Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Algemene inleiding onderzoek Marsfit
3.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
4.Vormverzuim
“Ze moeten worden opgespoord. Ze moeten worden vervolgd. Ze moeten een zo zwaar mogelijke straf krijgen. Daarna moeten we, als ze een dubbele nationaliteit hebben, hun paspoort afpakken en ze zo snel mogelijk als het kan ons land uitknikkeren. Als ik daarbij mag helpen, doe ik dat graag.”Met deze uitlatingen heeft Wilders zich indirect uitgelaten over de schuld van de verdachten. Ook heeft Wilders zich concreet bemoeid met de tenlasteleggingen. Toen de hoofdofficier van justitie stelde dat geen sprake was van een terroristisch oogmerk, tweette Wilders :
“Angst om door te pakken. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Zwak OM”.De uitspraken van Kamerlid Wilders leveren een ongeoorloofde inbreuk op op het vermoeden van onschuld (artikel 6 lid 2 EVRM) en op het recht op een eerlijke behandeling door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht als bedoeld in artikel 6, lid 1 EVRM. Volgens de verdediging is daarom sprake van een vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank moet hier in strafmatigende zin rekening mee houden.
5.Waardering van het bewijs
6.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
- op onbekend gebleven personen is afgerend en vervolgens een vliegende trap heeft gegeven waarna een onbekend gebleven persoon tegen een voorbijrijdende tram valt en
- een onbekend gebleven persoon die op de grond ligt heeft geschopt en
- een onbekend gebleven persoon vier keer tegen het lichaam en tegen het hoofd heeft geslagen en
- vervolgens deze persoon op zijn rug heeft getrapt en
- twee onbekend gebleven personen die staan en/of op de grond liggen heeft getrapt en
- een onbekend gebleven persoon op zijn hoofd heeft geslagen.
7.Strafbaarheid van het feit
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
10.Vorderingen van de benadeelde partijen
bijlage IIIdie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
6 (zes) maanden.