ECLI:NL:RBAMS:2024:8346

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
13/224377-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grooming en ontucht met minderjarigen, veroordeling tot gevangenisstraf en tbs-maatregel

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 26 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan grooming en ontucht met minderjarigen. De verdachte heeft via internet contact gelegd met twee meisjes van dertien jaar oud en gedurende een lange periode intensief contact met hen onderhouden, waarbij hij zich bewust was van hun jonge leeftijd. De gesprekken hadden een seksuele lading en leidden tot daadwerkelijke ontmoetingen, waarbij de verdachte met een van de meisjes ontucht heeft gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten in verminderde mate aan de verdachte kunnen worden toegerekend, gezien zijn gediagnosticeerde stoornissen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden opgelegd. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij de rechtbank een schadevergoeding van € 10.000,- heeft toegewezen aan het slachtoffer. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het recidiverisico van de verdachte meegewogen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/224377-23
Datum uitspraak: 26 september 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende op het [BRP-adres] ,
nu gedetineerd in het [Penitentiaire Inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 30 augustus 2024 en 26 september 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Leuven, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M. Eekhout, naar voren hebben gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen de deskundigen P.L.L. Hoefnagel (psychiater), C.A.M. van der Meijs (psychiater) en [reclasseringsmedewerker] (reclasseringswerker) naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij in Nederland zich schuldig heeft gemaakt aan
1.
het verspreiden en/of aanbieden en/of ten toon stellen en/of vervaardigen en/of invoeren en/of doorvoeren en/of uitvoeren en/of verwerven en/of in bezit hebben van 14.685 en/of 199 kinderpornografische foto’s en/of video’s en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, in de periode van 29 november 2012 tot en met 5 september 2023, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte werd gemaakt;
2.
grooming van [slachtoffer] , die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, in de periode van 21 mei 2018 tot en met 20 mei 2021;
3.
grooming van [slachtoffer] , die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, in de periode van 17 maart 2019 tot en met 16 maart 2022;
4.
met [slachtoffer] ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, in de periode van 1 april 2019 tot en met 31 april 2020.
Subsidiair is dit ten laste gelegd als het plegen van ontucht zonder seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] .
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

3.De waardering van het bewijs

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw refereert zich ten aanzien van feiten 1, 2 en 3 aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot feit 4 refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank voor hetgeen onder gedachtestreepje 3 (het zich laten pijpen door [slachtoffer] ) is ten laste gelegd. Niet kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft gezoend/gekust of haar geslachtsdeel heeft betast/gestreeld, omdat dit niet door het dossier wordt ondersteund en verdachte dit ontkent. Van deze onderdelen van de tenlastelegging moet verdachte worden vrijgesproken. Daarnaast dient de bewezenverklaarde periode te worden ingekort naar 25 juni 2019.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Verbeterde lezing tenlastelegging inzake feit 1
De rechtbank stelt vast dat in de tenlastelegging ten aanzien van feit 1 staat ‘SDkaart (goednummer 6213739)’, terwijl uit de stukken volgt dat op deze gegevensdrager geen kinderpornografische afbeeldingen of video’s zijn aangetroffen. Verder blijkt uit het dossier dat op de USBstick (goednummer 621369) wél kinderpornografische afbeeldingen en video’s zijn aangetroffen. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat in de tenlastelegging ten aanzien van feit 1 staat ‘#01 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 125)’, terwijl uit de stukken volgt dat op deze afbeelding ontuchtige handelingen, niet zijnde penetratie, zijn te zien. Echter blijkt uit het dossier dat op afbeelding #02 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 125) wél ontuchtige handelingen, die bestaan uit penetratie, zijn te zien.
De steller van de tenlastelegging heeft kennelijk twee schrijffouten gemaakt voor wat betreft het goednummer, waardoor de verkeerde gegevensdrager en het nummer van de afbeelding is opgenomen. De rechtbank ziet dit als kennelijke schrijffouten en zal de tenlastelegging verbeterd lezen. De rechtbank gaat uit van ‘USBstick (goednummer 621369)’ en ‘#02 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 125)’. De verdachte is door de in de tenlastelegging aangebrachte verbeteringen niet geschaad in zijn verdediging.
3.3.2.
Ten aanzien van feiten 1, 2 en 3
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde.
Verdachte heeft deze feiten volledig bekend en de raadsvrouw heeft hiervan geen vrijspraak bepleit. De rechtbank zal daarom volstaan met het benoemen van de bewijsmiddelen. Naast de bekennende verklaring van verdachte volgt uit de processen-verbaal dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. Op grond van artikel 359 derde lid Sv kan met de hierna genoemde opgave van bewijsmiddelen worden volstaan:
ten aanzien van feiten 1, 2 en 3
1.
De bekennende verklaring die verdachte ter terechtzitting van 30 augustus 2024 heeft afgelegd, zoals neergelegd in het proces-verbaal van die terechtzitting.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlagen, met documentnummer 17845222 van 9 mei 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar] , rubriek 5, pag. 40-112.
3.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] met documentcode 18150390 van 29 juni 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar] en [opsporingsambtenaar] , rubriek 3, pag. 1-6.
4.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] zonder kenmerk van 25 juli 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar] en [opsporingsambtenaar] , rubriek 3, pag. 714.
ten aanzien van feit 1
5.
Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen, met documentcode 17977025 van 16 mei 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar] , rubriek 5, pag. 7-36.
6.
Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen, met documentcode 18582672 van 19 oktober 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar] , rubriek 5, pag. 117-129.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlage, met documentcode 18723725 van 21 november 2023 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar] , rubriek 5, pag. 135138.
3.3.3.
Ten aanzien van feit 4De rechtbank is op basis van de bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het, buiten echt, plegen van ontucht met [slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar had bereikt, door het over de kleding betasten/strelen van het geslachtsdeel van [slachtoffer] en het zich laten pijpen door [slachtoffer] , in de periode van 1 april 2019 tot en met 25 juni 2019.
Niet ter discussie staat dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontucht door zich te laten pijpen door [slachtoffer] . Verdachte heeft dit ter terechtzitting van 30 augustus 2024 bekend. Daarentegen ontkent hij dat hij het geslachtsdeel van [slachtoffer] over de kleding heeft betast/gestreeld.
De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] , inhoudende dat verdachte haar geslachtsdeel over de kleding heeft betast/gestreeld, betrouwbaar gelet op de heldere, geloofwaardige en consistente verklaringen die zij heeft afgelegd over het contact met en misbruik door verdachte. Verdachte heeft de door hem gepleegde handelingen maar mondjesmaat toegegeven en heeft, als hij daarover concreet werd bevraagd, juist dikwijls aangegeven zich zaken niet te kunnen herinneren. Aangezien verdachte de overige (seksuele) handelingen wel heeft bekend, te weten het online chatten met [slachtoffer] , het afspreken met [slachtoffer] en het zich laten pijpen door [slachtoffer] , hecht de rechtbank geen waarde aan de ontkenning van verdachte over het over de kleding betasten van het geslachtdeel van [slachtoffer] en legt de rechtbank deze ontkenning naast zich neer.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3. en bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 29 november 2012 tot en met 5 september 2023 in Nederland 14.685 afbeeldingen en 199 afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten
  • een SD kaart (goednummer 6213670) en
  • een PC (goednummer 6213687) en
  • een SD-kaart (goednummer 6213735) en
  • een USB-stick (goednummer 6213639) en
  • een externe HDD (goednummer 6213754) en
  • een externe HDD (goednummer 6213764) en
  • een externe HDD (goednummer 6213782) en
  • een telefoon (goednummer 6213794) en
  • een Apple iPhone (goednummer 6213795) en
  • een HDD Excelstor (goednummer 6390684 en
  • een Apple iPhone 12 mini (goednummer 6390731) en
  • een PC Desktop (goednummer 6390758) en
  • een NAS apparaat (goednummer 6213691) en
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken,
heeft verspreid en aangeboden en vervaardigd en verworven en in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/het/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of voorwerp vaginaal en/of oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een mond/tong vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een vinger/hand/voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
  • foto 3, (zaaksdossier 05 bevindingen. p. 18/23)
  • video 01 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/29)
  • video 04 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/31)
  • video 05 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/31)
  • nas/foto 05 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/34)
  • nas/video 02 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/35)
  • nas/video 03 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/36)
  • nas/video 04 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 18/36)
  • #02 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 125)
  • #03 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 126)
  • #04 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 126)
en
het met de/het/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel/borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/het/een vinger/hand en/of mond/tong en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 1 8 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/het/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een (ander) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
  • foto 01, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/22)
  • foto 11, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/27)
  • foto l5, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/29)
  • video 02 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/30)
  • video 03 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/30)
  • nas/video 01 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/35)
  • nas/video 03 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 19/36)
  • #0l (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 125)
  • #06 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 127)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een onnatuurlijke omgeving en/of met een onnatuurlijk voorwerp en/of in een erotisch getinte houding en/of met sadomasochistische elementen (op een wijze) die niet
bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
  • foto 02, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/22)
  • foto 04, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/23)
  • foto 05, (zaaksdossier 05 bevindingen. p. 20/24)
  • foto 06, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/24)
  • foto 07, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/25)
  • foto 08, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/25)
  • foto 09, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/26)
  • foto 10, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/26)
  • foto 12, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/27)
  • foto 13, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/28)
  • foto 14, (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/28)
  • nas/foto 01 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/32)
  • nas/foto 02 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/32)
  • nas/foto 03 (zaaksdossier 05 bevindingen. p. 20/33)
  • nas/foto 04 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/33)
  • nas/foto 06 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 20/34)
  • #05 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 127)
  • #07 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 128)
  • #08 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 128)
  • #10 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 129)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot
seksuele prikkeling
- #09 ( #09 (zaaksdossier 05 bevindingen, p. 129)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
in de periode van 21 mei 2018 tot en met 1 januari 2021 in Nederland door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ), die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, meermaals een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen, terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door op een bepaalde datum en locatie en tijdstip met die [slachtoffer] die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt af te spreken en door zich op dat afgesproken tijdstip naar die afgesproken locatie te begeven;
3.
in de periode van 17 maart 2019 tot en met 16 maart 2022 in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ), die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, meermaals een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen, terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door op een bepaalde datum en locatie en tijdstip met die [slachtoffer] die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt af te spreken en door zich opdat afgesproken tijdstip naar die afgesproken locatie te begeven;
4.
Primair:
in de periode van 1 april 2019 tot en met 25 juni 2019 te Amsterdam met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
  • het over de kleding betasten/strelen van het geslachtsdeel van die [slachtoffer] en
  • het zich laten pijpen door die [slachtoffer] door het brengen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel in de mond van die [slachtoffer] ;

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

De rechtbank heeft kennisgenomen van het Pro Justitia psychiatrisch rapport van 17 april 2024 opgesteld door P.L.L. Hoefnagel en C.A.M. van der Meijs (psychiaters). De deskundigen hebben, kort gezegd, geconcludeerd dat verdachte is gediagnosticeerd met een autismespectrum stoornis, een fetisjisme stoornis (coprofilie, beleven van seksuele opwinding door ontlasting) en hebefilie. Deze stoornissen waren ten tijde van het bewezenverklaarde aanwezig en beïnvloedden de gedragskeuzes en de gedragingen van verdachte. Geadviseerd wordt om het bewezenverklaarde in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank neemt deze conclusie over en volgt dit advies. De rechtbank acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar ten aanzien van het bewezenverklaarde. Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.De motivering van de straf en maatregel

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, en dat daarnaast aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna te noemen: tbs) met voorwaarden wordt opgelegd. De voorwaarden die opgelegd dienen te worden zijn conform het reclasseringsadvies. De maatregel dient dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat tbs met voorwaarden niet noodzakelijk is, omdat verdachte kan en wil worden opgenomen in een kliniek. Een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering is geadviseerd, met een proeftijd van vijf jaar, is daarom een gepaste sanctie. Het onvoorwaardelijke strafdeel dient het voorarrest niet (fors) te overstijgen.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige zedendelicten. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan grooming door via internet contact te leggen met twee meisjes van slechts dertien jaar oud. Verdachte heeft gedurende een lange periode intensief contact gehad met de slachtoffers, terwijl hij wist dat de slachtoffers zo jong waren. Ondanks deze wetenschap hadden sommige gesprekken, op initiatief van verdachte, een seksuele lading. In de gesprekken heeft verdachte ontmoetingen voorgesteld en met de slachtoffers besproken welke seksuele fantasieën hij had. Zo gingen er gesprekken over SM en onderwerping. Ook heeft hij (kinder)pornografische afbeeldingen en video’s aan de slachtoffers gestuurd en besprak hij deze met hen. Het is echter niet gebleven bij digitaal contact met de slachtoffers. Het bleek namelijk de intentie van verdachte te zijn om ook in het echt seksuele handelingen met de slachtoffers te hebben. Na het leggen van contact met de slachtoffers heeft verdachte de slachtoffers daadwerkelijk ontmoet en heeft hij met één van hen ontucht gepleegd door het betasten/strelen over de kleding van het geslachtsdeel van het slachtoffer en heeft hij zich door het slachtoffer laten pijpen. Hiermee heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met een persoon tussen de twaalf en zestien jaar. Met het plegen van voornoemde feiten heeft verdachte ernstig inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijk integriteit en de normale (seksuele) ontwikkeling van de jonge slachtoffers. In dat verband overweegt de rechtbank dat buiten kijf staat dat (jonge) slachtoffers van seksueel misbruik nog geruime tijd worden geconfronteerd met de gevolgen, hetgeen ook blijkt uit de schriftelijke verklaring van één van de slachtoffers. Ook op latere leeftijd kunnen slachtoffers nog ernstig last krijgen van hetgeen hen is overkomen. De rechtbank rekent verdachte voornoemde feiten zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich in een periode van ruim tien jaar schuldig gemaakt aan het verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van in totaal 14.884 kinderpornografische afbeeldingen en/of video’s. Verdachte maakte zelf heimelijk opnames van chatcontacten met (onbekend gebleven) deels ontklede jonge meisjes tussen de negen en veertien jaar. Op de gedownloade afbeeldingen en video’s zijn nietgeïdentificeerde slachtoffers tussen de acht en zestien jaar te zien. Door dit materiaal te downloaden wordt een industrie van kinderporno in stand gehouden, waarin jonge kinderen seksueel worden misbruikt. Door zijn handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de beschadiging van de betrokken - soms zeer - jeugdige personen. Ook dit feit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 19 februari 2024, waaruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van de Pro Justitia rapportage van 17 april 2024, opgesteld door P.L.L. Hoefnagel (supervisant) en C.A.M. van der Meijs (supervisor), psychiaters. Hieruit blijkt – zakelijk weergegeven – dat bij verdachte sprake is van een autismespectrum stoornis, een fetisjisme stoornis (coprofilie, beleven van seksuele opwinding door ontlasting) en hebefilie. Mocht verdachte zonder interventie in de maatschappij terugkeren, dan verwachten de psychiaters dat er een grote kans is dat hij gaat recidiveren, aangezien de bewezenverklaarde feiten tussen de vier en tien jaar hebben geduurd. Daarnaast is het verdachte niet gelukt om te stoppen met het vergaren en maken van kinderpornografisch materiaal als ook met het afspreken met minderjarige meisjes, ondanks dat hij wist dat er een politieonderzoek naar hem liep. Verder heeft een vrijwillige behandeling van zes maanden bij de ambulante forensische kliniek de Waag geen resultaat geboekt. Volgens de psychiaters ligt, gezien de ernst van de feiten, een klinische behandeling binnen het juridisch kader van een tbs met voorwaarden het meest voor de hand. Echter omdat verdachte toezegt mee te werken aan een klinisch traject, waarin naar verwachting het recidiverisico voldoende kan worden verlaagd, en omdat hij nog niet eerder is veroordeeld voor een zedendelict zou een dergelijke behandeling ook kunnen plaatsvinden binnen het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel. Daarnaast zou een tbs-maatregel mogelijk een negatieve invloed hebben op zijn gezinsleven en toekomstige werkzaamheden.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 11 juli 2024, opgemaakt door [reclasseringsmedewerker] , reclasseringswerker. Hieruit blijkt – zakelijk weergegeven – dat sprake is van een gedragspatroon en dat het recidiverisico als gemiddeld wordt ingeschat. Gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de problematiek is een (klinische) behandeling noodzakelijk, conform het Pro Justitia psychiatrisch advies. De tbs met voorwaarden is haalbaar en uitvoerbaar. Maar het risico kan ook via een deels voorwaardelijke straf met lange proeftijd en bijzondere voorwaarden kan worden beheerst. Dit heeft te maken met de inzet van verdachte, zijn motivatie en benaderbaarheid. Bovendien is verdachte een first offender en is hij niet eerder in een gedwongen kader begeleid. Bij een veroordeling wordt geadviseerd om een deels voorwaardelijke straf met een proeftijd van vijf jaar met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden op te leggen, te weten meldplicht, opname in zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, contactverbod met slachtoffers, dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening, vermijden van contact met minderjarigen, vermijden van kinderporno en openheid gegeven over zijn relatie en sociale contacten.
De straf en maatregel
De rechtbank komt op basis van de rapporten en het strafdossier tot het oordeel dat bij de verdachte sprake is van ernstige stoornissen en eenhoog recidiverisico en dat, teneinde dat risico te verminderen, een intensieve klinische behandeling van verdachte noodzakelijk is. De vraag welke straf en/of maatregel aan verdachte moet worden opgelegd zal de rechtbank hierna bespreken.
Oplegging van de tbs-maatregel
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke vereisten om een tbs-maatregel op te leggen (artikel 37a Sr en verder):
  • verdachte is onderzocht door een psycholoog en een psychiater
  • de rechtbank heeft vastgesteld dat tijdens het begaan van het onder 1 en 4 bewezenverklaarde sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
  • het onder 1 en 4 bewezenverklaarde misdrijven zijn waarop minimaal vier jaar gevangenisstraf staat;
  • de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist die maatregel.
De rechtbank is op basis van de behandeling ter terechtzitting, de inhoud van de Pro Justitia rapportage en de daarin beschreven problematiek en gedragspatronen van verdachte overtuigd geraakt van de noodzaak van een langdurige klinische behandeling van verdachte in het kader van een tbs met voorwaarden om gedragsverandering te bewerkstelligen. Verpleging van overheidswege acht zij thans een brug te ver.
De aard en ernst van de feiten, het hoge recidiverisico, de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen maken de maatregel van tbs met voorwaarden noodzakelijk. De verwachting van de rechtbank is dat het voor verdachte, ondanks zijn motivatie, moeilijk is om zijn gedrag (blijvend) te veranderen gelet op de bij hem vastgestelde stoornissen in combinatie met de lange periode van de bewezenverklaarde feiten en het daardoor ingeslepen gedragspatroon. Dit wordt bevestigd door het gegeven dat verdachte kinderpornografisch materiaal is blijven verzamelen én met een minderjarig meisje heeft afgesproken, terwijl hij onder vrijwillige behandeling bij de Waag stond, er een huiszoeking had plaatsgevonden in zijn woning en hij ervan op de hoogte was dat er een politieonderzoek naar hem liep.
Daarnaast baart het de rechtbank zorgen dat verdachte geen volledige openheid van zaken heeft gegeven over de drijfveren die achter zijn gedrag schuil zijn gegaan. Om daadwerkelijk tot gedragsverandering te komen en recidive in te perken is de rechtbank van oordeel dat het noodzakelijk is om de klinische behandeling van verdachte in een tbs-kader te laten plaatsvinden. Door het opleggen van de tbs-maatregel met voorwaarden kan verdachte vanuit zijn huidige motivatie starten met de behandeling, terwijl tegelijkertijd de externe druk van een tbs-maatregel met dwangverpleging in beeld blijft. Indien verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt, kan immers alsnog een bevel tot dwangverpleging volgen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat aan verdachte wat betreft de onder 1 en 4 bewezen verklaarde feiten tbs met voorwaarden opgelegd dient te worden. De rechtbank merkt op dat in het rapport van de deskundigen Hoefnagel en Van der Meijs staat beschreven dat deze mogelijkheid het meest voor de hand ligt. Voor de te formuleren voorwaarden heeft de rechtbank het reclasseringsrapport van 11 juli 2024 als uitgangspunt genomen. Ter terechtzitting van 30 augustus 2024 heeft verdachte verklaard zijn problematiek aan te willen pakken en bereid te zijn de op te leggen voorwaarden na te leven. De rechtbank zal na te noemen voorwaarden van de reclassering overnemen en voegt daaraan toe het meewerken aan een time-out.
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat het bewezenverklaarde feit onder 4 kan worden aangemerkt als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, zodat de maatregel bij omzetting naar tbs met dwangverpleging langer kan duren dan vier jaar.
Dadelijk uitvoerbaar
Gelet op hetgeen hiervoor is beschreven over de persoon van verdachte en de hoge kans op recidive, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hierna op grond van artikel 38, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en/of het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Oplegging van gevangenisstraf
Zoals onder rubriek 6 is overwogen, oordeelt de rechtbank dat de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. Daar houdt de rechtbank in strafverminderende zin rekening mee, maar het betekent niet dat met oplegging van alleen een maatregel kan worden volstaan. Uit een oogpunt van normbevestiging, vergelding en generale preventie is daarnaast oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.

8.Het beslag

Onder verdachte zijn de voorwerpen in beslag genomen zoals vermeld op de beslaglijst in
bijlage IIIdie aan dit vonnis gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Onttrekking aan het verkeer
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven elektronica, computer en telefoontoestellen (nummers 1 tot en met 13 op de beslaglijst) moeten worden onttrokken aan het verkeer, omdat met betrekking tot deze voorwerpen het onder 1, 2 en 3 bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

9.De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij [slachtoffer] vordert € 10.000,- aan vergoeding van immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder 2 en 4, primair, bewezenverklaarde rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De vordering is niet betwist. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen tot een bedrag van € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank zal in het belang van de benadeelde partij, als extra waarborg voor betaling, de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen.

10.De toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36b, 36c, 36f, 38, 38a, 38d, 57, 240b, 245, 248e van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
ten aanzien van feit 2 en 3:
telkens: door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
ten aanzien van feit 4, primair:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gestelden stelt daarbij de volgende voorwaarden:
- De terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
-
Meldplicht bij reclassering(na afspraak). De terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met de terbeschikkinggestelde opnemen voor de eerste afspraak. De terbeschikkinggestelde zal in de kliniek worden bezocht door zijn toezichthouder.
-
Opname in een zorginstelling. De terbeschikkinggestelde laat zich opnemen in FPK Drenthe of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opnamestart is op dit moment nog niet bekend. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
-
Ambulante behandeling. De terbeschikkinggestelde laat zich, na afloop van de klinische behandeling en indien dit door de reclassering nodig wordt geacht, behandelen door de Waag of een soortgelijke zorgverlener. De behandeling start na afloop van de klinische behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
-
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Indien dit wordt geïndiceerd door de reclassering, verblijft de terbeschikkinggestelde in een nog nader te bepalen in stelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
-
Contactverbod. De terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de slachtoffers in onderhavige strafzaak, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
-
Dagbesteding. De terbeschikkinggestelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
-
Meewerken aan schuldhulpverlening. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
-
Vermijden contact met minderjarigen. De terbeschikkinggestelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de terbeschikkinggestelde dat er een volwassen persoon hierbij aanwezig is. Deze voorwaarden geldt niet voor omgang met zijn eigen dochter.
-
Vermijden kinderporno. De terbeschikkinggestelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De terbeschikkinggestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
 het seksueel getint communiceren met minderjarigen
 het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen
 het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd
De terbeschikkinggestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De terbeschikkinggestelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De terbeschikkinggestelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de terbeschikkinggestelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de terbeschikkinggestelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
-
Andere voorwaarden het gedrag betreffende. De terbeschikkinggestelde geeft openheid over zijn relatie en sociale contacten.
-
Meewerken aan time-out. Indien de terbeschikkinggestelde een opgelegde voorwaarde niet naleeft of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat vereist, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een time-out van de ter beschikking gestelde in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een time-out indiceert zal, nadat deze time-out op vordering van het openbaar ministerie door de rechter-commissaris is bevolen, de terbeschikkinggestelde zich laten opnemen. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken.
Geeft opdracht aan de reclassering de terbeschikkinggestelde bij de naleving van die voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveeltdat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213670, Zwart, merk: Kingston)
2. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213687, Corsair)
3. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213735, SD-Card; sandisk)
4. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213739, SD-card)
5. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213754, Harde schijf)
6. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213764, Hitachi)
7. 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213782, Samsung)
8. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213794, Hasselblad)
9. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022050618-6213795, zwart, merk: IPhone)
10. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6390684, Harddisk)
11. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022050618-6390731, Apple, iPhone)
12. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-6390758, personal)
13. 1 STK Elektronica (Omschrijving: PL1300-2022050618-G6213691 NAS, DISKSTATION/OPSLAG GESEALD KP BESLAG, Synology)
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 10.000,- (tienduizend euro)aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (21 mei 2018) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 10.000,- (tienduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (21 mei 2018) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 85 (vijfentachtig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mr. G. Oldekamp en mr. B.C. Langendoen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Niemeijer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 september 2024.
[...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]
  • [...]