ECLI:NL:RBAMS:2024:801

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
13-196330-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 februari 2024 een beslissing genomen op de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling van de betrokkene om te zetten van tbs met voorwaarden naar tbs met dwangverpleging. De betrokkene, geboren in 1981 en thans gedetineerd in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum, was eerder ter beschikking gesteld onder voorwaarden bij vonnis van 22 maart 2023. Deze beslissing werd bekrachtigd door het gerechtshof te Amsterdam op 11 januari 2024. De officier van justitie vorderde dat de betrokkene alsnog van overheidswege zou worden verpleegd, gezien de overtredingen van de opgelegde voorwaarden en het risico op recidive. De rechtbank heeft diverse rapportages en adviezen van GGZ Reclassering Inforsa in overweging genomen, waaruit bleek dat de betrokkene niet meewerkte aan haar behandeling en dat er zorgen waren over haar middelengebruik. De rechtbank concludeerde dat de tbs met voorwaarden niet langer voldoende garanties bood voor de veiligheid van anderen, gezien de ernst van de vastgestelde stoornis en het recidiverisico. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden omgezet in een maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de jongste rechter niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13-196330-22 en 23-001045-23
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 26 januari 2024 in de zaak tegen:

[de terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[BRP-adres] ,
thans gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) in de P.I. te [plaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 22 maart 2023 ter beschikking is gesteld onder voorwaarden. Bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 11 januari 2024 is voornoemde beslissing bekrachtigd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt ertoe dat terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermelde parketnummers, waaronder:
  • voornoemd vonnis van deze rechtbank van 22 maart 2023 alsmede voornoemd arrest van het gerechtshof Amsterdam van 11 januari 2024;
  • een advies gedwongen tijdelijke crisisopname (artikel 509jbis van het Wetboek van Strafvordering (Sv)) van 30 augustus 2023, opgesteld door GGZ Reclassering Inforsa Utrecht en aanvullende mail van 30 augustus 2023;
  • een advies wijziging bijzondere voorwaarden van 17 oktober 2023, opgesteld door GGZ Reclassering Inforsa Utrecht;
  • een bevel tot verlenging crisisopname terbeschikkingestelde met voorwaarden van 17 oktober 2023 (art. 6:6:10a lid 2 Sv);
  • een vordering van de officier van justitie van 17 november 2023 tot wijziging van de opgelegde voorwaarden;
  • een beslissing tot wijziging van de opgelegde voorwaarden van deze rechtbank van 5 december 2023;
  • een advies tot voorlopige omzetting dwangverpleging van 26 januari 2024, opgesteld door GGZ Reclassering Inforsa Utrecht;
  • een bevel tot voorlopige verpleging van de rechter-commissaris d.d. 26 januari 2024;
  • een advies tot omzetting dwangverpleging van 30 januari 2024, opgesteld door GGZ Reclassering Inforsa Utrecht.
De rechtbank heeft op 1 februari 2024 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en haar raadsvrouw mr. M. van Keulen, advocaat te Utrecht, alsmede de deskundige [deskundige] , verbonden aan GGZ Reclassering Inforsa Utrecht, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2023 is aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. Bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 11 januari 2024 is genoemde beslissing bekrachtigd.
In de ten behoeve van de strafzaak opgestelde dubbelrapportage van 13 december 2022 wordt door beide rapporteurs als diagnose een persoonlijkheidsstoornis gesteld. In het psychiatrisch rapport wordt een persoonlijkheidsstoornis met cluster B (borderline, instabiele narcistische) trekken omschreven. Beide rapporteurs stellen daarnaast een (lichte) stoornis in alcoholgebruik als diagnose. Tevens staat in de rapportages vermeld dat er sprake is van een gebrekkige copingstijl en dat er bij spanning en stress sprake kan zijn van dissociatieve kenmerken.
Aan genoemde adviezen van 26 en 30 januari 2024 van GGZ Reclassering Inforsa wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
We adviseren om de maatregel tbs met voorwaarden om te zetten naar tbs met dwangverpleging.
Het contact loopt wisselend met betrokkene. Waar de gesprekken in het begin nog als (zeer) moeizaam te omschrijven zijn, verslechtert de communicatie naarmate de tijd verstrijkt dermate dat het contact op dit moment zozeer is verstoord dat een gestructureerd gesprek zo goed als onmogelijk is. Op 7 september 2023 wordt betrokkene middels een crisisopname eerst geplaatst in de P.I. te [plaats] voor detoxificatie om vervolgens op 11 september 2023 opgenomen te worden bij [kliniek] . Per 17 oktober 2023 is de opname verlengd. Uit deze opname is naar voren gekomen dat de bijzondere voorwaarden gewijzigd dienen te worden (onder andere verplichte langdurige klinische behandeling).
De rechtbank heeft op 5 december 2023 twee nieuwe voorwaarden toegevoegd, te weten een verbod op drugs en meewerken aan controle op dit verbod, en het meewerken aan opname op/in een forensisch psychiatrische afdeling (FPA) / een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) / een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) of een soortgelijke zorginstelling. De rechtbank voegt de twee nieuwe voorwaarden toe met de overweging dat de dadelijke uitvoerbaarheid – zoals bevolen ten aanzien van de opgelegde tbs met voorwaarden – ook geldt ten aanzien van de twee aanvullende voorwaarden.
Betrokkene is bekend met (periodes van) psychische klachten en met problematisch
middelengebruik (alcohol). Driemaal werd ze veroordeeld voor rijden onder invloed. Tevens was zij in het verleden bekend met GHB gebruik. Sinds juli 2023 zijn er enkele urinecontroles die positief waren op GHB of Amfetamine / XTC. Daarnaast zijn er meerdere uitslagen met een afwijkende kreatinewaarde waarvan wordt gezegd dat de urine mogelijk verdund was of geen urine was, wat de uitslag van de drugsscreening niet betrouwbaar maakt. Betrokkene ontkent, op één keer MDMA gebruik na, elke vorm van middelengebruik en trekt daarbij de betrouwbaarheid van de urinecontroles ernstig in twijfel. De reclassering gaat uit van de uitslagen van de urinecontroles en
kan dan niet anders dan de conclusie trekken dat betrokkene middelen heeft gebruikt.
Gezien het vorenstaande is de reclassering van mening dat er te weinig zicht is op het functioneren en middelengebruik van betrokkene en zijn er grote zorgen over de risico’s op recidive.
Betrokkene heeft niet meegewerkt aan haar behandeling tijdens haar crisisopname. Ook aan een langdurige klinische behandeling werkt betrokkene niet mee. Aan een overplaatsing naar een kliniek met een geïndiceerd hoger beveiligingsniveau dan [kliniek] wenst betrokkene niet mee te werken. Zij trekt het in gang gezette traject en het vonnis van de rechtbank in twijfel. Op 25 januari 2024 geeft betrokkene bij haar behandelaren en haar advocaat aan dat zij met ontslag wil en naar huis wil gaan. Het lukt haar behandelaren en haar advocaat niet om betrokkene tot een ander inzicht te doen komen.
De reclassering heeft geen aanleiding om af te wijken van de eerdere inschatting van het risico op recidive en letselschade als gemiddeld tot hoog. Gezien meerdere overtredingen van de bijzondere voorwaarden en het niet slagen van de behandeling schatten wij het risico op onttrekking aan de voorwaarden als hoog in.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd, daar waar nodig aangevuld en als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
De reclassering kan geen uitvoering geven aan het opgelegde toezicht. We zien dat betrokkene in de war is en daarom is het heel moeilijk om risico’s in te schatten.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering die ertoe strekt dat de rechtbank zal bevelen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft namens haar om afwijzing van de vordering verzocht.
Artikel 6:6:10, eerste lid, aanhef en onder e, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de rechtbank, indien de terbeschikkinggestelde een gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling bevoegd is te beslissen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingggestelde na het opleggen van de tbs met voorwaarden de door de rechtbank Amsterdam op 22 maart 2023 gestelde voorwaarden heeft overtreden. Dit heeft geleid tot een aanvulling van de voorwaarden door de rechtbank Amsterdam op 5 december 2023.
De terbeschikkinggestelde heeft drugs gebruikt en is niet open over haar middelengebruik. Tevens weigert de terbeschikkinggestelde klinische opname en zij komt niet in behandeling, ook niet na de crisisopname. Gezien het recidiverisico en gezien de ernst van de bij de terbeschikkinggestelde vastgestelde stoornis is tbs met voorwaarden een gepasseerd station omdat dit juridisch kader onvoldoende garanties biedt voor de veiligheid van anderen.
De rechtbank overweegt voorts dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van 11 januari 2024 tot de maatregel van tbs met voorwaarden is veroordeeld voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Dit brengt mee dat - gelet op het bewezenverklaarde - de tbs bij omzetting naar dwangverpleging niet is gemaximeerd en dan dus langer dan vier jaar kan duren.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden omzetten in een (ongemaximeerde) maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en beveelt dat de terbeschikkinggestelde [de terbeschikkinggestelde] alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. I. Mannen en J.I.M. Kuin, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 februari 2024.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.