Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 29 september 2024, waarbij de verdachte de keel van het slachtoffer dichtdrukte tijdens een vechtpartij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de keel van het slachtoffer heeft dichtgedrukt, maar sprak hem vrij van de poging tot doodslag omdat er onvoldoende bewijs was voor (voorwaardelijk) opzet op de dood van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat het dichtdrukken van de keel op zichzelf geen aanmerkelijke kans op de dood met zich meebracht, en dat de verdachte handelde uit een situatie van zelfverdediging, maar dat zijn reactie excessief was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 46 dagen, met aftrek van het voorarrest, en de benadeelde partij werd een schadevergoeding van € 200,00 toegewezen voor immateriële schade. De rechtbank overwoog dat de verdachte niet eerder voor een strafbaar feit was veroordeeld en dat de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de impact op het slachtoffer in de strafoplegging zijn meegenomen.