ECLI:NL:RBAMS:2024:8352

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
13/186553-22 (strafzaak)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van sieraden, geldbedragen, horloge en auto’s over een periode van zeven jaar met een waarde van ruim € 1,5 miljoen en het voorhanden hebben van een pistool en munitie

In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 21 november 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich over een periode van zeven jaar schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van sieraden, geldbedragen, een horloge en auto’s, met een totale waarde van meer dan € 1,5 miljoen. De verdachte heeft samen met een medeverdachte deze goederen witgewassen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een pistool en munitie. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft niet gereageerd op oproepingen voor verhoor en de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde goederen voorhanden heeft gehad en dat er een witwasvermoeden bestaat. De verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van de goederen, wat de rechtbank heeft doen concluderen dat de goederen van misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van gewoontewitwassen en het voorhanden hebben van een wapen en munitie. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 32 maanden opgelegd, waarbij de ernst van de feiten en de lange pleegperiode zwaar hebben meegewogen in de beslissing.

De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van het horloge en de auto’s bevolen, aangezien deze voorwerpen in beslag zijn genomen en niet zijn teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de impact op de samenleving in hun overwegingen hebben meegenomen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/186553-22
Datum uitspraak: 21 november 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de zaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 november 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Kerkhoff.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. het medeplegen van (gewoonte)witwassen van 1.489 sieraden ter waarde van
€ 455.098,-, een geldbedrag van € 16.951,- uitgegeven bij Travelex, een geldbedrag van € 1.083.500,- uitgegeven bij Holland Casino, een Rolex horloge aangekocht voor € 9.542,55, een Mercedes met kenteken [kenteken] ter waarde van € 60.000,- en/of een Mercedes met kenteken [kenteken 2] ter waarde van € 22.500,- in de periode van 20 maart 2014 tot en met 21 juni 2021 te Amsterdam, Diemen en/of Dubai;
2. het medeplegen van het voorhanden hebben van een wapen van categorie III, te weten een pistool, en/of munitie van categorie III, te weten 66 patronen, op 21 juni 2021 te Amsterdam.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.De waardering van het bewijs

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat alle ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen.
3.2.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op basis van de bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (medeplegen van) gewoontewitwassen (feit 1) en het voorhanden hebben van een wapen en munitie (feit 2). Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
3.2.1.
Het (medeplegen van) gewoontewitwassen (feit 1)
Om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen moet wettig en overtuigend bewezen worden dat de op de tenlastelegging genoemde geldbedragen en goederen van misdrijf afkomstig zijn, dat verdachte dit wist of redelijkerwijs moest vermoeden, en dat hij die geldbedragen en goederen voorhanden heeft gehad.
Het voorhanden hebben van de geldbedragen en goederen
De rechtbank stelt vast dat verdachte de ten laste gelegde geldbedragen en goederen voorhanden heeft gehad.
Het witwasvermoeden
Op basis van het dossier kan geen specifiek misdrijf worden vastgesteld waaruit de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s afkomstig zijn. Ook als niet een concreet misdrijf aan te wijzen valt, kan onder omstandigheden worden bewezen dat in dit geval de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s van misdrijf afkomstig zijn. Er moet dan sprake zijn van een witwasvermoeden op basis van de feiten en omstandigheden waaronder de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s zijn aangetroffen. Als dat vermoeden er is, is het aan verdachte om een verklaring te geven over de legale herkomst van de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s. Die verklaring moet concreet zijn, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Als de verklaring van verdachte daaraan voldoet, is het Openbaar Ministerie aan zet om nader onderzoek naar de herkomst van de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s te doen.
Verdachte is in beeld gekomen in een onderzoek naar ondergronds bankieren. Naar aanleiding van die verdenking is de financiële situatie van verdachte en zijn toenmalige partner, tevens de medeverdachte in deze zaak, in kaart gebracht. Daaruit is gebleken dat verdachte en de medeverdachte in de tenlastegelegde periode onvoldoende legaal inkomen hadden om te kunnen beschikken over voornoemde sieraden, geldbedragen, horloge en auto’s. Verder is naar voren gekomen dat de sieraden in een verborgen ruimte in de woning van verdachte en de medeverdachte zijn aangetroffen, terwijl het in huis bewaren van een dergelijk grote hoeveelheid sieraden ter waarde van € 455.098,- een groot veiligheidsrisico oplevert. Daarnaast is in de woning van verdachte een vuurwapen aangetroffen en in de winkel van verdachte munitie. Voornoemde omstandigheden rechtvaardigen een vermoeden van witwassen. Daarom mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de legale herkomst van de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s.
De verklaring van verdachteVerdachte heeft geen enkele verklaring willen geven, ook niet over de herkomst van de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s.
Het oordeel van de rechtbank
Bij deze stand van zaken concludeert de rechtbank dat een criminele herkomst de enige aanvaardbare verklaring is, omdat het witwasvermoeden niet door verdachte is weerlegd. Onder bovenvermelde omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat verdachte ook wist dat de sieraden, de geldbedragen, het horloge en de auto’s van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank acht in het licht van het voorgaande bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen.
Medeplegen
Ten aanzien van de sieraden en de Mercedes met kenteken [kenteken] is de rechtbank van oordeel dat verdachte deze voorwerpen samen met de medeverdachte heeft witgewassen, omdat de sieraden in hun toenmalige gezamenlijke woning zijn aangetroffen en de auto op naam van zowel verdachte als de medeverdachte heeft gestaan.
Daarentegen vindt de rechtbank niet bewezen dat verdachte de geldbedragen, het horloge en de Mercedes met kenteken [kenteken 2] samen met een ander heeft witgewassen. Er is niet gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander.
Gewoonte
Het witwassen heeft plaatsgevonden over een lange periode en daarom kan naar het oordeel van de rechtbank ook bewezen worden dat verdachte van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
3.2.2.
Het voorhanden hebben van een wapen en munitie (feit 2)
Om tot een veroordeling voor wapen- en munitiebezit te komen, moet worden bewezen dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen en de munitie en dat hij daarover beschikkingsmacht had.
Het wapen is in de woning van verdachte aangetroffen in een opslagbox op het dakterras grenzend aan zijn slaapkamer . Op het wapen is een DNAmengprofiel aangetroffen waarvan verdachte één van de drie donoren is. In het pand van [naam bedrijf] zijn twee doosjes met munitie aangetroffen. Op een tas, waarin één doosje zat, is een vingerafdruk van verdachte gevonden. Gelet op deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat verdachte wetenschap van en beschikkingsmacht over het wapen en de munitie heeft gehad. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte het wapen en de munitie voorhanden heeft gehad. Niet bewezen is dat verdachte het wapen en de munitie samen met iemand anders voorhanden heeft gehad, omdat van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander niet is gebleken. Van medeplegen wordt hij dus vrijgesproken.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 20 maart 2014 tot en met 21 juni 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, voorwerpen, te weten 1.489 items sieraden ter waarde van € 455.098,- en een Mercedes voertuig gekentekend [kenteken] ter waarde van € 60.000,- voorhanden gehad, terwijl hij en zijn mededader wisten dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf,
en
in de periode van 20 maart 2014 tot en met 21 juni 2021 in Nederland, en/of in Dubai, voorwerpen, te weten € 16.451,- uitgegeven bij Travelex, € 1.013.500,- uitgegeven bij Holland Casino, een Rolex horloge aangekocht voor € 9.542,55, en een Mercedes voertuig gekentekend [kenteken 2] ter waarde van € 22.500, voorhanden gehad, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf,
en hij van het plegen van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
ten aanzien van feit 2:
op 21 juni 2021 te Amsterdam
- een pistool van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool van het merk Walther, model PPX, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- 66 patronen, zijnde munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie
voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.De motivering van de straf

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden.
7.2.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan uit het dossier en ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich over een periode van zeven jaar schuldig gemaakt aan het witwassen van sieraden, geldbedragen, een horloge en auto’s. Deze geldbedragen en goederen vertegenwoordigen een waarde van ruim € 1,5 miljoen. Een gedeelte hiervan heeft verdachte samen met de medeverdachte witgewassen. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, ook vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, en is daarmee een bedreiging voor de samenleving. Witwassen bevordert het plegen van delicten, omdat het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt en zonder witwassen het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn.
Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een pistool en munitie. Een vuurwapen vormt in handen van een daartoe niet bevoegde een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. Tegen onbevoegd wapenbezit moet daarom streng worden opgetreden.
Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor de feiten. Hij heeft geen gehoor gegeven aan de oproepingen voor een verhoor bij de politie en ook niet aan de oproeping voor de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak.
Persoon van verdachte
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 22 juli 2024 blijkt dat hij in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld door de strafrechter.
Strafoplegging
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor straffen die de rechtbanken onderling hebben afgesproken. Voor fraudedelicten hebben die als uitgangspunt bij een bedrag van € 1.000.000,- en hoger een gevangenisstraf vanaf 24 maanden. Voor het voorhanden hebben van een pistool in een woning is een gevangenisstraf van 4 maanden het uitgangspunt.
Alles afwegende in het bijzonder gelet op de lange pleegperiode legt de rechtbank aan verdachte op een gevangenisstraf van 32 maanden.

8.Het beslag

Onder verdachte zijn de voorwerpen in beslag genomen zoals vermeld op de beslaglijst in
bijlage IIIdie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Verbeurdverklaring
Het horloge en de auto, welke voorwerpen in beslag zijn genomen en niet zijn teruggegeven (nummers 1 en 2 op de beslaglijst) moeten verbeurd worden verklaard. De voorwerpen behoren aan verdachte toe. De geldbedragen en de goederen zijn het voorwerp van witwassen en aldus voorwerpen met betrekking tot welke het feit is begaan.

9.De toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 57, 420bis, 420ter van het Wetboek van Strafrecht en 26, 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken
en
van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
32 (tweeëndertig) maanden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart verbeurd:
1. STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2018082625-G6068878, goud, merk: Roled)
2. 1 STK Personenauto GN759V (Omschrijving: PL1300-2018082625-G5074192, wit, merk: Mercedes-Bens, chassisnr: [nummer] )
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J. Bos, voorzitter,
mrs. J.M. van Hall en C. Wildeman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Niemeijer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 november 2024.
[…]
.
[…]
[…]
[…]
[…]
[…]
[…]
[…]