Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.De waardering van het bewijs
bijlage IIvast dat verdachte, zittend in zijn rolstoel, het slachtoffer meermalen met een voetsteun van een rolstoel heeft geslagen tegen de linkerarm en het linkerbeen. Hierdoor zijn botbreuken op drie locaties aan de arm en een botbreuk aan het scheenbeen ontstaan. Ook is een huidverwonding aan het scheenbeen veroorzaakt. Hoewel bij het slachtoffer letsel aan zijn hoofd en hersenen is geconstateerd, kan niet worden vastgesteld dat verdachte tevens tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geslagen. Dit letsel kan ook zijn veroorzaakt door een, niet aan verdachte te wijten, latere val van het slachtoffer. Vanwege het door verdachte toegebrachte letsel is het slachtoffer in het ziekenhuis opgenomen. Aldaar zijn de botbreuken aan de arm operatief behandeld, is de botbreuk aan het been met gipsverband behandeld en is de huidverwonding gehecht. Vanwege de uitgebreide medische voorgeschiedenis van het slachtoffer, met name vanwege zijn ernstige ondergewicht, was er een verhoogde kwetsbaarheid met een toegenomen kans op overlijden bij een ziekenhuisopname. Tijdens de opname zijn er complicaties opgetreden die gangbaar zijn bij de reeds bestaande ziekelijke afwijkingen en het ernstige ondergewicht. Deze complicaties zijn mogelijk verergerd door de immobilisatie door het letsel, de ziekenhuisopname en de verhoogde energiebehoefte. Op 4 juli 2024 is in overleg met het slachtoffer besloten alle behandelingen te staken en over te gaan op comfortbeleid. Diezelfde dag is het slachtoffer overleden.
4.De bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
5.De strafbaarheid van het feit
6.De beslissing
niet strafbaaren
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolgingter zake daarvan.