4.2.Oordeel van de rechtbank
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij is gebruik gemaakt van het rapport ‘Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van het Team Financiële Opsporing van de DRR Amsterdam van 21 december 2021 (hierna: het ontnemingsrapport).Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking hetgeen in het vonnis van de inhoudelijke strafzaak is bepaald.Dit houdt onder meer in dat de rechtbank heeft vastgesteld dat zich niet 480, maar 240 hennepplanten in de kweekruimte bevonden en dat medeplegen niet is bewezen.
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is in het ontnemingsrapport uitgegaan van 8 planten per m2.De opbrengst per plant in grammen is in dat geval - conform het rapport Functioneel Parket Afpakken - 31,4 gram per plant.De rechtbank heeft in haar vonnis van de inhoudelijke strafzaak vastgesteld dat er zich in de kweekruimte 240 planten bevonden. Voor de berekening zal dan ook worden uitgegaan van 240 hennepplanten in de kweekruimte.
Uitgaande van een opbrengst van 31,4 gram per plant is de totale opbrengst per oogst in grammen: 240 x 31,4 gram = 7.536 gram.
Volgens het ontnemingsrapport kan de gemiddelde verkoopprijs van hennep tussen kwekers en afnemers worden gesteld op € 4,07 per gram.
Dit levert een totale opbrengst in geld op van 7.536 gram x 4,07 =
€ 30.671,52per oogst.
De onderzoeksperiode strekt zich uit over de periode van 7 april 2021 tot en met 27 oktober 2021 en behelst een periode van 29 weken. Bij de ontdekking van de kwekerij op 27 oktober 2021 waren de planten ongeveer 5 tot 7 weken oud.Een kweekcyclus duurt ongeveer elf weken.In het ontnemingsrapport wordt op basis van deze gegevens en in verband met het aantreffen van stof op kappen van armaturen en koolstoffilter, kalkaanslag op plantpotten, afdekzeil, hennepafval op stellage/droogrekjes, zakken nieuwe aarde, uitgegaan van drie oogsten in de kweekruimte in de woning.
De rechtbank stelt op basis van de duur van de onderzoeksperiode van 29 weken, de vastgestelde duur van een kweekcyclus van 11 weken en het feit dat werd geschat dat de plantjes op het moment van ontdekking ongeveer 5 tot 7 weken oud waren vast dat in de onderzoeksperiode maximaal twee oogsten kunnen zijn geweest.
Veroordeelde heeft echter tijdens zijn verhoor op 24 maart 2023 en ter terechtzitting verklaard dat de plantage is gebouwd omstreeks mei 2021 en dat er slechts één eerdere oogst is geweest, die is geteeld in juni 2021 en is geoogst in september 2021. Op 11 juni 2021 heeft fraudespecialist M12 van netbeheerder Liander een wijkmeting geplaatst en de verklaring van veroordeelde sluit aan bij de verklaring van de fraudespecialist.De fraudespecialist heeft namelijk geschreven dat hij een melding heeft gekregen dat op 1 september 2021 de schakeling weg was en dat dat wil zeggen dat er mogelijk geoogst is.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat op basis van de gegevens in het dossier niet kan worden vastgesteld dat er meer dan één oogst is geweest. Hoewel de fraudespecialist beschrijft dat op basis van het aantreffen van stof op kappen van armaturen en koolstoffilter, kalkaanslag op plantpotten, afdekzeil, hennepafval op stellage en droogrekjes en zakken nieuwe aarde, uitgegaan kan worden van drie oogsten, zijn er in het licht van de betwisting door veroordeelde onvoldoende objectieve aanknopingspunten in het dossier om daarvan uit te gaan. De rechtbank ziet dergelijke aanknopingspunten wel in de verklaring van veroordeelde, dat hij de plantage in mei 2021 heeft opgebouwd, heeft gekweekt in juni 2021 en geoogst in september 2021. Dit past bij de objectieve vaststelling van het wegvallen van de schakeling op 1 september 2021. Nu niet voldoende aannemelijk is geworden dat er voor 11 juni 2021 nog een oogst heeft plaatsgevonden, gaat de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van één oogst.
Uit de in het rapport Functioneel Parket Afpakken opgenomen tabel blijkt dat voor een kweekruimte met een hoeveelheid planten tussen de 200 en 299 hennepplanten, een gemiddelde investering benodigd is van € 4.000,-.Als afschrijvingskosten voor de investering mag per oogst 1/20e van het totaal geïnvesteerde bedrag worden afgetrokken.De rechtbank stelt daarom de kosten van de investering vast op
€ 200,-.
De totale variabele kosten per hennepplant zijn € 7,69.Dit betreffen de kosten voor de stekken (€ 3,81), het kweekmedium (€ 1,63), water (€ 0,03) en voedingsstoffen (€ 2,22). Dit betekent dat de totale variabele kosten
€ 1.845,60(240 planten x
€ 7,69) zijn.
De rechtbank ziet aanleiding ook een deel van de elektriciteitskosten bij de kosten op te tellen, ondanks dat de bij de hennepplantage benodigde stroom frauduleus werd afgenomen door de veroordeelde en Liander op 9 december 2021 heeft aangegeven dat de vordering voor het netverlies nog volledig openstond.De officier van justitie heeft namelijk ter terechtzitting medegedeeld dat veroordeelde inmiddels
€ 161,17aan Liander heeft betaald. De rechtbank zal daarom deze betaalde elektriciteitskosten als af te trekken kosten aanmerken.
De rechtbank gaat op basis van het ontnemingsrapport en de informatie die de officier van justitie heeft verstrekt uit van in totaal in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij van € 200,- + € 1.845,60 + 161,17 =
€ 2.206,77.
Totaal wederrechtelijk voordeel
Gelet op voornoemde berekende opbrengsten en kosten wordt het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de aangetroffen hennepplantage als volgt berekend: € 30.671,52 - € 2.206,77 =
€ 28,464,75per oogst.
De rechtbank stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelde wordt geschat vast op
€ 28,464,75.
De rechtbank ontleent deze schatting aan de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.