In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 8 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Leisure International Nederland B.V. (hierna: Leisure) en een gedaagde die een souvenirwinkel exploiteert in het Marriott Hotel aan de Stadhouderskade te Amsterdam. Leisure heeft de huurovereenkomst met de gedaagde opgezegd op grond van dringend eigen gebruik, omdat zij de winkelruimte en de naastgelegen vergaderruimte wil renoveren en de lobby van het hotel wil vergroten. De gedaagde heeft de opzegging betwist en aangevoerd dat er geen noodzaak is voor de beëindiging van de huurovereenkomst, aangezien de gasten geen klachten hebben over de ruimte in de lobby en de winkelruimte gewaardeerd wordt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Leisure voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de winkelruimte dringend nodig heeft voor eigen gebruik en dat de huidige situatie in de lobby niet past bij de luxe uitstraling van het hotel. De rechter heeft geoordeeld dat de belangen van Leisure zwaarder wegen dan die van de gedaagde, die al lange tijd gebruik maakt van de winkelruimte. De kantonrechter heeft bepaald dat de huurovereenkomst per 1 juni 2021 zal eindigen en dat de gedaagde het gehuurde uiterlijk op die datum moet ontruimen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.