4.3.1.Feit 1: openlijke geweldpleging
De rechtbank is van oordeel dat verdachte samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen goederen en een politieambtenaar. Hierbij gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
4.3.1.1.
Feiten en omstandigheden
Verbalisant T360 was, onder andere met verbalisant aml16645, op 7 november 2024 op het Anton de Komplein in Amsterdam bij een demonstratie tegen de voetbalwedstrijd van Ajax tegen Maccabi Tel Aviv. Er was een grote groep mensen op het Anton de Komplein en verbalisant merkte dat de sfeer grimmig was. Op een gegeven moment begon de groep over de Bijlmerdreef te lopen en ging het Bijlmerplein op, een winkelgebied. Halverwege het Bijlmerplein werd de groep gestuit door de Mobiele Eenheid (ME). Een groot gedeelte van de groep rende terug richting het Anton de Komplein. Voor één van de winkels stonden paspoppen. Deze paspoppen werden omvergelopen en de winkel ingegooid. Uiteindelijk liep de grote groep weer terug naar het Anton de Komplein.
Even later ging de groep weer richting de ArenA. Tijdens het lopen werd er door verschillende jongens meermaals vuurwerk afgestoken. De groep ging vervolgens het Ganzenhoefpad op in de richting van de ArenA. Verbalisant zag dat verschillende personen stenen van de grond pakten en deze richting de bus van de ME gooiden. Verbalisant zag en hoorde dat meerdere stenen de bus raakten. Het grootste gedeelte van de groep is vervolgens via het Ganzenhoefpad teruggelopen richting het Anton de Komplein. Onderweg werd zwaar vuurwerk afgestoken en meerdere jongens hebben stenen gegooid naar ME-busjes en andere politie-eenheden. Ook werd er een steen gegooid naar een passerende motorrijder van de politie.
Op het moment dat de groep het Ganzenhoefpad opging in de richting van de ArenA, zag verbalisant aml16645 dat een persoon (NN1) een aantal stenen van de grond pakte en twee stenen richting de bus van de ME gooide. Eén van deze stenen raakte de bus. Na het gooien rende NN1 direct weg in de richting van de Bijlmerdreef. Verbalisant is hierna ook teruggegaan naar de Bijlmerdreef, waarna verbalisant aml16645 NN1 weer zag lopen. Verbalisant herkende de man onmiddellijk als dezelfde persoon die de twee stenen had gegooid en heeft vervolgens een foto van NN1 gemaakt.Op 8 november 2024 om 01:30 uur zagen verbalisanten [verbalisant] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] bij het Centraal Station van Amsterdam een persoon die volledig voldeed aan het opgegeven signalement en de getoonde foto van NN1. Deze verbalisanten houden verdachte hier op aan.
Bij het verhoor bij de rechter-commissaris heeft verbalisant aml16645 verklaard dat hij duidelijk zag dat NN1 twee stenen gooide en dat hij op dat moment op twee tot drie meter afstand van NN1 stond.
4.3.1.2.
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij op 7 november 2024 aanwezig was rondom station Bijlmer ArenA en de Johan Cruyff ArenA en dat hij zichzelf herkent op de foto van NN1 van verbalisant aml16645.Verdachte ontkent dat hij stenen heeft gegooid.
4.3.1.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het plegen van openlijk geweld niet vereist is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle onderdelen van de tenlastelegging. Van openlijk geweld is sprake indien de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het toegepaste geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van fysiek gewelddadige aard hoeft te zijn. Er moet sprake zijn van gedragingen die het geweld hebben bevorderd. Beoordeeld moet worden of de door de verdachte geleverde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte twee stenen heeft gegooid richting de ME-bus. Verbalisant aml16645 heeft verklaard dat hij op twee tot drie meter aftstand van NN1 stond en duidelijk zag dat verdachte de twee stenen gooide. Bovendien heeft verdachte zichzelf herkend op de foto die verbalisant aml16645 van NN1 heeft gemaakt.
Op grond de in paragraaf 4.3.1.1 genoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte de groep niet alleen getalsmatig heeft versterkt, maar dat hij door de stenen te gooien opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd. De rechtbank komt tot de conclusie dat feit 1 kan worden bewezen, met dien verstande dat verdachte partieel zal worden vrijgesproken van de gedragingen die ten laste zijn gelegd onder het eerste en tweede gedachtestreepje, te weten - kort gezegd - het zich begeven en verplaatsen in de groep en het schreeuwen van leuzen, nu deze gedragingen in een te ver verwijderd verband staan van de bewezenverklaarde geweldshandelingen.
4.3.2.Feit 2: het medeplegen van hulp bij geweldpleging
4.3.2.1.
Feiten en omstandigheden
Na de aanhouding van verdachte is zijn telefoon in beslag genomen en onderzocht. In de telefoon zijn (Snap)chatgesprekken aangetroffen.Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij de persoon is die de uitgaande berichten in de chats heeft verstuurd.Hieronder worden de relevante berichten uit de chatgesprekken weergeven, waarbij de rechtbank de uitgaande berichten aan verdachte heeft toegeschreven.
Snapchatgroep met meerdere deelnemers op 7 november 2024
13:04 uur - iemand schrijft:
Kk Israel
13:06 uur - iemand schrijft:
wakka daarheen met paar bommen
13:07 uur – verdachte schrijft:
Cobra 6jes
(..)
13:07 uur – iemand schrijft:
Zit in n groep met 2k man erin die ook allemaal gaan tegen die hooligans matten
(..)
13:08 uur – iemand schrijft:
Heeft iemand cobras?
13:08 uur – verdachte schrijft:
Heb nog 1 pak voor vanavond
13:08 uur – iemand schrijft:
Sii neem mee
13:08 uur – verdachte schrijft:
Sii
13:08 uur- iemand schrijft:
Die gaan midden in die hooligans gegooid worden
(..)
13:09 uur – verdachte schrijft:
Bitje in en raggen
(..)
13:10 uur – iemand schrijft:
Vanavond pas gaat iedereen
13:10 uur – verdachte schrijft:
Je word 1 mans gwn gebald
13:10 uur – verdachte schrijft:
Door die gasten
(..)
13:10 uur – iemand schrijft:
Ik heb er al een paar gezien net
13:10 uur – iemand schrijft:
Maar wat zijn dit
13:10 uur – iemand schrijft:
voetbal hoolifans ofzo
(..)
13:10 uur – verdachte schrijft:
Ook soldaten
13:10 uur – iemand schrijft:
soldaten?
13:10 uur – iemand schrijft:
Vanavond speelt Ajax tegen israel club
(..)
13:11 uur – iemand schrijft:
Ja die idf soldaten uit israel zijn ook hier
13:11 uur – verdachte schrijft:
Jaman
13:11 uur – iemand schrijft:
broer daar moet je gewn met vrachtwagen op in rijden
(..)
13:12 uur – iemand schrijft:
broer wakka we kidnappen eentje gewoon stiekem
13:12 uur – iemand schrijft:
pakken we m in een steeg
13:12 uur – iemand schrijft:
stok in ze kont
13:12 uur – iemand schrijft:
en filmen
13:12 uur – iemand schrijft:
krijg je dan tbs?
13:12 uur – verdachte schrijft:
denk het wel
(..)
13:15 uur – iemand schrijft:
Bivak mee en alleen zwart aan
(..)
16:04 uur – iemand schrijft:
So2 is mensen aan t vegen in dammie zodat ze minder chaos hebben bij arena
16:04 uur – iemand schrijft:
dus niemand te vroeg vaan
16:04 uur – iemand schrijft:
Gaan
16:04 uur – iemand schrijft:
pas om 5-6
Chat met een onbekend gebleven persoon op 7 november 2024
11:48 uur – iemand schrijft:
Ga je mee naar star vanavond
11:48 uur – iemand schrijft:
Stad
11:48 uur – iemand schrijft:
Wordt wss wel heftig
11:48 uur – iemand schrijft:
Dus neem bitje mee
11:48 uur – verdachte schrijft:
Ja man
11:49 uur – iemand schrijft:
Heb je extra bivak of iets voor gezicht?
11:49 uur – verdachte schrijft:
Ga kijken
11:49 uur – iemand schrijft:
Lame weten
11:49 uur – verdachte schrijft:
Waar verzamelen
4.3.2.2.
Juridisch kader
Artikel 141a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) luidt als volgt:
“Hij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft tot het plegen van geweld tegen personen of goederen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.”
Artikel 141a Sr is ingevoerd om te kunnen optreden tegen groepen (voetbal)vandalen die elkaar opzoeken voor een gewelddadig treffen, zonder dat daartegen effectief kan worden opgetreden, aangezien dergelijk treffen vaak kort van tevoren wordt afgesproken. Daarmee zou een doeltreffende aanpak van in het bijzonder voetbalvandalisme worden belemmerd. Met de bepaling wordt voorzien in een generieke strafbepaling en is het niet nodig dergelijk gedrag via de complexere weg van bijvoorbeeld artikel 46a Sr (poging tot uitlokking) aan te pakken. De veronderstelling is dat de strafrechtelijke aanpak (en de kans op veroordeling) van dergelijk gedrag daarmee wordt vereenvoudigd. De bepaling geeft een aanvulling op art. 46 Sr (voorbereidingshandelingen van een misdrijf) en 141 Sr (openlijke geweldpleging). De geweldpleging hoeft nog niet te zijn begaan. Ook hoeft van fysieke voorbereidingshandelingen nog geen sprake te zijn.
Onder de bestanddelen gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen wordt in ieder geval verstaan het via digitale communicatie bij elkaar oproepen tot een ontmoeting op een bepaalde plaats en tijd en het opzettelijk voorhanden hebben van voorwerpen. Aannemelijk is dat met de bestanddelen gelegenheid, middelen of inlichtingen aansluiting wordt gezocht bij artikel 48 Sr (medeplichtigheid), zij het dat het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen er niet primair toe strekt om te bewegen tot het plegen van geweld. Het gaat erom dat met het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen iemand op het kwade pad kan worden gebracht.
4.3.2.3.
Oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van de chatberichten en de context waarin de gesprekken hebben plaatsgevonden, zoals hierboven weergegeven, stelt de rechtbank vast dat in de chats wordt opgeroepen tot samenkomst en geweldpleging tegen de supporters van Maccabi Tel Aviv. Zo wordt in de Snapchatgroep gezegd dat de cobra’s “midden in die hooligans gegooid worden”, dat iemand in een ( de rechtbank begrijpt: andere app-) groep zit die ook allemaal gaan matten tegen die hooligans, dat Ajax vanavond tegen een club uit Israël speelt en dat men pas om 5 of 6 uur moet gaan.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte opzettelijk middelen en inlichtingen verschaft tot het plegen van geweld tegen supporters van Maccabi Tel Aviv en overweegt daartoe als volgt. Op de vraag in of iemand cobra’s had, antwoordde verdachte dat hij één pak zou meenemen. Hij heeft andere personen in de Snapchatgroep opgewekt om geweld te plegen door te zeggen “bitje in en raggen” en hen gewaarschuwd dat zij niet in hun eentje moeten gaan, anders worden ze “1 mans gwn gebald door die gasten”. Op de vraag of het voetbalhoolifans zijn (de rechtbank begrijpt: voetbalhooligans), bevestigt verdachte een opmerking van iemand anders dat ‘die idf-soldaten uit Israël ook hier zijn ‘ In de andere chat heeft verdachte gezegd dat hij ging kijken naar een extra bivakmuts of iets voor het gezicht en vervolgens vroeg hij waar ze zouden verzamelen. Anders dan de raadsman heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat deze informatie-uitwisseling tot openlijke geweldpleging zou kunnen leiden. Er wordt immers besproken dat er geweld tegen de supporters van Maccabi Tel Aviv zal worden gebruikt. Zoals hiervoor al wordt overwogen is voor een bewezenverklaring niet vereist dat naar aanleiding van de berichten daadwerkelijk geweld heeft plaatsgevonden.
Verdachte heeft door op de hiervoor beschreven wijze deel te nemen aan de chatgesprekken nauw en bewust samengewerkt met de andere deelnemers van de chatgesprekken. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat feit 2 kan worden bewezen. Verdachte zal partieel worden vrijgesproken van het onderdeel dat in de chat wordt gesproken over “kk zionisten”, “matten”, "kk joden", "kkr joden zijn met kkr veel", "alleen maar joden", nu deze uitspraken niet kunnen worden gekwalificeerd als gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van geweld.
4.3.2.4.
Geen eendaadse samenloop
Van eendaadse samenloop is sprake wanneer hetzelfde feit door de omstandigheden waaronder het wordt gepleegd, tevens een ander strafbaar feit oplevert. Daarbij wordt zowel gekeken naar de feitelijke gedragingen als de juridische aard van de gedragingen. Nu de onder feit 1 bewezenverklaarde openlijke geweldpleging was gericht tegen goederen en een politieambtenaar en de onder feit 2 bewezenverklaarde hulp bij geweldpleging was gericht tegen de aanhangers van Maccabi Tel Aviv, is het naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van eendaadse samenloop. Het zijn feitelijk verschillende gedragingen en de strekking van de strafbepalingen verschillen ook wezenlijk van elkaar. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.