ECLI:NL:RBAMS:2024:821

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
13/680204-15 (2024)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na eerdere veroordeling

Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een terbeschikkinggestelde, geboren in 1987, die momenteel verpleegd wordt in een FPC kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld bij arrest van het gerechtshof te Arnhem op 15 juni 2020. De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van de FPC kliniek, waarin werd geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen. Dit advies is gebaseerd op de diagnose van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken en een stoornis in cannabisgebruik, evenals de risicotaxatie die een laag risico op terugval in gewelddadig en seksueel delictgedrag inschatte.

Tijdens de openbare terechtzitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman en een deskundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks eerdere behandelingen, de terbeschikkinggestelde nog niet over voldoende zelfregulatie en copingvaardigheden beschikt om zelfstandig te functioneren. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen de vordering van de officier van justitie. De rechtbank heeft de beslissing genomen in overeenstemming met artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/680204-15, 23/001891-17
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van
28 november 2023 in de zaak tegen:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
thans verpleegd in [FPC kliniek] ,
die bij arrest van het gerechtshof te Arnhem van 15 juni 2020 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 7 november 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [FPC kliniek] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 4 januari 2024 de officier van justitie, mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. M.A.I. Witlox, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige M.G. de Bruijn, als GZ-psycholoog verbonden aan [FPC kliniek] te Utrecht, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [FPC kliniek] van 7 november 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken en een stoornis in cannabisgebruik. Voorts is sprake van trekken van psychopathie.
Behandelverloop en risicotaxatie
Op 9 mei 2022 wordt betrokkene opgenomen in [FPC kliniek] , in een reguliere leefgroep genaamd [naam leefgroep] . Bij opname toont betrokkene zich in woord en daad gemotiveerd voor de behandeling. Hij start met een goed gevuld behandelprogramma en is trouw in zijn aanwezigheid. Ofschoon betrokkene een redelijk voortvarende start maakt, wat betreft de opstart/invulling van zijn behandelprogramma, en sterk gemotiveerd is voor behandeling c.q. verandering, blijkt al snel dat hij onderliggend kampt met de nodige spanningen en onvrede en zijn verslavingsproblematiek een steeds zwaardere wissel op hem trekt, hetgeen ook meermalen leidt tot terugval in middelengebruik. Betrokkene lijkt de zucht die hij ervaart en zijn gevoelens gaandeweg (eerder) in gesprek te brengen met het behandelingsteam en/of zijn therapeut. Daarbij helpen frequente controles hem de terugvallen in ‘oude’ patronen zo kortdurend als mogelijk te houden. Al is in onderhavige periode ook sprake van onbetrouwbaar gedrag.
Vanaf september 2022 is over het algemeen een positieve ontwikkeling zichtbaar, waarbij betrokkene zich inzet voor (het herstellen van) de samenwerkingsrelatie, verschaft hij meer openheid over zijn belevingswereld en start met verschillende therapieën. Betrokkene is gestart met het opstellen van zijn Positief Levensplan, delictscenario en terugvalpreventieplan en start hij in het najaar van 2023 met schematherapie. Daarbij wordt hij aangemeld voor groepsbehandeling voor plegers van een zedendelict, teneinde meer inzicht te krijgen in de functie, betekenis en toekomstige risico’s inzake de zedendelicten. Op eigen verzoek is betrokkene gestart met deelname aan de verslavingsgroep.
Naast dat het behandelaanbod – in de vorm van onder meer werk, sport, kunstvakken en onderwijs – toeziet op het behoud c.q. versteviging van beschermende structuren, ligt eveneens veel nadruk op het verder ontwikkelen van zijn emotie- en agressieregulatie en daarbij de juiste copingvaardigheden toepassen - waaronder abstinent blijven van middelen.
Een belangrijke motiverende factor voor betrokkene is zijn steunende netwerk, waaronder zijn partner en kinderen. Hoewel betrokkene gemotiveerd is voor abstinentie, is onderhavige periode, overigens conform de verwachtingen op basis van zijn forse verslavingsproblematiek, meermaals sprake van een terugval in (synthetische) cannabis, hetgeen door controles aan het licht komt. In tegenstelling tot voorgaande periode, voegt hij zich deze keren (eind 2022, september 2023) vrijwel direct naar de aanwijzingen van de begeleiders en werkt hij goed mee aan bijvoorbeeld een tijdelijke plaatsing in een prikkelarme kamer, teneinde de noodzakelijke controles uit te voeren. Duidelijk wordt dat wanneer er onrust speelt bij betrokkene, het hem niet lijkt te lukken de juiste copingvaardigheden toe te passen om zijn stress en emoties te verminderen c.q. adequaat te kanaliseren; dientengevolge valt hij terug in middelengebruik (voor een langere periode).
Ondanks voornoemde wordt, gelet op de ingeschatte risico’s, uitbreiding van vrijheden – startend met begeleid verlof – verantwoord geacht. In de risicotaxatie wordt met het oog op het gedwongen kader van de tbs-maatregel, het risico op terugval in gewelddadig en seksueel delictgedrag zowel intramuraal als bij begeleide verloven ingeschat als laag. Naar verwachting zal (het toewerken naar) uitbreiding van zijn verlofmogelijkheden een positieve invloed hebben op behoud van zijn (eerdere) goede behandelmotivatie en daarmee ook op zijn inzet voor de behandeling. Overigens wordt – gegeven onder meer zijn neiging tot directe behoeftebevrediging en verhoogde krenkbaarheid – rekening gehouden met de mogelijkheid dat zijn behandeling zich zal kenmerken door terugkerende ups en downs ten aanzien van zijn inzet c.q. motivatie op momenten van (ervaren) tegenslag en/of onvrede. Op 20 juni 2023 ontvangt de kliniek departementale toestemming voor het verlenen van begeleid verlof aan betrokkene. Indien de tbs-maatregel zou komen te vervallen, wordt het risico op seksueel delictgedrag ingeschat als matig tot hoog en het risico op terugval in gewelddadig gedrag als hoog.
Koers en advies
Gezien het vorenstaande en de reeks aan eerdere (behandel)interventies, met een gering behandelresultaat, in termen van veranderbaarheid van de dynamische risicofactoren c.q. kernproblematiek, wordt ingeschat dat behandeling van betrokkene de nodige tijd in beslag zal nemen. Verwacht wordt dat hij thans over onvoldoende zelfregulatie en adequate copingvaardigheden beschikt om zelfstandig sturing aan zijn leven te geven. Zonder het huidige kader is de inschatting dat betrokkene zal terugvallen in een antisociale levensstijl en het gebruik van middelen, waarbij hij instrumenteel (gewelddadig) gedrag kan gaan inzetten. Wanneer deze leefomstandigheden zich langere tijd voortzetten en er sprake is van langdurige maatschappelijke teloorgang, met inbegrip van middelengebruik, neemt het risico op seksueel delictgedrag ook langzaamaan toe. Gelet op het vorenstaande – rekening houdend met de ‘nog’ noodzakelijk door te maken ontwikkeling dan wel de opbouw en behoud van beschermende structuren teneinde de risico’s aanvaardbaar te verlagen en de nog te nemen stappen – adviseert de kliniek de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van
twee jaren.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
De terbeschikkinggestelde en diens raadsman hebben zich niet verzet tegen toewijzing van de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van
[betrokkene]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. K. Duker, voorzitter,
mrs. A.M. Grüschke en P.B. Spaargaren, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. M.R. Baart en E. Willeboer, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 januari 2024.
.