ECLI:NL:RBAMS:2024:8155

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
13/359758-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeregeldheden rond de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv en de rol van verdachte in de WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’

Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die betrokken was bij ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv op 7 november 2024. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van hulp bij geweldpleging door deel te nemen aan de WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’ en daarin inlichtingen te verschaffen die tot geweld konden leiden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voorafgaand aan de wedstrijd ongeregeldheden plaatsvonden, die in verband stonden met hooligangeweld en de aanwezigheid van supporters van Maccabi Tel Aviv. De verdachte heeft in de WhatsAppgroep berichten verstuurd waarin hij informatie deelde over de locatie van de beoogde slachtoffers en het gedrag van de politie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen van Joodse komaf en/of aanhangers van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv. De rechtbank achtte het tenlastegelegde medeplegen bewezen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van één maand, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte dat de context van de ongeregeldheden geen rechtvaardiging biedt voor het oproepen tot geweld en dat de verdachte een actieve rol heeft gespeeld in het aanzetten tot geweld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/359758-24
Datum uitspraak: 24 december 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 december 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. M. Al Mansouri en J.M. Pauwelussen (hierna gezamenlijk aangeduid als: de officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. C.J. Nierop, naar voren hebben gebracht.

2.Algemene inleiding onderzoek Marsfit

Op donderdag 7 november 2024 werd in de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam een voetbalwedstrijd gespeeld tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv FC uit Israël. Zowel voorafgaand aan als na afloop van die wedstrijd zijn er rond de ArenA en in de binnenstad van Amsterdam ongeregeldheden ontstaan. Die ongeregeldheden hebben in binnen- en buitenland veel ophef veroorzaakt.
De onrust in de binnenstad van Amsterdam begon al op 6 november 2024, de dag voor de wedstrijd, en is vervolgens steeds verder opgelopen. Deze onrust lijkt te maken hebben gehad met – helaas niet ongebruikelijk – hooligangeweld, met de aanwezigheid en het gedrag van de supporters van Maccabi Tel Aviv in Amsterdam en met het bij een deel van de Nederlandse bevolking levende ongenoegen over de huidige situatie in Israël en Palestina. Naar aanleiding van de ongeregeldheden is de politie, onder leiding van het Openbaar Ministerie, opsporingsonderzoeken gestart. In het kader van het onderzoek genaamd Marsfit zijn diverse personen aangehouden, waaronder de verdachten die op 11 en 12 december 2024 terecht hebben gestaan. Aan hen zijn verschillende strafbare feiten ten laste gelegd, waaronder geweldsfeiten, hulp bij geweldpleging, groepsbelediging, diefstal met geweld en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. De rechtbank heeft tot taak om onpartijdig, onafhankelijk en onbevooroordeeld vast te stellen of de gedragingen van de verdachten zijn aan te merken als strafbare feiten volgens de Nederlandse wetgeving en zo ja, welke straffen daarvoor op zijn plaats zijn.

3.Tenlastelegging

Verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij zich op 8 november 2024 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van hulp bij geweldpleging tegen personen van Joodse komaf en/of met de Israëlische nationaliteit en/of aanhangers van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen en heeft daartoe de relevante bewijsmiddelen opgesomd.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat leden van de WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’ zich schuldig hebben gemaakt aan het plegen van openlijk geweld. Daarnaast hebben de inlichtingen van verdachte niet bijgedragen aan openlijk geweld en is er geen sprake van dubbel opzet. Ten slotte was verdachte niet lijfelijk aanwezig bij het openlijk geweld en heeft hij geen sturende rol gehad.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast. [1]
Voorafgaand aan de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv heeft de politie onderzoek ingesteld in het WhatsAppkanaal ‘Free Palstine’. In dit kanaal werd een link gedeeld naar een WhatsAppgroep genaamd ‘Verzameling’. Verbalisant heeft op 7 november 2024 om 09:52 uur op deze link geklikt en deelgenomen aan de groep ‘Verzameling’ om de berichten in deze groep te kunnen monitoren en lezen. De naam van de groep werd tussen 09:52 uur en 21:13 uur meerdere keren veranderd. Om 21:13 uur werd de naam voor de laatste keer gewijzigd in ‘Buurthuis 2’. Verbalisant heeft de gesprekken in de groep veiliggesteld. [2] De WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’ werd opgericht op 7 november 2024 om 02:49 uur. Op het moment van veiligstellen waren 966 deelnemers aan de groep toegevoegd. [3]
Op 8 november 2024 om 00:14 uur werd in ‘Buurthuis 2’ een video gedeeld door een account genaamd ‘ [naam account] ’. Dit account was gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de politiesystemen bleek dat dit telefoonnummer was gekoppeld aan verdachte. [4] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij de berichten van het account ‘ [naam account] ’ heeft verstuurd. [5]
Een verbalisant heeft de video bekeken. De maker van de video, die niet zichtbaar is, loopt op een man af en roept “Where are you going mister? Where are you going?” Vervolgens komt de maker van de video dichtbij de man staan en is er een geluid te horen dat bij verbalisant bekend is als het geluid dat wordt geproduceerd als een vuistslag met kracht wordt uitgeoefend tegen een hoofd. De man dook hierna ineen. Verbalisant herkent de locatie waar de video is gemaakt als de Paleisstraat in Amsterdam. [6]
Deze video is het eerste bericht van verdachte in ‘Buurthuis 2’. Na het versturen van de video heeft hij de volgende berichten gestuurd:
00:54 uur:
“Groep van damrak loopt ju weg onder begeleiding van politie”
01:03 uur:
“Veel trekken terug naar hotel de laatste lootjes zijn nog buiten”
01:05 uur:
“Damrak zijn nog groep van zeker 40-50 man maar hayack veel politie hier”
01:13 uur:
“Al die joden van de damrak worden vervoerd in busje door politie”
01:14 uur:
“Busje gaat richting damstra T met zeker 5 joden onder begeleiding vn politie”
02:10 uur:
“Houd rekening mee dat ze allemaal rond uur of 5 /6 de deur uitgaan”
02:10 uur:
“Om hun vlucht te halen”
02:20 uur:
Deelt vluchtgegevens vluchten naar Tel Aviv
Daarnaast heeft het volgende gesprek in ‘Buurthuis 2’ plaatsgevonden, waarbij de volgende berichten worden verstuurd:
00:57 uur - gebruiker ‘ [naam 1] ’ stuurt een foto met daarbij het bericht
“Ze lope gewapend kijk uit broeders”
00:57 uur – gebruiker ‘ [naam 2] ’ reageert op dit bericht:
Waar is dit?
00:59 uur – verdachte reageert hierop:
PALLEISSTRAAT
01:00 uur – verdachte:
Achter dammrak
01:01 uur – gebruiker “….” reageert op het bericht van ‘ [naam 1] ’:
Waar is dit?
01:01 uur – verdachte reageert hierop:
Palleistraat
01:01 uur – verdachte:
Achter damrak
Vervolgens stuurt verdachte om 01:02 uur de locatie van de Paleisstraat in Amsterdam door middel van Apple Maps. [7]
De telefoon van verdachte is na zijn aanhouding in beslag genomen en onderzocht. In de telefoon is het volgende WhatsAppgesprek aangetroffen met [betrokkene] :
Op 7 november 2024
03:47 uur – verdachte:
Schat morgen moet je even voorzichtig rijden
03:47 uur – verdachte:
Flinke rellen
03:47 uur – [betrokkene] :
Waar? In de avond?
03:47 uur – verdachte:
Naar werk toe. Omdat Ajax tegen tel aviv gaat spelen
(..)
23:33 uur – verdachte:
Kijk even live camera bij damrak
23:34 uur – [betrokkene] :
Wat gebeurt er dan. Ik zie ze wel allemaal staan. Politie. Maar Ik zie niemand tegenover ze iets doen. Of hebben ze een groepje omcikeld ofzo
23:38 uur – verdachte:
groep vn israel
23:51 uur – [betrokkene] :
Maar er is niet echt actie toch
23:51 uur – verdachte:
Wil je actie zien?(..)
Kan best doorsturen(..)
Verdachte stuurt vervolgens vier filmpjes door waarop rellen te zien zijn.
00:00 uur (8 november 2024) – [betrokkene] :
Wtf. Hoe kom je hier ook echt aan, uit een groepsapp ofzo? Vreselijk dat dit allemaal zo moet gaan. [8]
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij met het versturen van de video en de berichten niet de intentie had om de andere deelnemers in ‘Buurthuis 2’ aan te zetten tot het plegen van geweld. Hij had niet gezien dat er in de groep werd opgeroepen tot geweld. Verdachte had nachtdienst en heeft daarom niet de hele nacht aan de gesprekken in de groep deelgenomen. De volgende ochtend heeft verdachte pas vernomen wat zich die nacht in de stad heeft afgespeeld.
4.3.2.
Juridisch kader
Artikel 141a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) luidt als volgt:
“Hij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft tot het plegen van geweld tegen personen of goederen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.”
Artikel 141a Sr is ingevoerd om te kunnen optreden tegen groepen (voetbal)vandalen die elkaar opzoeken voor een gewelddadig treffen, zonder dat daartegen effectief kan worden opgetreden, aangezien dergelijk treffen vaak kort van tevoren wordt afgesproken. Daarmee zou een doeltreffende aanpak van in het bijzonder voetbalvandalisme worden belemmerd. Met de bepaling wordt voorzien in een generieke strafbepaling en is het niet nodig dergelijk gedrag via de complexere weg van bijvoorbeeld artikel 46a Sr (poging tot uitlokking) aan te pakken. De veronderstelling is dat de strafrechtelijke aanpak (en de kans op veroordeling) van dergelijk gedrag daarmee wordt vereenvoudigd. De bepaling geeft een aanvulling op artikel 46 Sr (voorbereidingshandelingen van een misdrijf) en artikel 141 Sr (openlijke geweldpleging). De geweldpleging hoeft nog niet te zijn begaan. Ook hoeft van fysieke voorbereidingshandelingen nog geen sprake te zijn. [9]
Onder de bestanddelen gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen wordt in ieder geval verstaan het via digitale communicatie bij elkaar oproepen tot een ontmoeting op een bepaalde plaats en tijd en het opzettelijk voorhanden hebben van voorwerpen. Aannemelijk is dat met de bestanddelen gelegenheid, middelen of inlichtingen aansluiting wordt gezocht bij artikel 48 Sr (medeplichtigheid), zij het dat het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen er niet primair toe strekt om te bewegen tot het plegen van geweld. Het gaat erom dat met het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen iemand op het kwade pad kan worden gebracht. [10]
4.3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op grond bovengenoemde bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen van Joodse komaf en/of aanhangers van de Israëlische voetbalclub Tel Aviv. Hij heeft in ‘Buurthuis 2’ een video gedeeld waarin geweld wordt gepleegd tegen een persoon in de Paleisstraat in Amsterdam. Hij heeft informatie verschaft over waar “die Joden” zich bevonden, door onder andere te zeggen dat bij het Damrak nog een groep was van “zeker 40-50 man”, dat “al die Joden van het Damrak worden vervoerd door de politie” en dat het busje richting de Damstraat ging “met zeker vijf Joden”. Daarnaast moesten de deelnemers in de groep er rekening mee houden dat “ze allemaal rond een uur of 5/6 de deur uitgaan om hun vlucht te halen”, waarna verdachte vluchtgegevens deelde van vluchten naar Tel Aviv. Toen een deelnemer in de groep een foto stuurde met de tekst “Ze lope gewapend kijk uit broeders” en andere deelnemers vervolgens vroegen waar die foto was gemaakt, stuurde verdachte dat het om de Paleisstraat ging, waarna hij de locatie stuurde via Apple Maps.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat deze informatie-uitwisseling tot openlijke geweldpleging zou kunnen leiden. Zoals hiervoor al is overwogen is voor een bewezenverklaring niet vereist dat naar aanleiding van de berichten daadwerkelijk geweld heeft plaatsgevonden. Uit de omstandigheid dat verdachte de video heeft doorgestuurd waarop is te zien dat geweld wordt gepleegd tegen een man in de Paleisstraat, blijkt dat verdachte wist dat het in ‘Buurthuis 2’ ging over het plegen van geweld. Bovendien volgt uit de WhatsAppgesprekken met [betrokkene] dat verdachte wist wat zich op dat moment in de binnenstad afspeelde. Verdachte stuurde immers om op 7 november 2024 om 23:33 uur dat [betrokkene] moest kijken naar de live camera op het Damrak, dat het om de “groep van Israël ging” en vervolgens stuurde hij vier filmpjes door waarop rellen te zien waren.
Verdachte heeft door op de hiervoor beschreven wijze deel te nemen aan de WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’ nauw en bewust samengewerkt met de andere deelnemers. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het feit kan worden bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 8 november 2024 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen door deel te nemen aan de Whatsappgroep 'Buurthuis 2' en berichten te sturen/verzenden waarin hij, verdachte, - zakelijk weergegeven -
- een video deelt waarin de maker van de video op een persoon afloopt, die persoon aanspreekt en (vervolgens) die persoon een (vuist)slag en/of klap geeft,
- informatie verschaft over: waar de beoogde slachtoffers zich bevinden, hoeveel politie er op dat moment ter plaatse is, dat 'die Joden' worden vervoerd door politie en waar 'die Joden' vermoedelijk heen worden vervoerd door politie,
- de tijdstippen deelt dat 'ze' vermoedelijk allemaal de deur uitgaan om hun vlucht te halen en
- de vluchtgegevens van een vlucht naar Tel Aviv deelt
ten behoeve van het (gezamenlijk) plegen van geweld en/of mishandelingen gericht tegen personen van Joodse komaf en/of aanhangers van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv.

6.Strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf van 120 uur.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de telefoon van verdachte is onderzocht zonder dat daarvoor de juiste machtigingen en bevelen zijn gegeven. Het onderzoek aan de telefoon van verdachte is daarmee onrechtmatig. Dit betreft een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv en dit moet leiden tot strafvermindering.
Verder heeft de verdediging aangevoerd dat voor openlijke geweldpleging doorgaans taakstraffen worden opgelegd en dat in deze zaak sprake is van medeplichtigheid. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de omstandigheden dat het recidiverisico laag en is dat verdachte mantelzorger is voor zijn moeder. Volgens de verdediging is er geen reden om een langere straf op te leggen de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
Algemene overweging
Zowel voor als na de wedstrijd van Ajax tegen Maccabi Tel Aviv hebben op diverse locaties in Amsterdam ernstige ongeregeldheden plaatsgevonden, waaronder de belaging en mishandeling van aanhangers van deze Israëlische voetbalclub. Naast deze publieke ongeregeldheden, zijn in een grote WhatsAppgroep van meer dan 900 leden (bekend als de Buurthuis2groep) beledigende teksten geuit over Joden en werd er opgeroepen tot geweld tegen Maccabi-supporters. Er zijn veel camerabeelden beschikbaar waaruit blijkt dat Maccabi-supporters werden geconfronteerd met grof geweld. Ook blijkt uit beelden dat er Palestijnse vlaggen door Maccabi-aanhangers van gevels zijn gescheurd en dat er beledigende leuzen en liederen werden gescandeerd gericht tegen ‘Arabieren’. Dit lijkt de al bestaande boosheid en frustratie over de huidige situatie in Israël en Palestina te hebben aangewakkerd.
Al deze elementen tezamen lijken er toe te hebben bijgedragen dat op ongekende wijze de vlam in de pan is geslagen. De gebeurtenissen hebben in binnen- en buitenland dan ook een grote schok teweeggebracht.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de verdenkingen uiteraard oog voor de context waarin de feiten zich hebben afgespeeld, maar benadrukt dat deze context geen enkele rechtvaardiging biedt voor het oproepen tot en gebruiken van fysiek geweld tegen de Israëlische supporters die te gast waren in Amsterdam voor een voetbalwedstrijd. Evenmin rechtvaardigt het de beledigingen die zijn geuit.
Naast de gewelddadigheden van de groep waar de verdachte al dan niet aan heeft bijgedragen heeft de rechtbank ook gekeken naar de specifieke rol die een bepaalde verdachte heeft gehad ten aanzien van het geweld en of hij daarbij behulpzaam is geweest.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan hulp bij geweldpleging door deel te nemen aan de WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’ en daarin inlichtingen te verschaffen tot het plegen van geweld. Verdachte heeft in die WhatsAppgroep onder andere een video gedeeld waarin geweld tegen een persoon wordt gebruikt en informatie gedeeld over waar de beoogde slachtoffers (“die Joden”) zich bevonden. Verder heeft hij de gegevens van vluchten naar Tel Aviv gedeeld en gezegd dat de deelnemers van de groep er rekening mee moesten houden dat de beoogde slachtoffers allemaal rond 5/6 uur de deur uit zouden gaan om hun vlucht te halen. De rechtbank neemt verdachte kwalijk dat hij met zijn berichten bewust heeft bijgedragen aan het verhogen van (mogelijk) gevaarzettend gedrag jegens de (beoogde) slachtoffers.
Geen vormverzuim
Het verweer met betrekking tot het vormverzuim van de verdediging gaat naar het oordeel van de rechtbank niet op. Op de zitting heeft de officier van justitie de machtiging van de rechter-commissaris tot het opnemen van de (tele)communicatie en het verstrekken van verkeersgegevens met betrekking tot de telefoon van verdachte overgelegd. Het onderzoek in de telefoon van verdachte is daarmee rechtmatig.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 6 december 2024. Hieruit blijkt dat hij in 2022 is veroordeeld voor mishandeling. Deze veroordeling heeft hem er niet van weerhouden dit feit te plegen.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 4 december 2024. Het risico op herhaling wordt als laag ingeschat. De reclassering vindt dat interventies en toezicht niet nodig zijn en adviseert om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Discriminatoir aspect
De rechtbank kan niet vaststellen wat het motief van verdachte was om te handelen zoals hij gedaan heeft. De rechtbank kan dus ook niet vaststellen of discriminatie ten grondslag lag aan zijn handelen en zal dat daarom niet meewegen als strafverzwarende omstandigheid
.
Strafoplegging
De rechtbank overweegt dat voor soortgelijke feiten doorgaans taakstraffen worden opgelegd. Gelet op de ernst van het feit en de context waarin het feit zich heeft afgespeeld, zoals hierboven weergegeven, is de rechtbank echter van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van één maand met aftrek van voorarrest passend en geboden is. Anders dan de officier van justitie heeft geëist duurt de gevangenisstraf daarmee langer dan het voorarrest. De rechtbank vindt dat passen bij de ernst van de zaak, waarbij gericht locaties zijn doorgegeven om geweld tegen Maccabi-supporters mogelijk te maken.

9.Beslag

Onder verdachte is een iPhone (goednummer [nummer] ) in beslag genomen. Nu met behulp van dit voorwerp het bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47 en 141a van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk middelen en inlichtingen verschaffen tot het plegen van geweld tegen personen of goederen;
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
1 (één) maand.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd: de iPhone met goednummer [nummer] .
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Berkhout, voorzitter,
mrs. G. Oldekamp en M. Vaandrager, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. van Gerven, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 december 2024.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen
2.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20156544, p. 17 t/m 19, pv vgl.
3.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20171329,. p. 14 (onderste alinea) en 15 pv vgl (onder kopje ‘Oprichter’).
4.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20160497, p. 8 (midden) en 11 pv vgl.
5.Verklaring van verdachte op de zitting van 12 december 2024, zoals neergelegd in het proces-verbaal van die zitting.
6.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20160497, p. 8 pv vgl (midden).
7.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20160497, p. 9 en 10 pv vgl.
8.PV bevindingen met nummer 2024269337, code 20174580, p. 8 t/m 11 nazending.
9.Ten Voorde, in:
10.Ten Voorde, in: