Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 14 oktober 2024 met de daarin genoemde stukken.
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
- i) [eiser] veroordeelt tot betaling van € 23.731,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2024,
- ii) voor recht verklaart dat ten minste een of meer van de door [eiser] aan EuroCollege uitgereikte facturen in 2021-2022 die in correspondentie met de vestigingsmanager tot stand zijn gekomen, vals zijn opgesteld,
- iii) [eiser] veroordeelt in de proceskosten.
5.De beoordeling
onbevoegd waren om afspraken met [eiser] te maken over zijn loon. Het onbetrouwbaarheidsverweer van EuroCollege ten opzichte van de genoemde verklaringen, wordt door de rechtbank verworpen. Dat de verklaringen op punten op elkaar lijken, maakt niet dat de verklaringen onbetrouwbaar zijn. De verklaringen gaan immers over hetzelfde onderwerp. De rechtbank concludeert tot afwijzing van de vordering van EuroCollege tot onverschuldigde betaling voor de collegejaren 2019-2020 en 2020-2021.
terechtin rekening is gebracht. Dat bedrag is terug te voeren op het aantal reguliere lesuren dat in de offerte van 9 november 2021 is weergegeven. Al het overige dat [eiser] aan uren in rekening heeft gebracht, is te veel, volgens EuroCollege.