stamt uit een tijd dat van werkhervatting nog geen sprake was en de door Huawei geïndiceerde mediation zag op de re-integratie van [eiser] . De feitelijke situatie is nu anders, aangezien [eiser] zijn werkzaamheden weer zal gaan hervatten na een afwezigheid van twee jaar. Het ligt voor de hand dat [eiser] , voordat hij weer aan de slag gaat, met zijn leidinggevende in overleg gaat hoe de werkzaamheden weer kunnen worden opgepakt. Onderdeel daarvan zal naar alle waarschijnlijkheid ook zijn het PIP, dat voor de ziekmelding al is opgesteld, maar mogelijk – gelet op de twee jaar afwezigheid – enige bjistelling nodig heeft. Het is aan partijen om afspraken te maken over de wijze waarop dit overleg wordt ingericht.
8. Huawei en [eiser] zullen hun arbeidsrelatie na twee jaar hervatten, terwijl er een verzoek tot ontbinding en/of een verzoek bij het UWV is ingediend en er door Huawei een arbeidsconflict ziet, waar [eiser] dit niet ziet. Gelet op het feit dat Huawei volgens het deskundigenoordeel van het UWV niet genoeg heeft gedaan in het kader van de re-integratie, ziet de kantonrechter aanleiding om de gevorderde dwangsommen toe te wijzen, voor het geval Huawei [eiser] niet zal toelaten tot tewerkstelling in zijn eigen functie. Deze zullen worden gemaximeerd op € 10.000
9. Gelet op de uitkomst wordt Huawei veroordeeld in de proceskosten als hierna te melden.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt Huawei tot tewerkstelling van [eiser] in zijn eigen functie, op straffe van een dwangsom van € 500 per dag, met een maximum van € 10.000, voor elke dag dat Huawei daarmee in gebreke blijft;
veroordeelt Huawei in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
exploot € 135,97
salaris € 543,00
griffierecht € 87,00
-----------------
totaal € 765,97
voor zover van toepassing, inclusief btw en te betalen uiterlijk 14 dagen na heden bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Huawei in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 68,00 aan salaris gemachtigde, één en ander, voor zover van toepassing, inclusief btw en te en te betalen uiterlijk 14 dagen na heden bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Huawei tot betaling van de kosten van betekening van dit vonnis indien Huawei niet binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe aan de veroordelingen onder II en III voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wesdorp, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.