Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.MEDIAHUIS NEDERLAND B.V.,2. MEDIAHUIS REGIONAAL B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 mei 2024 met producties 1-20,
- de conclusie van antwoord met producties 1-25,
2.De feiten
De politie [vestigingsplaats] doet onderzoek naar een eigenaar van een nachtclub in [vestigingsplaats] . De man wordt verdacht van aanranding en verkrachting van twee minderjarige meisjes in de bewuste uitgaansgelegenheid.2.6. Naar aanleiding van dit bericht heeft [naam dagblad] eveneens op [datum 1] 2023, rond het middaguur, op haar website en Facebook-pagina een artikel geplaatst met de titel “ [vestigingsplaats] nachtclubeigenaar verdacht van aanranding en verkrachting van twee minderjarige meisjes”.
[naam horecagelegenheid 1] of [naam horecagelegenheid 3] ? Enige tenten waar 13 jarigen binnen komen. [naam 2] heeft om [tijdstip 2] uur het volgende bericht geplaatst:
Heet die man niet [eiser] ?[naam 3] heeft om [tijdstip 3] uur op [naam 1] gereageerd met
[naam horecagelegenheid 1] is het, [eiser].
Volgens diverse bronnen is de verdachte de eigenaar van [naam horecagelegenheid 1] . Dit is in feite de enige nachtclub in [vestigingsplaats] . De club werd eerder gerund door dezelfde eigenaar onder de namen [naam horecagelegenheid 2] , [naam horecagelegenheid 4] en [naam horecagelegenheid 5] . De politie bevestigt niets. De eigenaar van [naam horecagelegenheid 1] is niet bereikbaar via app of telefoon voor een reactie.
De nachtclubeigenaar die wordt verdacht van aanranding en verkrachting van twee minderjarige meisjes in zijn [vestigingsplaats] zaak, is inderdaad de eigenaar van [naam horecagelegenheid 1] , [eiser] .
De moeder van een 15-jarige jongen die in 2022 drank kreeg aangeboden in [naam horecagelegenheid 1] en daarna een verwonding aan zijn hoofd opliep, heeft waarschijnlijk alsnog aangifte kunnen doen. Dat vertelt burgmeester [naam burgemeester] , na verontwaardigde vragen van de ChristenUnie. De politie stuurde de vrouw in 2022 weg.
3.Het geschil
trial by mediaen dat de onschuldpresumptie wordt gewaarborgd. [eiser] vordert verwijdering van de online versies van de artikelen en de online aankondiging daarvan, en het plaatsen van een rectificatie in zowel de krant als op de website van [naam dagblad] . Daarnaast stelt [eiser] Mediahuis c.s. hoofdelijk aansprakelijk voor zijn materiële en immateriële schade als gevolg van de onrechtmatige berichtgeving.
4.De beoordeling
- De mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal;
- De mate waarin de openbaarmaking een bijdrage levert aan een (publiek) debat van algemeen belang;
- De mate van bekendheid van de betrokken persoon en het eerdere gedrag van de betrokken persoon in verhouding tot de media;
- De inhoud, vorm en gevolgen van de publicatie voor degene op wie de uitlatingen betrekking hebben;
- Het al dan niet geven van gelegenheid tot wederhoor.
Op deze gang van zaken is niets aan te merken. [naam dagblad] heeft [eiser] niet zelf beschuldigd van aanranding en verkrachting. Deze aantijgingen zijn afkomstig van aangevers en zijn geput uit het persbericht van de politie. Daarnaast worden de namen [naam horecagelegenheid 1] en [eiser] voor het eerst genoemd in de reacties op de Facebook-pagina. Pas hierna heeft [naam dagblad] haar berichtgeving aangepast met de vermelding van ‘ [naam horecagelegenheid 1] ’ en ‘ [eiser] ’. Daarbij is niet de volledige naam van [eiser] genoemd, maar alleen zijn voornaam en de eerste letter van zijn achternaam. Dit is de gebruikelijke en algemeen geaccepteerde manier om namen van verdachten te publiceren. Er is dus sprake van een beperkte schending van de privacy van [eiser] .
[naam 8] verklaard dat haar minderjarige zoon in mei 2022 in [naam horecagelegenheid 1] dronken is geworden en door de beveiliger op straat is gezet toen hij moest overgeven. Vervolgens is hij met zijn fiets onder een geparkeerde auto gekomen en heeft daarbij een hoofdwond opgelopen.
4.18. Op zichzelf is juist dat het wat kort door de bocht is om een 15-jarige jongen die in [naam horecagelegenheid 1] dronken is geworden en vervolgens op straat gewond raakte als “slachtoffer van [eiser] .” aan te duiden. Echter, uitgangpunt is dat een kop bedoeld is om de aandacht van de lezer te trekken en daarom ongenuanceerder en kernachtiger mag zijn dan het artikel zelf. De kop moet in samenhang met de rest van het artikel worden beoordeeld. Bij lezing van het artikel blijkt dat er een verband is tussen wat de jongen is overkomen en [eiser] , omdat de jongen in de nachtclub van [eiser] dronken is geworden. Bij de keuze van de kop is Mediahuis c.s. daarom binnen de grenzen van het maatschappelijk betamelijke gebleven.