Op 15 februari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Kantongerecht in Hechingen, Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Libië en met diverse aliassen, die gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 1 februari 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. Al Mansouri, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. de Klerk. Tijdens de zitting heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd met 30 dagen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De raadsman had verzocht om aanhouding van de behandeling om nader onderzoek te doen naar de psychische gesteldheid van de opgeëiste persoon, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de medische situatie van de opgeëiste persoon geen weigeringsgrond vormt voor de overlevering, hoewel deze mogelijk een rol kan spelen bij de feitelijke overlevering.
De rechtbank concludeert dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar zijn, en dat er voldaan is aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. De rechtbank staat de overlevering toe, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.