ECLI:NL:RBAMS:2024:8091

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
C/13/757057 / KG ZA 24-808
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op uitzending van documentaire over de zaak van [gedaagde] en de gevolgen van beschuldigingen van seksueel misbruik

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 november 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Submarine B.V. en [gedaagde], die in de Verenigde Staten gedetineerd is. De zaak draait om de uitzending van een documentaire over [gedaagde], die beschuldigingen van seksueel misbruik en betrokkenheid bij een dubbele moord behandelt. De voorzieningenrechter heeft eerder een verbod opgelegd aan Submarine om aflevering 5 van de documentaire uit te zenden, omdat er onvoldoende gelegenheid was geboden voor wederhoor en de beschuldigingen niet op een zorgvuldige manier waren gepresenteerd. In het huidige kort geding vordert Submarine dat het verbod wordt opgeheven, omdat er nieuwe feiten zijn en de aflevering is aangepast. De rechter heeft geoordeeld dat Submarine voldoende gelegenheid heeft geboden voor wederhoor en dat de aanpassingen aan de aflevering voldoende zijn om de belangen van [gedaagde] te waarborgen. De rechter heeft het verzoek van Submarine toegewezen en het verbod op de uitzending van aflevering 5 opgeheven, terwijl het eerdere verbod op het verwijzen naar seksueel misbruik en drugshandel in promotiemateriaal van kracht blijft. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Submarine.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/757057 / KG ZA 24-808 EAM/LO
Vonnis in kort geding van 28 november 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUBMARINE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 3 oktober 2024,
advocaten mr. Chr.A. Alberdingk Thijm en mr. N.S.G. de Bruijn te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
gedetineerd te [woonplaats] (Verenigde Staten), voor deze zaak domicilie kiezend te Amsterdam, ten kantore van zijn gemachtigde, mr. M. Ellens,
gedaagde,
advocaat mr. R.S. Imamkhan te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Submarine en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 14 november 2024 heeft Submarine de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van Submarine: [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] met mr. Alberdingk Thijm en mr. De Bruijn;
aan de kant van [gedaagde] : zijn zuster met mr. Imamkhan en mr. M. Ellens, gemachtigde.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] , geboren op [geboortedatum] 1944, is een Surinaamse Nederlander, die tot 1969 in Nederland heeft gestudeerd en gewoond.
2.2.
Submarine is een productiebedrijf dat onder meer speelfilms en documentaires ontwikkelt.
2.3.
In 1969 is [gedaagde] met zijn gezin, dat toen bestond uit hemzelf, zijn vrouw [naam 4] , zijn zoon en stiefdochter [naam 5] , naar Suriname verhuisd en in 1971 naar de Verenigde Staten, waar familie van zijn vrouw woonde.
2.4.
In 1981 heeft de stiefdochter aangifte gedaan van seksueel misbruik door [gedaagde] . De nicht van [naam 5] , [naam 6] , heeft een getuigenverklaring afgelegd en heeft gemeld dat [gedaagde] ook haar heeft aangerand. [gedaagde] heeft seksueel misbruik altijd ontkend.
2.5.
In augustus 1983 zijn de vrouw en stiefdochter van [gedaagde] vermoord, toen [gedaagde] op een meerdaagse jachttrip was met zijn zoon.
2.6.
Op 10 april 1984 is [gedaagde] aangehouden op verdenking van de moorden. Hij is toen tijdens een hoorzitting vrijgesproken van de aanklacht ‘moord’. Op de nadere aanklacht ‘huurmoord’ is [gedaagde] opnieuw aangehouden, voordat hij de gevangenis kon verlaten. Hij is daarvoor uiteindelijk veroordeeld tot (in totaal) 56 jaar gevangenisstraf en zit nog steeds vast in een gevangenis in de Verenigde Staten. [gedaagde] heeft enige betrokkenheid bij de moorden altijd ontkend.
2.7.
Aan de basis van de veroordeling van [gedaagde] lag onder meer ten grondslag een getuigenverklaring van [naam 7] . Deze heeft later gezegd een valse verklaring te hebben afgelegd, in ruil voor bepaalde privileges, en bleek een goede bekende te zijn van de in de zaak van [gedaagde] dienstdoende officier van justitie. Tegen die achtergrond is een herzieningsprocedure gestart. Omdat hij inmiddels was overleden, kon [naam 7] in die procedure niet meer worden gehoord. De veroordeling van [gedaagde] is blijven staan.
2.8.
In 1988 heeft het Amerikaanse tijdschrift True Detective een artikel gewijd aan de zaak [gedaagde] . Daarin is ook [naam 5] ’s aangifte van seksueel misbruik genoemd.
2.9.
In 2000 is het gestelde seksueel misbruik door [gedaagde] aan de orde geweest in de herzieningsprocedure (
parole hearing). In één van de transcripten van die zittingen staat daarover onder meer:
“lt is now that the prosecutor has come up with this new alternate theory that [naam 5] was the target in actuality due to an ongoing sexual molestation between the Defendant and [naam 5] . The prosecutors sets out an incredible list of sexual activity beginning when [naam 5] was 11 years old and continuing for many years. The prosecutor wants to introduce the fact that [naam 5] and her mother, [naam 4] went to the Ontario Police on September 19, 1981 and made statements to Officer [naam 9] about Defendants molestation. The prosecution wants to use Evidence Code [nummer 1] and [nummer 2] to prove up that this was the motive for the murders. However, the time frame is almost two years from the police report and murders as to make the theory too remote in time to stand scrutiny.”
2.10.
Sinds 2011 krijgt [gedaagde] vanuit Nederland ondersteuning van de stichting PrisonLaw, in de persoon van de advocaat mr. Rachel Imamkhan. PrisonLaw biedt ondersteuning aan Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn, bijvoorbeeld door bij te dragen aan goede juridische bijstand en betrokkenheid van de Nederlandse Staat, ook om Nederlandse onderdanen die in slechte omstandigheden in buitenlandse gevangenissen verblijven, naar Nederland over te brengen. De Amerikaanse advocaat van [gedaagde] is Keith Chandler.
2.11.
Aan de gevangenschap van [gedaagde] in de Verenigde Staten zijn in 2015 en 2017 artikelen in de Volkskrant gewijd.
2.12.
Imamkhan en [naam 8] van Submarine zijn met elkaar in contact gekomen en hebben de mogelijkheid besproken om een documentaire te maken over [gedaagde] . [naam 8] is in dat verband ook bij [gedaagde] op bezoek geweest.
2.13.
Op 20 oktober 2016 is een Samenwerkingsoverkomst tot stand gekomen tussen Submarine en Imamkhan (als medewerkster van PrisonLaw). Daarin staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
OVERWEGENDE DAT:
- Submarine een film en/of televisieserie wenst te vervaardigen over het leven van dhr. [gedaagde] ('de Film');
- Rachel Imamkhan de advocate is voor dhr [gedaagde] ;
- Dhr. [gedaagde] zijn medewerking wenst te verlenen aan de Film en de exclusieve verfilmingsrechten op zijn levensverhaal over te dragen aan Submarine;
- Rachel Imamkhan haar m.b.t. de zaak van dhr [gedaagde] exclusieve medewerking wenst te verlenen aan de Film;
- Partijen hun wederzijdse rechten en plichten wensen vast te leggen in deze overeenkomst;
ZIJN PARTIJEN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

1.Film-Opnamen

1.1
Imamkhan is bekend en akkoord met het feit dat Submarine het levensverhaal van de heer [gedaagde] verfilmt inclusief het aandeel van Imamkhan hierin.
1.2
De Film zal in principe een lengte hebben van ± 70’-85' minuten; daarnaast is Submarine gerechtigd een serie te vervaardigen. In financieringsfase zal in overleg met omroepen en fondsen worden besloten of het om een serie en/of een film gaat.
1.3
De beeld- en geluidsopnamen t.b.v. de Film zullen plaatsvinden vanaf 15 oktober 2016.
1.4
Imamkhan zal in overleg en redelijkheid haar medewerking verlenen aan de Opnamen.
(…)
3. Inzage in de Film
Imamkhan heeft het recht vlak voordat de montage van de Film definitief voltooid wordt, (de 'off-line’ versie voordat het beeld 'op slot' gaat) de Film te bekijken. De inhoud van de Film staat op dat moment in principe vast; alleen de ondertitels, kleurcorrectie en geluidsmix worden daarna nog gedaan. Uitsluitend indien Imamkhan alsdan feitelijke onjuistheden constateert zullen deze - in overleg met de regisseur - worden verwijderd. Voor de goede orde: Imamkhan heeft geen inspraak m.b.t. in de in Film opgenomen interviews met derden c.q. door derden gedane uitspraken.
(…)
5. Geheimhoudingsplicht
Submarine zal strikte geheimhouding in acht nemen omtrent al hetgeen Submarine in verband met de (Opnamen t.b.v.) de Film bekend is geworden en waarvan Submarine het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden.”
2.14.
In een persbericht van 17 juli 2017 (per e-mail toegestuurd aan PrisonLaw) heeft Submarine het volgende geschreven:
“(…)
Producent Submarine en omroep [naam omroepvereniging] werken al langere tijd aan een documentaire over de zaak [gedaagde] , die draait om de mogelijk onterechte gevangenschap van de 72-jarige Surinaamse Nederlander [gedaagde] . Hij zit al sinds 1986 in een Californische gevangenis vast. Afgelopen zaterdag 15 juli besteedde de Volkskrant een groot artikel aan [gedaagde] .
‘De zaak [gedaagde] ’ (werktitel) gaat over de zoektocht naar de waarheid rond de veroordeling van [gedaagde] tot 56 jaar gevangenschap voor de moord op zijn destijds 47-jarige vrouw en zijn stiefdochter. We volgen de Nederlandse advocate Rachel Imamkhan, werkzaam voor PrisonLAW, een organisatie die gedetineerden in het buitenland bijstaat. Zij heeft de zaak sinds 2011 in onderzoek. De documentaire is daarmee de eerste Nederlandse true crime serie: de kijker wordt meegenomen in het lopende onderzoek om uiteindelijk zelf te oordelen of [gedaagde] terecht of onterecht veroordeeld is, en om antwoord te geven op de vraag of hij zijn laatste levensjaren wel of niet in vrijheid kan doorbrengen.
Producent [naam 8] van Submarine: ‘De zaak [gedaagde] is een complex en aangrijpend verhaal. Het toont een tragisch familiedrama, maar is tegelijkertijd ook een verhaal over corruptie van politie, het criminele milieu in L.A. en een falend Amerikaans rechtssysteem.’
De documentaire wordt geregisseerd door [naam 2] (Via Genova, Droomland Amerika, De jacht op de match).
‘De zaak [gedaagde] ’ is een coproductie van Submarine en [naam omroepvereniging] en zal later te zien zijn op NPO 2.”
2.15.
Op 3 augustus 2018 heeft Submarine ( [naam 8] ) aan de zus van [gedaagde] (met Imamkhan in de cc) het volgende gemaild:
“Een ding staat voorop, onze hoofdvraag of hij onschuldig vast zit voor de moord op zijn vrouw en dochter, niet of hij incest heeft gepleegd. Dat is echt een enorm verschil. Ik heb er nog geen bewijzen voor gevonden (…) Ons doel is niet een film te maken over of je broer seksueel misbruik zou hebben gepleegd. Dat soort films maken [naam 2] noch ik. We kunnen je andere films laten zien die we beiden hebben gemaakt, misschien zou dat helpen om je te laten zien dat we niet uit zijn op een sensationeel verhaal?”
2.16.
Op 6 september 2018 heeft Submarine (regisseur [naam 2] ) aan de zus van [gedaagde] het volgende geschreven:
“Jij bent van de onschuld van je broer overtuigd. En velen met jou. De gelegenheid om dit adequaat en overtuigend te brengen is er volop. Wij zijn dit project ook begonnen omdat we denken dat er van alles mis is gegaan met de juridische behandeling van je broer. Dat is natuurlijk ook de kern van de film. Wat is er precies misgegaan? Hoe is het mogelijk dat een aan heroïne verslaafde kroongetuige het op een akkoordje wist te gooien met een corrupte aanklager? Hoe bestaat het dat hij al zolang in vreselijke omstandigheden vastzit? Waarom doet de Nederlandse overheid niets? (…)
Ik wil je dus bij deze nog eens op het hart drukken dat mijn intentie in het geheel niet is gericht om je broer (…) in een kwaad daglicht te stellen.”
2.17.
Op 18 december 2018 heeft Submarine ( [naam 2] ) aan Imamkhan geschreven:
“Ik zal in overleg met jou de interviews voorbereiden. Dit omdat jij echt het meest inhoudelijk op de hoogte bent. Dit geeft de film ook de meeste diepte.”
Met betrekking tot het gestelde seksueel misbruik schreef hij het volgende:
“Dit is een groot probleem voor het gehele project, omdat dit zeker een rol gaat spelen bij de release van de film. Feit blijft dat [gedaagde] nooit is aangeklaagd en dat dit op geen enkele manier in het proces en de veroordeling een rol heeft gespeeld. We moeten er samen heel goed zien uit te komen. Maar voor ons gaat de film niet over het seksueel misbruik. We hebben er ook geen bewijs voor gevonden, en we gaan niet zomaar aantijgingen doen. Het seksuele misbruik helemaal niet te noemen, is een slechte zaak, zowel voor [gedaagde] als voor ons.
(…)
De familie van [naam 4] en [naam 5] zullen de film over [gedaagde] via de pers proberen af te branden, en dan is de film niet meer geloofwaardig. En dat geldt ook voor [gedaagde] zijn eigen verhaal.”
2.18.
In 2019 hebben Submarine en Imamkhan de mogelijke risico’s voor [gedaagde] besproken die de documentaire voor hem zou kunnen hebben. Imamkhan heeft toen ingestemd om verder te gaan met het maken ervan.
2.19.
In een e-mail van 26 augustus 2019 schreef Submarine ( [naam 8] ) aan Imamkhan onder meer het volgende:
“Zoals al vaak gezegd, we maken geen film over [gedaagde] omdat we willen bereiken dat hij in een doodskist terugkomt naar NL. Dat is echt het laatste dat [naam omroepvereniging] of wij als belang hebben.”
2.20.
In een e-mail van 9 december 2020 schreef [naam 8] aan Imamkhan het volgende:
“Het seksueel misbruik zal wel genoemd worden, ook als reden waardoor [gedaagde] vast blijft zitten (dat dit opgebracht wordt door de familie van [naam 4] bij de parole hearings), maar dit wordt geen hoofdlijn de film. Het lijkt ons belangrijk om het wel te benoemen, zodat we ook de context kunnen geven, namelijk dat er 1. geen bewijs voor is 2. Er nooit een aanklacht voor is gedaan en dus ook geen veroordeling voor is geweest. 3. Het geen onderdeel was van de rechtszaak tegen [gedaagde] .”
2.21.
Op 25 januari 2021 heeft Submarine Imamkhan om een interview verzocht. Dat is er niet van gekomen.
2.22.
In mei 2021 heeft [gedaagde] aan [naam omroepvereniging] geschreven dat in de gevangenis een mislukte moordpoging op hem heeft plaatsgevonden.
2.23.
Op 21 juni 2021 en op 23 september 2021 heeft Imamkhan de samenwerking met Submarine opgezegd, omdat naar haar mening de afspraken werden geschonden en de documentaire schadelijk kon zijn voor [gedaagde] zaak en veiligheid.
2.24.
In een e-mail van 26 juli 2021 van Submarine ( [naam 8] ) aan Imamkhan staat onder meer het volgende:
“We vinden het wel belangrijk om te noemen dat wij bij het maken van een serie over de zaak [gedaagde] ook naar eigen inzicht en op basis van onze research mensen moeten kunnen benaderen. Dit doen wij altijd (…) weloverwogen en met gedegen research vooraf. Zo is dat ook afgesproken in ons contract.”
2.25.
In september 2021 hebben nabestaanden van de vrouw en stiefdochter van [gedaagde] aan Submarine ( [naam 2] ) brieven van stiefdochter [naam 5] verstrekt en heeft een officier van justitie inzage in haar agenda/dagboek verleend, waarin zij gecodeerd zou hebben aangegeven op welke dagen [gedaagde] haar seksueel had misbruikt. Daarnaast hebben een buurman van [gedaagde] en een nicht van [naam 5] in interviews verklaringen afgelegd over het vermeend seksueel misbruik. Bij het interview met de buurman was Imamkhan aanwezig.
2.26.
In een e-mail van 8 oktober 2021 heeft de advocaat van [gedaagde] (mr. Ellens) Submarine gesommeerd om het gebruik van zijn naam, zijn portret en het beeld- en geluidsmateriaal te staken en de samenwerkingsovereenkomst ontbonden.
In die e-mail staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
Waar u in 2016 een overeenkomst bent aangegaan met mevrouw Imamkhan voor het verfilmen van het levensverhaal van de heer [gedaagde] lijkt de invulling inmiddels een andere te zijn (en meer of enkel nog te focussen op de rechtsgang in Amerika, gezien ook uw website: (…))
En daarbij wordt mevrouw Imamkhan in het geheel niet meer betrokken bij de productie ervan.
Dat is voor mevrouw Imamkhan reden om verdere medewerking stop te zetten en middels deze brief ontbindt zij de samenwerking met Submarine BV en beëindigt zij hiermee per direct de overeenkomst van 20 oktober 2016.
Zij doet daarbij een beroep op uw tekortkomingen in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst van 20 oktober 2016 en het feit dat u lijkt te zijn afgeweken van de oorspronkelijke bedoeling van partijen bij het aangaan van de overeenkomst.
Volledigheidshalve zegt mevrouw Imamkhan de samenwerkingsovereenkomst van 20 oktober 2016 hierbij op, nu zij er niet langer op vertrouwt dat Submarine BV het levensverhaal van de heer [gedaagde] zal vertellen, alsmede de rol daarin van mevrouw Imamkhan.”
In deze e-mail heeft de advocaat van [gedaagde] vermeld dat hij [gedaagde] heeft geadviseerd rechtsmaatregelen te treffen als niet aan deze sommatie wordt voldaan. Gedaagden hebben aan de sommatie geen gevolg gegeven.
2.27.
[gedaagde] , die inmiddels een slechte gezondheid heeft, verblijft thans in de Vacaville Medical Facility in [woonplaats] (V.S) . Hij heeft getracht via zogenoemde ‘
parole hearings’ vroegtijdig vrij te komen – in de V.S. kan een ‘
parole board’ daarover beslissen – maar dat is tot heden niet gelukt.
2.28.
De nabestaanden van de vrouw en stiefdochter van [gedaagde] hebben in de
parole hearings(in 2015, 2018, 2022 en 2023) het gestelde seksueel misbruik ter sprake gebracht. In de
parole hearingvan 21 april 2022 was aanvankelijk bepaald dat [gedaagde] in aanmerking zou komen voor vroegtijdige vrijlating, maar dat eerst een ‘120 dagen-onderzoek’ in verband met het gestelde seksueel misbruik moest plaatsvinden. Na voltooiing van dat onderzoek is de vroegtijdige vrijlating uiteindelijk toch afgewezen.
2.29.
In de periode van november 2021 tot januari 2023, en met name in augustus en september 2022, heeft Submarine Imamkhan en de advocaat van [gedaagde] vele malen de gelegenheid geboden om afleveringen van de documentaire te bekijken en, met name Imamkhan, om commentaar verzocht.
2.30.
Bij e-mail van 4 juli 2022 heeft Submarine aan Imamkhan bericht dat zij
“vanwege de nieuwe ontwikkelingen rondom het mogelijke parole van [gedaagde] ”besloten had een aflevering 5 aan de documentaire toe te voegen. In de daaropvolgende correspondentie met Submarine heeft Imamkhan zich op het standpunt gesteld dat als daarin uitgebreid aandacht zou worden gegeven aan het gestelde misbruik, dat niet in overeenstemming is met de afgesproken samenwerking.
2.31.
Op 21 augustus 2022 heeft [gedaagde] aan [naam omroepvereniging] geschreven:
“Last but not least; nogmaals: als de film wordt uitgezonden, vrees ik voor mijn leven, én mijn families leven/ (…) ik bid-smeek-verzoek U heel veel erg: STOP THE “DOCUMENTAIRE”- ZEND HET NIET UIT AUB”
2.32.
Imamkhan en een bestuurslid van PrisonLaw hebben de afleveringen 1-3 van de documentaire bekeken op 2 september 2022.
2.33.
Op 12 september 2022 heeft Submarine ( [naam 8] ) aan (onder anderen) de advocaat van [gedaagde] geschreven nog geen reactie van Imamkhan te hebben gekregen. In deze e-mail staat onder meer:
“We vinden het ongelofelijk jammer dat Rachel [Imamkhan, vzr.] niet de dingen aangeeft waarmee zij een probleem had. Wellicht waren die eenvoudig op te lossen in de montage!”
2.34.
Op 28 november 2022 heeft Imamkhan met een ander bestuurslid van PrisonLaw de afleveringen 4 en 5, die toen nog niet helemaal af waren, bekeken.
Submarine ( [naam 1] ) heeft daarover per e-mail van 1 december 2022 aan de advocaat van [gedaagde] het volgende geschreven:
Rachel heeft tijdens het nagesprek aangegeven graag een extra statement vanuit Keith [Chandler, de Amerikaanse advocaat van [gedaagde] , vzr.] te horen in aflevering 5 (kort gezegd over hoe de claims van het seksueel misbruik [gedaagde] nu in de weg zitten, maar hij doordat er geen officiële aanklacht is gedaan zich er niet tegen kan verdedigen). We zijn momenteel aan het kijken wat we hierover toe kunnen voegen.(…) Mochten er verder onjuistheden in de afleveringen zijn geconstateerd dan horen we dat graag nog deze week.”
2.35.
Op 29 december 2022 heeft mr. Ellens de advocaat van Submarine geschreven over het risico dat [gedaagde] loopt als in de documentaire de nadruk wordt gelegd op het gestelde seksueel misbruik en contacten die [gedaagde] zou hebben gehad in het drugsmilieu. De advocaat van Submarine reageerde op 13 januari 2023, voor zover van belang, als volgt:
“Het is dus uitdrukkelijk niet zo dat in de serie de beschuldigingen van seksueel misbruik voor het eerst openbaar worden gemaakt. (…)
Ook het argument van de heer [gedaagde] dat het opnemen van het vermeende seksueel misbruik in de serie risico’s voor de heer [gedaagde] zouden opleveren in z’n detentie is al met Rachel besproken. Zij heeft hierop aan Submarine laten weten dat hij dit argument vaker gebruikt (ook bij andere onderwerpen) en dat zij de risico’s beperkt acht, onder meer omdat overplaatsing kan worden aangevraagd.”
2.36.
Bij e-mail van 7 december 2022 heeft mr. Ellens aan Submarine commentaar van Imamkhan gestuurd, - waarin Imamkhan onder meer meldt dat aflevering 5 niet af was en dat er van veel fragmenten geen beeld beschikbaar was - en bericht:
“Graag verneem ik van Submarine / [naam omroepvereniging] uiterlijk a.s. vrijdag voor 17.00 uur of er een bereidheid is om de afleveringen 1 – 5 aan te passen rekening houdend met de opmerkingen ter zake die afleveringen en of er bereidheid is om wederhoor toe te passen op de punten genoemd in de bijlage.
Ook dient Rachel dan de mogelijkheid te krijgen om de aangepaste afleveringen in te zien. (…)”
2.37.
Bij e-mail van 9 december 2022 heeft mr. Ellens aan Submarine bericht:
“Voor zover er nog wijzigingen mogelijk zijn in de aflevering 1–5 is het voorstel om die afleveringen nogmaals te laten bekijken door Rachel, nadat jullie de reeds gemaakte opmerkingen hebben verwerkt en nadat er hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden op de benoemde onderdelen. Ook, omdat er nog veel zwart beeld in de afleveringen 4 & 5 zat”
2.38.
Bij e-mail van 21 december 2022 heeft de advocaat van Submarine geschreven:
“Hierbij stuur ik jou[w] de reactie van Submarine op het document van Rachel Imamkhan. Graag horen we jullie eventuele resterende opmerkingen, en wel uiterlijk 2 januari. Mochten er nog discussiepunten overblijven, stel ik voor daar in de eerste week van januari een bespreking over te houden.”
2.39.
Op 29 december 2022 heeft mr. Ellens de advocaat van Submarine geschreven over het risico dat [gedaagde] loopt als in de documentaire de nadruk wordt gelegd op het gestelde seksueel misbruik en contacten die [gedaagde] zou hebben gehad in het drugsmilieu.
2.40.
Bij e-mail van 13 januari 2022 heeft de advocaat van Submarine aan mr. Ellens bericht:
“(…) Ook is op een paar punten nog aangeboden dat van de kant van de heer [gedaagde] en/of Rachel nog aanvullend verklaringen kunnen worden gegeven. Vanwege de planning moest dat op korte termijn gebeuren. In jouw e-mail schrijf je dat er in de kerstvakantie geen mogelijkheid voor overleg was. Ik interpreteer dat zo dat ook niet op de uitnodiging tot het geven van toelichtingen kon worden ingegaan. Maar we zijn inmiddels alweer drie weken verder na 21 december, en nog steeds is daar geen inhoudelijke reactie op gekomen. We zijn bereid de termijn nog te verlengen tot uiterlijk 17 januari. Daarna is het niet meer mogelijk.”
2.41.
Op 20 januari 2023 en op 31 januari 2023 heeft de advocaat van Submarine nog de volgende berichten aan mr. Ellens gestuurd:
“Het commentaar kan uiterlijk begin volgende week op camera nog worden gegeven, om het te kunnen verwerken. De laatste mogelijkheid daarvoor is aanstaande dinsdag. Graag horen we uiterlijk zondagavond of Rachel daar gebruik van wil maken.”
en op 31 januari 2023:
“Rachel kan aanstaande donderdag of komende maandag of dinsdag naar Submarine komen voor het bekijken van aflevering 5 en het op camera geven van commentaar daarop. Als daar geen gebruik van gemaakt wordt, is het klaar en wordt de serie afgemaakt. Submarine heeft zich echt meer dan van haar verlangd kon worden ingespannen om jouw cliënten in staat te stellen wederhoor te geven. Dat jouw cliënten daar keer op keer geen gebruik van hebben gemaakt komt uiteraard voor hun risico.”
2.42.
In een artikel in NRC van 10 mei 2023 komen het mogelijk seksueel misbruik en de betrokkenheid van [gedaagde] bij drugsmilieus aan de orde.
2.43.
Op de website van IMDB (International Movie Data Base) hebben gedaagden de documentaire
“Een Amerikaanse nachtmerrie”als volgt aangekondigd:
“The [gedaagde] case is a complex and gripping 4-part true crime series about a tragic family drama set in 1980’s East L.A. in investigating the circumstances surrounding a brutal double murder, the series exposes a corrupt judicial system, incriminating family secrets and dangerous links to the Mexican mafia.”
2.44.
[gedaagde] heeft in kort geding – onder meer – gevorderd Submarine en [naam omroepvereniging] te verbieden afleveringen 4 en 5 in of buiten Nederland openbaar te maken. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij vonnis van 19 mei 2023 de gevorderde verboden afgewezen, maar heeft wel verboden om in vooraankondigingen en promotiemateriaal te verwijzen naar seksueel misbruik en/of drugshandel zijdens [gedaagde] .
2.45.
Submarine heeft afleveringen 1 tot en met 3 openbaar gemaakt op NPO Plus, waar ze tegen betaling te zien zijn/waren.
2.46.
In hoger beroep heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2023 het vonnis van 19 mei 2023 (deels) vernietigd en is een verbod gegeven om aflevering 5 openbaar te maken en een gebod om deze aflevering te doen verwijderen van NPO Plus.
2.47.
In het arrest van 19 juni 2023 heeft het hof onder meer overwogen dat in aflevering 5 beschuldigingen worden gedaan van zeer ernstige aard, dat daarvoor geen sluitend bewijs voorhanden is, dat er nooit gedegen onderzoek naar is gedaan en [gedaagde] daar nooit strafrechtelijk voor is vervolgd. Van Submarine mocht daarom worden verwacht dat zij [gedaagde] in de gelegenheid zou stellen om op de beschuldigingen te reageren en een weerwoord te geven. Daarbij speelt volgens het hof ook een rol dat Submarine de beschuldiging van kindermisbruik op verschillende momenten als waar en bewezen presenteert. Het hof is van oordeel dat Submarine [gedaagde] , dan wel Imamkhan en Chandler, onvoldoende gelegenheid heeft geboden voor een weerwoord, waarmee zij het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden. Verder heeft zij onvoldoende duidelijk onderscheid aangebracht tussen feiten, beweringen en meningen. Dit in samenhang met het door [gedaagde] gestelde gevaar voor zijn veiligheid indien de beschuldigingen van seksueel misbruik onder de aandacht van medegedetineerden van [gedaagde] komen, maakt dat het hof
“het door [gedaagde] primair gevorderde verbod wat de vijfde aflevering van de documentaire in de huidige vorm betreft”heeft toegewezen, op straffe van dwangsommen van € 50.000,- per overtreding, tot een maximum van € 250.000,-.
2.48.
In de periode na het arrest heeft Submarine, althans haar advocaat, verschillende keren contact opgenomen met de advocaat van [gedaagde] , mr. Ellens, om te vragen of hij, [gedaagde] , Imamkhan of Chandler bereid waren inhoudelijk te reageren op de beschuldigingen van verschillende personen in aflevering 5 van de documentaire.
2.49.
Na verschillende reminders heeft mr. Ellens in een e-mail van 3 juni 2024 onder meer het volgende aan de advocaat van Submarine laten weten.
“(…)
Wat de heer [gedaagde] betreft, is de kwestie afgerond nu er 4 afleveringen zijn uitgezonden en de 5e aflevering is verboden. Zowel Rachel, als de heer Keith Chandler onderschrijven dat.
Er is ook geen enkele aanleiding om nu nader over de kwestie [gedaagde] te berichten. De heer [gedaagde] heeft ook geen enkele behoefte aan verdere aandacht, zeker gezien alles wat er in de afgelopen periode is gebeurd.
De heer [gedaagde] noch zijn advocaten zullen dan ook verdere medewerking verlenen richting Submarine / [naam omroepvereniging] met betrekking tot de documentaire. Ook geven zij geen toestemming om gebruik te maken van foto- /beeldmateriaal, als eerder opgenomen in het kader van de documentaire. Zulk materiaal, zoals het door jou genoemde telefoongesprek uit 2022, kan ook niet worden gezien als of gebruikt worden als ‘wederhoor’.
Het feit dat de heer [gedaagde] geen verdere medewerking verleent, ontslaat Submarine niet van haar journalistieke plicht om rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de heer [gedaagde] , zoals het Gerechtshof Amsterdam die ook expliciet heeft benoemd, en dienovereenkomstig te handelen.
Namens de heer [gedaagde] zullen wij het handelen van Submarine dan ook nauwgezet volgen in deze, ook gezien het verbod (met dwangsom) als opgenomen in het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 19 juni 2023.
(…)”
2.50.
Bij e-mail van 4 juli 2024 heeft de advocaat van Submarine [gedaagde] en zijn advocaten nogmaals in de gelegenheid gesteld een inhoudelijke reactie te geven op de inhoud van aflevering 5. Daarbij heeft de advocaat van Submarine medegedeeld dat als [gedaagde] volhardt in zijn standpunt geen medewerking te willen verlenen, Submarine de aflevering zal aanpassen in overeenstemming met het oordeel van het hof.
2.51.
Mr. Ellens heeft op 12 juli 2024 laten weten later met een reactie te zullen komen op de e-mail van 4 juli 2024 (zie 2.50) omdat hij daarover eerst contact wil hebben met Imamkhan, Chandler en [gedaagde] .
2.52.
Op 6 augustus 2024 heeft de advocaat van Submarine een link naar en een transcript van de inmiddels aangepaste aflevering 5 van de documentaire naar mr. Ellens en naar Chandler gestuurd, met het verzoek daarop binnen twee weken te reageren.
2.53.
Mr. Ellens heeft op 7 augustus 2024 laten weten dat de gestelde termijn van twee weken voor een reactie te kort is, in verband met de vakantieperiode en omdat het moeilijk is om contact te krijgen met [gedaagde] in detentie. Submarine heeft daarop de termijn verlengd tot 3 september 2024.
2.54.
Bij e-mail van 12 september 2024 heeft mr. Ellens aan de advocaat van Submarine laten weten dat [gedaagde] niet akkoord gaat met uitzending van aflevering 5, ook niet in gewijzigde vorm, en dat hetgeen hij in de eerste procedures heeft aangevoerd over zijn veiligheid onverkort geldt.
2.55.
Submarine heeft in deze procedure (een link naar) aflevering 5 overgelegd, alsmede een transcript van de aflevering, met daarin de aanpassingen die zij heeft gedaan na het arrest van het hof in rood gemarkeerd.

3.Het geschil

3.1.
Submarine vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I.A
primair:
[gedaagde] te verbieden het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 19 juni 2023 ten uitvoer te leggen en/of de daarin genoemde dwangsommen te executeren, op straffe van een dwangsom;
I.B
subsidiair:
een in goede justitie te bepalen veroordeling van [gedaagde] uit te spreken;
II. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Submarine heeft ter toelichting op haar vordering – samengevat en voor zover van belang – het volgende gesteld. Zij heeft naar aanleiding van het arrest van het hof contact gezocht met de advocaten van [gedaagde] om hen en [gedaagde] in de gelegenheid te stellen te reageren op de beschuldigingen die in aflevering 5 worden gedaan. Submarine heeft eindeloos herinneringen gestuurd, om uiteindelijk op 3 juni 2024 van mr. Ellens te horen dat [gedaagde] noch zijn advocaten wensten mee te werken aan wederhoor. Desondanks heeft Submarine [gedaagde] nogmaals in de gelegenheid gesteld om te reageren, en om de aangepaste uitzending, die aan de advocaten van [gedaagde] is verstrekt, te bekijken en van commentaar te voorzien. Een (inhoudelijke) reactie is uitgebleven en [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat ook de aangepaste aflevering 5 niet mag worden uitgezonden. Onder deze omstandigheden heeft Submarine voldaan aan haar verplichting tot het bieden van gelegenheid tot wederhoor. Daarnaast heeft Submarine 27 aanpassingen gedaan aan de aflevering, waardoor beweringen minder stellig worden gedaan en niet als feiten worden gepresenteerd. Ook is een geluidsfragment van een telefoongesprek met [gedaagde] uit 2022 toegevoegd, waarin hij de beschuldigingen van seksueel misbruik ontkent. Hiermee is sprake van gewijzigde omstandigheden, waarmee het hof in zijn arrest nog geen rekening heeft kunnen houden. Tenuitvoerlegging van het arrest zou onder deze omstandigheden misbruik van bevoegdheid opleveren.
Verder berust het arrest klaarblijkelijk op een aantal feitelijke misslagen, onder meer dat de melding van seksueel misbruik is ingetrokken, dat de nicht van [naam 5] geen aangifte heeft gedaan, dat Submarine heeft erkend dat zij aan [gedaagde] niet de mogelijkheid heeft geboden voor wederhoor en dat de beschuldigingen niet aan Chandler zijn voorgelegd. Ook met het oog op deze misslagen zou executie van het arrest misbruik van bevoegdheid opleveren.
3.3.
[gedaagde] voert – samengevat en voor zover van belang – het volgende verweer. In de eerste plaats heeft Submarine geen spoedeisend belang. Het hof heeft aflevering 5 verboden, en er hebben zich sindsdien geen nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Van
breaking newsis geen sprake, en eventuele afspraken die Submarine met derden heeft gemaakt kunnen niet aan [gedaagde] worden tegengeworpen.
Van effectief wederhoor na het arrest van het hof is geen sprake. Fragmenten van interviews met Chandler en [gedaagde] kunnen niet als serieuze wederhoor worden beschouwd, nu die zijn opgenomen op een moment dat het seksueel misbruik nog een ondergeschikte rol in de documentaire had en voordat bekend was dat Submarine een vijfde aflevering zou maken. Met betrekking tot de aanpassingen voert [gedaagde] aan dat Submarine nog steeds de suggestie wekt dat zij sluitend bewijs heeft voor het vermeende misbruik. Verder worden er onjuiste mededelingen gedaan. Dat de misbruikzaak van [naam 5] niet is voortgezet is niet juist, nu deze onderdeel was van de
parole hearings. Ook wordt genoemd dat
“ [naam 5] and [naam 6] reported the sexual abuse to the police”.Dit is niet juist, want [naam 6] (de nicht van [naam 5] ) heeft nooit een aangifte of melding gedaan, en er is en was dus ook geen
“ [naam 6] ’s case”. [gedaagde] heeft bovendien bezwaar tegen het tonen van delen uit het (vertrouwelijke) politierapport (de aangifte van [naam 5] ) in aflevering 5, en tegen het podium dat wordt geboden aan de nabestaanden van [naam 5] en [naam 4] . Zij doen ongefundeerde beschuldigingen, met als enige doel te bewerkstelligen dat [gedaagde] niet wordt vrijgelaten, terwijl er nooit onderzoek is gedaan naar de beschuldigingen en [gedaagde] zich er dus niet tegen kan verweren. De
Parole Boardmag bovendien verdenkingen die niet tot vervolging hebben geleid niet meewegen in de beslissing over vervroegde vrijlating, dus het feit dat de nabestaanden toch deze beschuldigingen opwerpen is onrechtmatig. De beschuldigingen maken dat [gedaagde] niet vervroegd wordt vrijgelaten. Daarnaast is de veiligheid van [gedaagde] in het geding als de beschuldigingen van seksueel misbruik bekend worden. Zedendelinquenten lopen het risico gewelddadig te worden behandeld in Amerikaanse gevangenissen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tegen het arrest dat ten uitvoer dreigt te worden gelegd staat geen rechtsmiddel (meer) open; de veroordeling is definitief. In dat geval kan het arrest alleen worden geschorst indien de (verdere) tenuitvoerlegging misbruik van bevoegdheid zou opleveren (artikel 3:13 BW), dat wil zeggen wanneer de executant – mede gelet op de belangen van de eiser in dit kort geding die door de executie zullen worden geschaad – geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om tot tenuitvoerlegging over te gaan.
4.2.
Submarine heeft in de eerste plaats nieuwe feiten aan haar vordering ten grondslag gelegd. In publicatiezaken als deze dient de rechter een belangenafweging te maken tussen het belang van de filmmaker (vrijheid van meningsuiting) en het belang van in dit geval [gedaagde] om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan voor hem ongewenste publiciteit omtrent zijn privé-situatie. Daarbij is het uitgangspunt de concrete voorliggende publicatie. Zo heeft ook het hof in dit geval de documentaire, en met name de afleveringen 4 en 5, beoordeeld in de op dat moment bestaande vorm. Dit blijkt ook uit rechtsoverweging 3.7, waarin staat dat het uitzendingsverbod zal worden toegewezen
‘wat de vijfde aflevering van de documentaire in de huidige vorm betreft’. Daarmee is duidelijk dat het hof geen absoluut verbod heeft gegeven om welke beschuldiging dan ook te uiten. Wel is het Submarine verboden om de toenmalige versie van aflevering 5 uit te zenden, nu zij onvoldoende gelegenheid had geboden voor wederhoor en zij in die versie te weinig onderscheid maakte tussen feiten en meningen. Daarmee woog uitzending niet op tegen het belang van [gedaagde] bij bescherming van zijn privacy, waarbij het veiligheidsaspect een grote rol speelde.
Thans is sprake van nieuwe feiten. In de eerste plaats is aflevering 5 aangepast, en ten tweede heeft Submarine [gedaagde] alsnog (of wederom) de mogelijkheid geboden voor wederhoor. Dat betekent dat sprake is van een nieuwe situatie, waarbij de voorzieningenrechter de uitzending die nu voorligt moet beoordelen aan de hand van alle bekende omstandigheden van het geval.
4.3.
Submarine heeft sinds april 2024 geprobeerd om een inhoudelijke reactie te krijgen van [gedaagde] en zijn advocaten. Uit de stukken blijkt dat zij daarvoor haar uiterste best heeft gedaan, en dat zij dat niet deed voor de bühne, maar daadwerkelijk hoopte op een inhoudelijke reactie van [gedaagde] en/of zijn advocaten. Mr. Ellens heeft op 3 juni 2024 laten weten dat [gedaagde] noch zijn advocaten wensten mee te werken en dat de zaak wat hen betreft was afgedaan met het arrest van het hof. Submarine heeft daar geen genoegen mee genomen, zoals zij had kunnen doen, maar heeft [gedaagde] en zijn advocaten nogmaals in de gelegenheid gesteld te reageren op de (inmiddels aangepaste) vijfde aflevering. Hoewel de advocaten van [gedaagde] bezwaar hebben gemaakt tegen de in hun ogen te korte termijnen, heeft mr. Ellens op 12 september 2024 laten weten dat [gedaagde] niet akkoord gaat met uitzending van aflevering 5, zonder daarbij inhoudelijk op de aflevering in te gaan. Ook in de periode tussen 12 september 2024 en de mondelinge behandeling van dit kort geding, ruim twee maanden later, is van de kant van [gedaagde] geen inhoudelijke reactie op de aflevering gekomen. Onder deze omstandigheden heeft Submarine voldoende recht gedaan aan het beginsel van hoor en wederhoor. Dat [gedaagde] daar niet aan mee heeft willen werken, is zijn keuze.
4.4.
Behalve de aanvullende mogelijkheid voor wederhoor, heeft Submarine aflevering 5 op 27 verschillende punten aangepast. Op verschillende momenten is de tekst van de
voice overaangepast zodat beweringen minder stellig worden gedaan, en een aantal tendentieuze en suggestieve uitspraken is verwijderd. De
voice oververtelt dat er geen onderzoek is gedaan naar de beschuldigingen en geen vervolging is ingesteld, omdat [naam 5] en haar moeder dat niet wilden. Verder komt Keith Chandler (de Amerikaanse advocaat) uitgebreid aan het woord, die vraagtekens zet bij de beschuldigingen van seksueel misbruik. Hij stelt dat die door de familie van [naam 4] en [naam 5] steeds naar voren worden gebracht in de
parole hearings, terwijl [gedaagde] er nooit voor is veroordeeld, en er zelfs nooit onderzoek naar is gedaan. Ook legt Chandler uit dat de beschuldigingen van seksueel misbruik om die reden geen rol mogen spelen bij de beoordeling in de
parole hearings, en dat hij er moeite mee heeft dat die beschuldigingen nu toch een rol lijken te hebben gespeeld bij de beslissing om [gedaagde] niet vervroegd vrij te laten. Dat terwijl [gedaagde] zelfs als hij wél schuldig was aan seksueel misbruik en daarvoor veertig jaar geleden was veroordeeld, zijn straf daarvoor al lang zou hebben uitgezeten.
Ook [gedaagde] zelf komt aan het woord, in een telefoongesprek uit 2022, en in een geluidsfragment van een
parole hearing. In beide fragmenten wordt hij geconfronteerd met de beschuldigingen van seksueel misbruik en ontkent hij deze stellig. Dat deze fragmenten zijn opgenomen voordat bekend werd dat Submarine een vijfde aflevering zou maken, doet aan dit weerwoord niet af. Het gaat immers om dezelfde beschuldigingen en er zijn nadien geen nieuwe feiten of beschuldigingen bij gekomen.
4.5.
De filmmakers zijn de documentaire begonnen met het idee dat [gedaagde] mogelijk al jaren onschuldig in een Amerikaanse gevangenis zat. [gedaagde] heeft in eerste instantie ook meegewerkt aan de documentaire omdat deze mogelijk zijn zaak in de
parole hearingszou kunnen helpen. Dat het uitgangspunt was dat [gedaagde] onterecht vast zat, betekent echter niet dat de filmmakers gehouden zijn alleen voor [gedaagde] positieve verklaringen in de documentaire op te nemen. Hun beeld is in de loop van het onderzoek gekanteld, en naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de filmmakers in de huidige versie van aflevering 5 op integere wijze verslag gedaan van hun bevindingen in de zaak [gedaagde] . Weliswaar worden daarin ernstige beschuldigingen van seksueel misbruik geuit, maar Submarine is daarbij niet over één nacht ijs gegaan. Allereerst is het een feit dat de beschuldigingen aan de orde zijn geweest in de
parole hearings, waar Submarine toen nog met toestemming van [gedaagde] opnames heeft gemaakt. Dat dit aan de orde zou komen in de documentaire was dan ook duidelijk, en dit is met Imamkhan besproken. Daarnaast heeft Submarine andere bronnen die de beschuldigingen ondersteunen. Zo is er de gedetailleerde en uitgebreide aangifte van [naam 5] en haar nicht [naam 6] uit een politiedossier uit 1981, waarover Submarine inmiddels beschikt. Ook [naam 4] en haar schoonzus, de moeder van [naam 6] , zijn gehoord door de politie (over wat zij van [naam 5] en [naam 6] hebben gehoord). In aflevering 5 worden [naam 6] en haar vader en moeder geïnterviewd over de gebeurtenissen met betrekking tot het gestelde seksueel misbruik, de confrontatie die zij daarover hadden met [gedaagde] en de aangifte bij de politie. Daarnaast is in de documentaire een vriendin van [naam 5] geïnterviewd, die beschrijft hoe [naam 5] haar heeft verteld dat zij werd misbruikt door haar stiefvader. Ook een buurman, die zij daarover in vertrouwen had genomen, komt aan het woord. Verder is er een brief van [naam 5] aan haar tante, de moeder van [naam 6] , waarin zij over het misbruik door [gedaagde] schrijft.
Dat de beschuldigingen op procesrechtelijke gronden in de
parole hearingsgeen rol mogen spelen, zoals [gedaagde] stelt, betekent niet dat een journalist zich niet over die beschuldigingen mag uitlaten. Een belangrijk criterium daarbij is of de beschuldigingen voldoende steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal, en gelet op alle bronnen die Submarine heeft is dat hier het geval.
4.6.
Een andere belangrijke omstandigheid is de vorm van de publicatie en de manier waarop de beschuldigingen zijn ingekleed. Zoals hiervoor al overwogen biedt Submarine niet alleen een podium aan de nabestaanden van [naam 4] en [naam 5] , maar worden de beschuldigingen en ‘bewijzen’ (zoals een agenda van [naam 5] ) kritisch tegen het licht gehouden. Ook worden vraagtekens gezet bij het motief van de nabestaanden om deze beschuldigingen steeds op te werpen in de
parole hearings. [naam 6] stelt bang te zijn voor [gedaagde] als hij vrij zou komen, maar [naam 2] (regisseur en stem van de
voice over) vraagt zich in de documentaire af of die angst terecht is en of [gedaagde] niet al lang iets had kunnen organiseren vanuit de gevangenis. Verschillende tendentieuze en suggestieve uitspraken zijn geschrapt, en er wordt duidelijk en herhaaldelijk vermeld dat er nooit onderzoek is gedaan naar de beschuldigingen, dat die nooit tot vervolging hebben geleid, en dat die geen rol mogen spelen in de
parole hearings. Ook komt [gedaagde] zelf aan het woord, tijdens een telefoongesprek en tijdens een
parole hearing, die de beschuldigingen ontkent. Verder worden fragmenten uit interviews met Keith Chandler getoond, die zijn vraagtekens zet bij de beschuldigingen en de wijze waarop deze nu, zonder deugdelijk onderzoek of proces, naar voren worden gebracht. Al met al wordt in aflevering 5 voldoende duidelijk gemaakt dat er geen zekerheid is over wat er waar is van de beschuldigingen, die verder ook niet op een sensationele manier worden gebracht. De aflevering eindigt met een bespiegeling; dat er fouten zijn gemaakt in het proces, dat [gedaagde] tot op heden stelt onschuldig te zijn en dat het enige wat zeker is, is dat de moordenaars van [naam 4] en [naam 5] nooit zijn gevonden en veroordeeld. Daarmee wordt het oordeel over de (on)schuld van [gedaagde] aan de kijker overgelaten.
4.7.
Anderzijds is er het belang van [gedaagde] om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan ernstige beschuldigingen. [gedaagde] heeft met name een belang omdat hij hoopt vervroegd te worden vrijgelaten of te worden overgeplaatst naar Nederland, en stelt dat de beschuldigingen van seksueel misbruik daaraan in de weg staan. Dat argument kan geen grond zijn voor een uitzendingsverbod, nu de beschuldigingen niet door Submarine worden gedaan, maar door [naam 6] en haar moeder. Ook indien Submarine daarover niet zou publiceren, is te verwachten dat [naam 6] en haar moeder de beschuldigingen zullen uiten bij een eventuele nieuwe
parole hearing.
4.8.
[gedaagde] heeft verder gesteld dat zijn veiligheid in het geding is zodra zijn medegedetineerden op de hoogte raken van de beschuldigingen van seksueel misbruik. Hoewel kan worden aangenomen dat zedendelinquenten in Amerikaanse gevangenissen een risico lopen slachtoffer te worden van mishandeling, kan dat in het algemeen niet een argument zijn voor een verbod om te berichten over mogelijk seksueel misbruik. Dat zou immers tot gevolg hebben dat geen journalist meer zou kunnen publiceren over seksueel misbruik, en dat zou een te grote beperking van de vrijheid van meningsuiting opleveren. Wel kunnen, gelet op dit risico, in zo’n geval hoge eisen worden gesteld aan de mate waarin de beschuldigingen steun vinden in de feiten en aan een zorgvuldige inkleding van de beschuldigingen. Zoals hiervoor in 4.5 en 4.6 is overwogen, is op basis van het thans beschikbare materiaal aan deze criteria voldaan. Daarnaast speelt een rol dat [gedaagde] in eerste instantie heeft meegewerkt aan de documentaire, terwijl hij wist van het bestaan van de beschuldigingen. Er bestond een politiedossier en er was ook reeds in 1988 over gepubliceerd. [gedaagde] had dan ook kunnen voorzien dat die beschuldigingen bij Submarine bekend zouden worden en in de documentaire aan de orde zouden komen. Desondanks heeft hij ervoor gekozen om ruimhartig mee te werken aan de documentaire, tot het moment dat die een andere wending kreeg en hij de samenwerking heeft beëindigd. Daarbij heeft hij zijn veiligheid aanvankelijk niet als argument genoemd (2.26) en ook Imamkhan vond het veiligheidsrisico, door het noemen van de beschuldigingen van seksueel misbruik, destijds niet doorslaggevend (zie 2.35). Daarnaast is onvoldoende aannemelijk dat de beschuldigingen van seksueel misbruik nog niet bekend zijn in de Verenigde Staten, nu deze uitgebreid onderdeel zijn geweest van verschillende
parole hearings, waarbij veel mensen aanwezig waren, mogelijk ook andere gedetineerden of personen uit het gevangeniswezen. Verder is er al in 1988 in de Verenigde Staten over gepubliceerd en in Nederland op meerdere momenten in verschillende media. Er zijn verschillende artikelen aan gewijd, en de beschuldigingen van seksueel misbruik worden ook al genoemd in de eerste aflevering van de documentaire.
4.9.
Alles afwegende is de conclusie dat het belang van [gedaagde] , inclusief het veiligheidsaspect, bij de huidige stand van zaken niet opweegt tegen het belang van Submarine bij het publiceren van de aflevering. Onder de nieuwe omstandigheden zou tenuitvoerlegging van het arrest daarom misbruik van bevoegdheid opleveren. Daarmee zou het verbod een absoluut verbod worden, terwijl het hof ‘slechts’ aflevering 5 van de documentaire in de toenmalige vorm heeft verboden. De eerste vier afleveringen zijn reeds uitgezonden/beschikbaar op NPO Plus, en Submarine heeft een gerechtvaardigd belang om de documentaire af te ronden. In de laatste aflevering wordt immers het laatste ‘nieuws’ in de zaak belicht: het verloop van de
parole hearings. Submarine heeft er daarom ook belang bij om de aflevering nu te kunnen uitzenden. Er is al veel tijd verstreken sinds de eerste vier afleveringen zijn gepubliceerd, waardoor het momentum om nog met een vijfde aflevering te komen steeds meer verdwijnt. [gedaagde] heeft nog aangevoerd dat [naam omroepvereniging] geen partij is in deze procedure, en dat Submarine daarom geen belang heeft bij haar vordering. Dat verweer gaat niet op. Submarine heeft wel degelijk een belang bij haar vordering, nu zij door uitzending van aflevering 5 dwangsommen dreigt te verbeuren. De executie van het arrest zal dan ook worden verboden. Er wordt gelet op het voorgaande geen aanleiding gezien om dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zoals [gedaagde] heeft verzocht.
4.10.
Nu het hof het vonnis van de voorzieningenrechter van 19 mei 2023 slechts deels heeft vernietigd, en alleen de tenuitvoerlegging van het arrest van 19 juni 2023 wordt verboden, betekent dat dat het in het vonnis gegeven verbod aan Submarine om in vooraankondigingen en promotiemateriaal te verwijzen naar seksueel misbruik en/of drugshandel van kracht blijft.
4.11.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Submarine worden begroot op:
- dagvaarding € 112,37
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat
1.107,00
Totaal € 1.907,37
4.12.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 19 juni 2023 met zaaknummer 200.328.097/01 SKG ten uitvoer te leggen, en/of de daarin genoemde dwangsommen te executeren,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Submarine een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in strijd handelt met het onder 5.1 gegeven verbod, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Submarine tot op heden begroot op € 1.907,37, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2024. [1]

Voetnoten

1.type: LO