Uitspraak
1.DE ZAAK IN HET KORT
2.VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- Brief van 28 mei 2024 met producties 32 t/m 41 van de zijde van [verzoeker] ;
- Akte van 1 juli 2024 van de zijde van Nationale Nederlanden.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak verzoekt de eiser, [verzoeker], de kantonrechter om te bepalen dat de verzekeraar, Nationale Nederlanden, hem een slotuitkering van € 11.250,- zal voldoen en een bijstandsgarantie zal verstrekken. De kantonrechter wijst het verzoek af. De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker] op 3 mei 2023, waarna Nationale Nederlanden een verweerschrift indiende. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 oktober 2023, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De zaak betreft een verkeersongeval op 11 maart 2020, waarbij [verzoeker] als passagier in een bestelbus zat die tegen een muur botste. Nationale Nederlanden erkende aansprakelijkheid, maar de discussie ging over de hoogte van de schadevergoeding en de bijstandsgarantie. De kantonrechter oordeelt dat het verzoek om een slotuitkering niet kan worden toegewezen, omdat het verzoek niet als een deelgeschil kan worden aangemerkt. De kantonrechter concludeert dat het causaal verband tussen het ongeval en het verlies van de bijstandsuitkering niet voldoende is onderbouwd door [verzoeker]. De kantonrechter wijst ook de kosten van de deelgeschilprocedure toe aan [verzoeker], maar de bijstandsgarantie wordt geweigerd.