ECLI:NL:RBAMS:2024:7978

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
750949
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afgebroken onderhandelingen en aansprakelijkheid in samenwerkingsovereenkomst tussen NFI en Nuts Groep

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nederlands Financieel Instituut B.V. (NFI) en Nuts Groep B.V. De zaak betreft een vordering van NFI tegen Nuts Groep wegens wanprestatie en onrechtmatig afbreken van onderhandelingen. NFI vorderde schadevergoeding van Nuts Groep, die zij toerekenbaar tekort zou zijn gekomen in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst die op 7 mei 2021 was ondertekend. De samenwerking was bedoeld om verzekeringsproducten aan te bieden via een nieuw op te richten onderneming, Newco, waarbij Nuts Groep gebruik zou maken van het klantenbestand van Budget Thuis, een dochteronderneming van Nuts Groep.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de samenwerking niet tot uitvoering is gekomen, omdat Nuts Groep zich niet kon verenigen met de juridische implicaties van de samenwerking onder de Wet op het financieel toezicht (Wft). De rechtbank oordeelde dat de term sheet, die de hoofdlijnen van de samenwerking vastlegde, geen afdwingbare verplichtingen met zich meebracht, maar slechts een inspanningsverbintenis. NFI had onvoldoende bewijs geleverd dat er sprake was van een toerekenbare tekortkoming van Nuts Groep.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat Nuts Groep gerechtigd was om de onderhandelingen af te breken, omdat de samenwerking zoals beoogd niet mogelijk bleek te zijn zonder in strijd te handelen met de Wft. De rechtbank heeft de vorderingen van NFI afgewezen en NFI veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 18.717,-.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/750949 / HA ZA 24-542
Vonnis van 18 december 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEDERLANDS FINANCIEEL INSTITUUT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: NFI,
advocaat: mr. R.C. de Mol,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NUTS GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Nuts Groep,
advocaat: mr. C.B. Vreede.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 mei 2024 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 31 juli 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 7 november 2024 gehouden mondelinge behandeling met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
NFI, ook wel handelend onder de naam Lancyr, is een onderneming die zich onder meer bezig houdt met het geven van advies en het bemiddelen in hypotheken, verzekeringen, pensioenen en financiële planning. NFI is in het bezit van de voor deze werkzaamheden benodigde AFM-vergunningen. [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is, via Quintus Finance B.V., bestuurder en aandeelhouder van NFI.
2.2.
Nuts Groep richt zich op het leveren van nutsdiensten tegen een zo laag mogelijke prijs. Nuts Topholding B.V. is (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder van Nuts Groep. De aandelen in Nuts Topholding B.V. worden voor 50% gehouden door Waterland Private Equity Investments B.V. (hierna: Waterland).
2.3.
Nuts Groep is in 2011 begonnen als energieleverancier onder de naam Budget Energie en heeft haar bedrijfsactiviteiten inmiddels uitgebreid tot onder meer (mobiele) telefonie en internet. Deze diensten worden aangeboden door haar dochteronderneming Budget Thuis B.V. (hierna: Budget Thuis) onder de merknamen Budget Energie, Budget Mobiel en Budget Alles-in-1.
2.4.
In het najaar van 2020 zijn partijen met elkaar in gesprek gegaan over een mogelijke samenwerking, naar aanleiding van de wens van Nuts Groep om de mogelijkheden te verkennen tot het toevoegen van verzekeringen aan haar productenlijn.
2.5.
Op 6 november 2020 heeft NFI per e-mail aan Nuts Groep een begroting
‘Groeiplan 2021-2026’(hierna: de begroting) gezonden. Hierin wordt onder meer vermeldt:
“Samenvatting

Doel:
*€ 1 miljoen EBITDA in 12 maanden

Groeilijn:
* Via Look and Feel Budget Thuis
* Geaccepteerde polissen per dag 300

Strategie
* Joint Venture
* 49% Budget Thuis
* 51% Lancyr
(…)
Piket palen
Verantwoording vergunninghouder
  • AFM
  • WFT vergunningen
  • AVG”
2.6.
Op 7 mei 2021 hebben partijen de Term sheet ‘
[bedrijf] ’ondertekend (hierna: de term sheet). Deze term sheet luidt, voor zover hier relevant:
Levering diensten van • Nuts zal zorgdragen voor de aanlevering van klanten aan Newco
beide partijen die bestaan uit gekwalificeerde leads vanuit het bestaande Nuts klantenbestand en nieuwe instroom. Daarnaast zal Nuts ook de diensten van een marketeer aanleveren aan Newco (bijbehorende kosten van marketeer worden doorbelast aan Newco)
• Lancyr is verantwoordelijk voor ontwerp, beheer, distributie en financiële administratie van de verzekeringen voor klanten bediend door Newco
• Specifieke uitwerking van de werkzaamheden van beide partijen is vastgelegd in het business plan
• De business case en het business plan vormen een onderdeel van deze term sheet
• De aantallen in het business plan zijn voorwaardelijk voor de doelstellingen in deze term sheet.
[…]
Toekomst • Als Newco na het verstrijken van minimaal 2 jaar of 1 miljoen EBITDA bereikt heeft, zal Newco verantwoordelijkheden die voorheen uitgevoerd werden door Lancyr direct zelf geen uitvoeren (e.g. AFM vergunning, operationele activiteiten) zodat het volledig zelfstandig kan opereren.
[…]
Timeline • Vanaf ondertekening van de term sheet zetten partijen zich in om binnen 6 weken live gang van het project te realiseren, inclusief oprichting van Newco
• Vanaf oprichting Newco wordt getracht binnen 4 weken verzekeringen te
leveren aan nieuwe klanten
• Livegang zal niet eerder plaatsvinden dan nadat partijen een
aandeelhoudersovereenkomst hebben ondertekend […]”
2.7.
Het door partijen ondertekende [bedrijf] business plan mei 2021 (hierna: het business plan) waarnaar in de term sheet wordt verwezen, vermeldt onder meer:
“1. Propositie […]
[bedrijf] wil alle Budget Thuis relaties verzekeringsproducten en diensten aanbieden in 1 verzekeringspakket die concurrerend is en blijft. […]
2. Het Goed Verzekerd aanbod
Iedere relatie van Budget Thuis krijgt een “Thuis en onderweg goed verzekerd basispakket” aangeboden van [bedrijf] .
[…]
Hoe word je goed verzekerd?
Om de beste samenstelling van gekozen verzekeringsproducten in 1 multi maatschappij te kunnen aanbieden, worden de volgende stappen uitgevoerd:
1.
Op basis van de juiste gegevens wordt het profiel bepaald
2.
De data wordt verrijkt en de te verzekeren risico’s worden vastgesteld
3.
Per product en pakket wordt een prijsvergelijking gemaakt
4.
De producten worden op basis van prijs geselecteerd […]
5.
Deze producten worden in 1 pakket gebundeld
6.
Dit wordt vervolgens in een persoonlijk aanbod aan de relatie gepresenteerd
[…]
3. Gekwalificeerde leads
1. Stappen tot gekwalificeerde lead
Budget Thuis zorgt per strategische groeilijn voor gekwalificeerde leads. Om hiertoe te komen worden de volgende stappen doorlopen:
Ten aanzien van het benaderen van de huidige Budget Thuis relaties:
1.
Budget Thuis levert klantenbestanden aan, met de navolgende kenmerken:
º Voornaam tussenvoegsel achternaam
º Straat, huisnummr, huisnummer toevoeging, postcode, plaats
º Geboortedatum
º Geslacht
º Emailadres
º Mobiel nummer
º Gezinshuishouden (single, single kids, duo, duo kids)
º Energie- en gasverbruik
º Koop of huurwoning
2.
Op basis van dit bestand deelt Lancyr de relaties in op de volgende profielen: […]
3.
Op basis van dit profiel krijgt de klant een gestandaardiseerd prefilled offer met een laagste vanaf prijs
4.
Daarna kan de klant door het invullen van data een gepersonaliseerd aanbod krijgen
5.
Op dat moment wordt de Budget Thuis relatie een gekwalificeerde lead voor [bedrijf]
6.
Hierna dient de relatie de aanvraag in
7.
Vervolgens wordt de aanvraag beoordeeld op basis van geautomatiseerde compliancy checks
8.
Na de beoordeling en acceptatie van de aanvraag worden de verzekeringen opgemaakt als polissen binnen het A t/m Z [bedrijf] pakket
9.
Vanaf dat moment is het een [bedrijf] relatie
[…]
2. Strategische groeilijnen […]
1. Budget Thuis Klanten (Bestaand en nieuw : e-mailcampagne)
[…]
Voor de bestaande klanten waar een mailadres bekend is, worden mailcampagnes uitgezet met een gestandaardiseerd [bedrijf] vanaf aanbod. […]
2. Website bezoeker Budget Thuis
De prospects op de website [bedrijf] kunnen enerzijds prospects zijn voor de propositie van Budget Thuis, maar ook direct voor [bedrijf] zonder afname van de overige Budget Thuis proposities. Dit worden dan direct relaties van [bedrijf] en niet van Budget Thuis.
3. Mijn Budget integratie (Bestaande en nieuwe klanten Budget Thuis: mijn omgeving)
Alle Budget Thuis relaties worden via de mijn omgeving actief benaderd om ook klant te worden bij [bedrijf] .
[…]
Deliverables Budget Thuis
Vanuit de diverse projectgroepen zijn in ieder geval de volgende deliverables vastgesteld voor de Budget Thuis groep:
[internetsite 1]
  • [bedrijf] tegel toevoegen aan de homepage
  • [bedrijf] landingspagina
o
Met informatie over polissen
o
Mogelijkheid tot aanmelding (routering naar [internetsite 2] )
[…]
4. Werkzaamheden vanaf livegang
[…]
1. Benadering relaties Budget Thuis
Vanuit Budget Thuis worden de relaties per mail benaderd zodat ze direct hun gestandaardiseerd vanaf aanbod kunnen inzien.
De relaties waar het emailadres nog niet bekend is dienen benaderd te worden om alsnog hun mailadres te vergaren, tenzij besloten wordt deze relaties alleen via de mijn omgeving te benaderen. […]”
2.8.
Na ondertekening van de term sheet hebben partijen samengewerkt aan onder meer het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst en andere aanverwante overeenkomsten. Ook werd een projectteam opgericht waaraan zowel medewerkers van NFI als medewerkers van Nuts Groep deelnamen. Verder werkten partijen samen aan teksten voor de websites van [bedrijf] en Budget Thuis en aan standaardteksten voor het benaderen van klanten van Budget Thuis per e-mail.
2.9.
Op 4 mei 2021 heeft NFI aan haar extern adviseur SVC Compliance B.V. (hierna: SVC) de opdracht gegeven om ten behoeve van de beoogde samenwerking en de toekomstige activiteiten van [bedrijf] uitbreiding van de vergunning van NFI naar een collectieve vergunning bij de AFM aan te vragen. Op 30 augustus 2021 ontving NFI de bevestiging dat de aangevraagde collectieve vergunning door de AFM is verleend.
2.10.
Op 4 juni 2021 wordt door partijen de vennootschap [bedrijf] B.V. opgericht. Als bestuurders worden benoemd [naam 1] (van de zijde van NFI) en [naam 2] (hierna: [naam 2] ) (van de zijde van Nuts Groep).
2.11.
Een memo van het projectteam Lancyr [bedrijf] aan [naam 1] (van NFI) en [naam 2] (van Nuts Groep), met als onderwerp
Impact analyse herinrichting project deliverablesvan 27 september 2021 luidt, voor zover hier relevant:
“We verstrekken jullie deze memo omdat er tijdens het project naar voren is gekomen dat de
juridische uitgangspunten zoals die gehanteerd zijn bij aanvang van het project onvolledig zijn.
Budget Thuis is op basis van de Wft niet vergunning plichtig en daardoor door
toezichthouder AFM boetewaardig indien zij zich uit als bemiddelaar
Met name het feit dat er zowel bij datadeling als communicatieve uitingen nergens de intentie mag worden gewekt dat Budget Thuis de bemiddelaar is (en dus vergunning plichtig), heeft ervoor gezorgd dat op basis van de volgende deelgebieden aanpassingen moeten plaats vinden:
1. Datadeling
2. Domeingebruik
a. Funnel niet op [internetsite 2] maar op [internetsite 3]
b. Herinrichting websites […]
Benodigde aanpassingen
De aanpassingen hebben impact op de marketing strategie omdat niet alles vanuit de look en
feel Budget Thuis kan worden geuit. Indien we een en ander niet aanpassen, zou Budget Thuis
boetewaardig zijn. Aangezien we dit uiteraard willen voorkomen, leggen we jullie de
aanpassingen voor waarbij we zo weinig mogelijk afbreuk willen doen aan de marketing strategie
van Budget Thuis in combinatie met de oprichting van [bedrijf] .
1. Datadeling
a. Verrijkingsflow/enrichementflow:
Data die iig niet meer meegegeven mag worden:
• Meer dan NAW data van BT[Budget Thuis, rechtbank]
aan [bedrijf][ [bedrijf] , rechtbank]
Hierbij kan je denken aan specifieke geboorte data: Dit wordt vervangen door leeftijd ranges van 5 jaar
• Afgeleid gezinshuishouden op basis van energie verbruik.
Dit wordt vervangen door een laag, middel of groot energie verbruik. Daarna vertaalt [bedrijf] dit naar een mogelijke gezinssamenstelling.
b. Lead flow
Door het ontbreken van de benodigde data, krijgen de Budget Thuis relaties niet langer een gestandaardiseerd aanbod met de laagste premie die voor hun specifiek van toepassing zijn, maar een generiek voorstel met de laagst mogelijke premie voor alle budget thuis relaties in een specifieke doelgroep. […]
2. Domeingebruik
a. De funnel wordt niet op [internetsite 2] geplaatst maar op [internetsite 3]
b. De websites dienen verplaatst dan wel herschreven te worden […]:
• Herschrijving content op websites naar 3e persoonsvorm
• Toevoeging disclaimers op [internetsite 1] ten behoeve van AFM regels
• Verplaatsing content (pagina’s) naar [internetsite 3]
• Keuze om procesmatige content op [internetsite 1] te laten
• Terug sturen van een ‘CSID’ uit [bedrijf] terug naar Budget Thuis:
Zie in bijlage 1 het totaaloverzicht van de websites hoe die waren gepositioneerd en hoe die nu ontwikkeld worden.
De bijlage vermeldt verder, voor zover hier van belang:
“1. Herschrijven content op website naar 3e persoonsvorm
De webpagina’s zijn in eerste instantie geschreven in de vorm “wij” en “ons”. Dit wekt voor bezoekers de suggestie dat Budget Thuis en [bedrijf] één geheel vormen. Dit is niet toegestaan omdat Budget Thuis geen AFM vergunning heeft.
[…]
5. Data-uitwisseling tussen Budget Thuis en [bedrijf]
De data-uitwisseling aan het begin van de processen ten behoeve van dataverrijking en benchmarking is ingeperkt tot:
NAWTE-gegevens klanten Budget Thuis (dit is sowieso toegestaan door de AFM).
Een leeftijdsrange waarbinnen de klant valt.
Een energieverbruik-range waarbinnen de klant valt.
Deze ranges mag [bedrijf] gebruiken om intern te profileren, maar deze data mag [bedrijf] niet terugsturen
naar BT aldus SVC.”
2.12.
Begin oktober 2021 geeft Nuts Groep aan NFI te kennen de gesprekken voor nu
‘on hold’te willen zetten, wat op 6 oktober 2021 per e-mail wordt bevestigd en waarin wordt aangegeven dat Nuts Groep de kwestie eerst nader juridisch wil uitzoeken.
2.13.
NFI stelt vervolgens een memo op gedateerd 7 oktober 2021, waarin zij drie samenwerkingsmodellen (A, B en C) voorstelt. Kort gezegd komt oplossing A erop neer dat alle informatie over de verzekeringen en de aanvraag niet meer op de site van Budget Thuis staat maar op een aparte site, oplossing B erop neer dat de communicatiestijl ten aanzien van de verzekeringen wordt aangepast in die zin dat niet meer wordt gecommuniceerd in de “wij” vorm en oplossing C erop neer dat Nuts Groep een meerderheidsbelang neemt in de Newco in plaats van NFI.
2.14.
In memo’s van de externe juridisch adviseur van Nuts Groep, advocaat mr. S. Meijer, aan Nuts Groep van 3 en van 12 november 2021 worden de samenwerkingsmodellen A, B en C besproken en concludeert mr. Meijer dat “
de oplossingen genoemd in de memo ‘Project [bedrijf] ’ van 7 oktober 2021, strijden met het begrip ‘bemiddelen’ in de zin van art. 1:1 Wft en/of art. 4:19 Wft.”
2.15.
Op 3 december 2021 stelt SVC in opdracht van NFI een notitie genaamd ‘
Leadgeneratie en bemiddeling’op waarin zij twee opties formuleert waarbij de samenwerking in de visie van SVC compliant is met de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft). Bij optie 1 wordt de volgende informatie door Budget Thuis gedeeld met [bedrijf] :
“1. Klantnummer
2. E-mailadres
3. Huisnummer
4. Postcode
5. Leeftijdscategorie (in staffels van 5 jaar)
6. Elektriciteitsgebruik (in staffels)”
De gedeelde informatie is dan volgens de memo niet zodanig van aard dat kan worden gesproken van een activiteit die kwalificeert als bemiddelen in de zin van de Wft. Mocht daaraan worden getwijfeld dan kan dit aan de AFM worden voorgelegd in de vorm van een zienswijzenotitie. Verder wordt bij deze optie 1 geadviseerd om Budget Thuis een meerderheidsbelang in [bedrijf] te laten nemen, zodat er meer sprake is van een ‘wij’. Dat in verband met de gewenste ‘Wij van Budget’ en ‘alles onder 1 dak’ communicatiestijl en het vereiste van het verstrekken van duidelijke en niet misleidende informatie zoals bedoeld in artikel 4:19 lid 2 Wft (hierna: optie 1).
Als optie 2 wordt een scenario genoemd waarbij Budget Thuis wel zelf bemiddelt als een bij NFI aangesloten/aan NFI verbonden onderneming. Hierdoor ontstaat er een rechtsgrond voor Budget Thuis om informatie te mogen verstrekken over verzekeringsproducten en te bemiddelen in verzekeringen onder de collectieve vergunning van NFI (hierna: optie 2).
2.16.
Hierop reageert mr. Meijer op 31 januari 2022 met een notitie/advies aan Nuts Groep waarin deze onder meer het volgende schrijft:
“[…] 9 Zoals uiteengezet is in scenario 1 sprake van bemiddelen in de zin van art. 1:1 Wft. Daarnaast draagt scenario 1 het risico in zich dat de klant niet correct, duidelijk en misleidend wordt geïnformeerd omdat onvoldoende duidelijk is wie in welke hoedanigheid optreedt.
10 In scenario 2 is er voor gekozen om Budget Thuis te laten bemiddelen. Om te voorkomen dat Budget Thuis zelf aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht moet voldoen, wordt de suggestie gedaan om als aangesloten onderneming of verbonden bemiddelaar van Lancyr op te treden. Hoewel dit in ieder geval als verbonden bemiddelaar mogelijk is, is het de vraag of dit (commercieel) wenselijk is. In beide gevallen zal Lancyr veel invloed hebben op de bedrijfsvoering om te waarborgen dat aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht wordt voldaan. […]
Tot slot
12 In de mogelijke samenwerking is voor de Nutsgroep Wij Budget Thuis communicatiestijl het uitgangspunt. De wijze waarop de samenwerking nu is vormgegeven, strijdt met de Wet op het financieel toezicht. De oplossingen die zijn aangedragen, voldoen niet of zijn gekunsteld en roepen de vraag op of het doel van de Nutsgroep niet op een eenvoudiger wijze is te realiseren.”
Verder wordt aangegeven dat het vragen van een zienswijze aan de AFM over optie 1 niet zinvol wordt geacht omdat het niet voor de hand ligt dat de AFM de conclusies van NFI zal bevestigen en, als dat wel zo is, het geen zekerheid voor de toekomst biedt en er voor de bestuurders van Nuts Groep een reputatierisico aan kleeft vanwege het bij de AFM “vragen naar de bekende weg”.
2.17.
Op 4 februari 2022 schrijft [naam 2] namens Nuts Groep het volgende aan [naam 1] van NFI:
“[…] Op basis van deze memo[van mr. Meijer d.d. 31 januari 2022, rechtbank]
en onze eerdere gesprekken zitten er voor ons dusdanige risico’s aan onze samenwerking verbonden waardoor wij niet kunnen starten met de verkoop van verzekeringen. Wij lopen immers nog steeds het risico om als bemiddelaar te worden aangewezen en hierdoor mogelijk beboet te worden.”
2.18.
Een e-mail van 15 februari 2022 van [naam 2] aan onder meer [naam 1] luidt voor zover hier relevant:
“Gebleken is dat de beoogde samenwerking zoals hieraan door partijen vorm werd gegeven, in strijd is met de Wet op het financieel toezicht. De memo’s van Sjoerd Meijer geven onvoldoende aanleiding tot verdere uitwerking van ter zake aangedragen mogelijke oplossingsrichtingen/scenario’s. Bovendien blijft hierin het risico bestaan dat Nuts Groep (Budget Thuis) in strijd handelt met de Wet op het financieel toezicht. Wij kunnen thans dan ook niet anders dan concluderen dat, ondanks de effort van beide partijen, een voor beide partijen vruchtbare samenwerking zoals initieel beoogd, simpelweg niet haalbaar is. Wij zijn dan ook genoodzaakt om verdere verkenning van een samenwerking te staken. Wij vinden dit uiteraard net zo vervelend als jullie. Graag ga ik met je in gesprek om in goede harmonie e.e.a. af te ronden.”
2.19.
NFI reageert hierop door per e-mail aan te geven het niet eens te zijn met het afbreken van de onderhandelingen, waarna partijen over en weer met elkaar corresponderen over de ontstane situatie.
2.20.
Bij brief van 14 november 2022 stelt de advocaat van NFI Nuts Groep aansprakelijk op grond van – kort gezegd – onrechtmatig afbreken van de onderhandelingen en sommeert zij Nuts Groep om uiterlijk op 25 november 2022 schadevergoeding aan haar te betalen, bestaande uit een bedrag van € 8.447.905,84 aan gederfde winst en € 301.936,75 aan gemaakte kosten.

3.Het geschil

3.1.
NFI vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
I. voor recht te verklaren dat Nuts Groep toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar overeenkomst met NFI van 7 mei 2021;
subsidiair:
II. voor recht te verklaren dat Nuts Groep onrechtmatig heeft gehandeld jegens NFI door de onderhandelingen over de aandeelhoudersovereenkomst en daarmee de samenwerking af te breken;
primair en subsidiair:
III. Nuts Groep te veroordelen tot betaling aan NFI van € 8.239.558,44 aan gederfde winsten, of een bedrag nader op te maken bij staat;
IV. Nuts Groep te veroordelen tot betaling aan NFI van € 301.936,75 aan vergoeding voor gemaakte kosten, althans een bedrag nader op te maken bij staat;
V. Nuts Groep te veroordelen in de proceskosten inclusief nakosten.
3.2.
NFI grondt haar vordering primair op wanprestatie, verzuim aan de zijde van Nuts Groep en de omgezette verbintenis tot vervangende schadevergoeding. De toerekenbare tekortkoming van Nuts Groep bestaat er volgens NFI uit dat geen uitvoering is gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst zoals deze is overeengekomen in de ondertekende term sheet en het bijbehorende businessplan. Er zijn geen leads aangeleverd aan [bedrijf] ten behoeve van het afsluiten van verzekeringen. Hiertoe had Nuts Groep zich door het ondertekenen van de term sheet verplicht. Ook heeft de livegang van [bedrijf] niet plaatsgevonden zoals was afgesproken.
Subsidiair grondt NFI haar vorderingen op het onrechtmatig afbreken van onderhandelingen door Nuts Groep. Nuts Groep heeft bij NFI het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat de samenwerkingsovereenkomst tot stand zou komen en dat de livegang gerealiseerd zou worden.
Op het moment dat alle opgestelde overeenkomsten gereed lagen voor ondertekening en de samenwerking al volledig in de steigers stond, heeft Nuts Groep de stekker uit de samenwerking getrokken. Ten onrechte ging zij niet akkoord met de (door SVC voorgestelde) opties 1 en 2 (zie hiervoor onder 2.15) om de samenwerking vorm te geven. Het stond Nuts Groep in februari 2022 niet meer vrij om de gesprekken te staken en de verplichtingen zoals deze blijken uit de term sheet niet na te komen. De te volgen route, om te komen tot hetgeen partijen hadden afgesproken, stond nog open. Zowel de aangedragen optie 1 als optie 2 zijn juridisch haalbaar, niet in strijd met de Wft en vallen beide binnen de kaders van de ondertekende term sheet. De opgegeven reden voor het staken van de onderhandelingen was strijdigheid met de Wft, maar daar is geen sprake van. Het stond Nuts Groep niet meer vrij uit commerciële onwenselijkheid niet akkoord te gaan met de voorgestelde opties 1 of 2.
Meer subsidiair geldt dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid de verplichting voor Nuts Groep meebrengt om de geleden schade aan NFI te vergoeden. Er is sprake geweest van langdurige onderhandelingen waarmee aanzienlijke kosten waren gemoeid, er is onverwachts door Nuts Groep beëindigd op grond van externe redenen en NFI bleek tegelijkertijd en in strijd met de exclusiviteitsafspraak ook in gesprek met een andere partij, te weten Easy Nuts, zonder dit aan NFI kenbaar te maken. Er was sprake van onaanvaardbaar onderhandelingsgedrag, aldus NFI.
3.3.
Nuts Groep voert verweer. Zij betwist jegens NFI toerekenbaar tekort te zijn geschoten in de nakoming van enige overeengekomen verplichting dan wel onrechtmatig jegens NFI te hebben gehandeld. Het stond haar in de gegeven omstandigheden vrij om in februari 2022 de onderhandelingen af te breken. Nuts Groep is niet gehouden om aan NFI schadevergoeding of kosten te betalen, ook de bijzondere omstandigheden van het geval brengen een dergelijke verplichting niet mee.
De samenwerking zoals deze was beoogd en zoals deze gedetailleerd was beschreven in de term sheet en het bijbehorende business plan bleek Wft technisch niet mogelijk te zijn. Van Nuts Groep kon niet worden verlangd dat zij een beoogde samenwerking aangaat die strijdig is met de Wft
.Aangedragen alternatieven leverden eveneens Wft-technisch bezwaren op, stonden te ver af van de oorspronkelijk beoogde wijze van samenwerken dan wel hebben een dermate grote impact op de bedrijfsvoering van Nuts Groep dat het verder verkennen/het komen tot deze alternatieven niet van Nuts Groep kan worden gevergd. De term sheet bevat slechts een intentie om tot een samenwerking te komen en brengt hooguit een inspanningsverbintenis met zich mee, geen resultaatsverplichting. Tot een definitieve samenwerkings(overeenkomst) is het niet gekomen en ook aan het vereiste van het ondertekenen van een aandeelhoudersovereenkomst is nooit voldaan.
Nuts Groep betwist dat NFI er in februari 2022 gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de beoogde samenwerking definitief zou doorgaan en ook van een onaanvaardbare onderhandelingswijze van Nuts Groep is geen sprake geweest
.
Tenslotte heeft Nuts Groep gemotiveerd verweer gevoerd tegen de (omvang van de) door Nuts Groep gestelde schadeposten en betwist zij het causaal verband tussen de gestelde schade en de vermeende tekortkoming/onrechtmatige gedraging.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Is er sprake van een wanprestatie?
4.1.
De vordering wordt primair gebaseerd op het niet deugdelijk nakomen door Nuts Groep van voor haar volgens NFI uit de term sheet voortvloeiende verplichtingen. Partijen twisten over de vraag in hoeverre het ondertekenen van de term sheet al afdwingbare verplichtingen ten aanzien van de beoogde samenwerking met zich brachten en in hoeverre deze dan al dan niet zijn nagekomen. Om deze vragen te kunnen beantwoorden moet de term sheet worden uitgelegd.
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat de vraag hoe een schriftelijke overeenkomst dient te worden uitgelegd niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij is mede van belang de bedoelingen die partijen hebben gehad bij het aangaan van de overeenkomst. Ook de aard van een overeenkomst speelt een rol.
4.3.
Een term sheet bestaat in de regel uit een opsomming van hoofdlijnen die partijen in een beoogde samenwerking en in de nog definitief te sluiten nadere (samenwerkings)overeenkomst terug willen laten komen. Uit de aard van een dergelijke overeenkomst volgt dat partijen daarin in beginsel hun intentie om tot een samenwerking te komen kracht bijzetten en hoofdlijnen benoemen waarlangs deze samenwerking vorm dient te krijgen. Door overeenstemming te bereiken over een dergelijke term sheet ontstaat in beginsel geen afdwingbare verplichting tot het aangaan van de samenwerking, maar slechts een inspanningsverbintenis om tot die beoogde samenwerking te komen. Dat partijen in dit specifieke geval en in weerwil van de aard van een dergelijke overeenkomst wel al concrete afdwingbare verplichtingen hebben willen overeenkomen met het bereiken van overeenstemming over de term sheet, is niet uit de tekst van de term sheet af te leiden. Ook heeft NFI onvoldoende andere omstandigheden gesteld waaruit een dergelijke bedoeling kan worden afgeleid. Dat de werkwijze van partijen, bijvoorbeeld rondom het aanleveren van leads, gedetailleerd is weergegeven in de term sheet en/of in het business plan dat daarvan onderdeel uitmaakt, is onvoldoende om van een bedoeling, al tot afdwingbare verplichtingen te komen, uit te kunnen gaan.
4.4.
Het voorgaande betekent dat het feit dat de beoogde samenwerking niet tot uitvoering is gekomen in de zin van dat er geen leads zijn aangeleverd zoals omschreven in de term sheet/het businessplan en de livegang van de opgerichte Newco [bedrijf] niet is bewerkstelligd op de in de term sheet opgenomen termijn of het niet nakomen van enige andere taak zoals omschreven in de term sheet/het business plan, op zichzelf onvoldoende is om een toerekenbare tekortkoming aan te kunnen nemen. De vorderingen tot het vergoeden van schade, zoals door NFI ingesteld, kunnen daarom ook niet succesvol worden gegrond op de primair aangedragen grondslag.
Het (on)rechtmatig afbreken van onderhandelingen/het onderhandelingsgedrag
4.5. (
Meer) subsidiair grondt NFI haar vorderingen op het onrechtmatig afbreken van onderhandelingen dan wel op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
Voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen geldt als uitgangspunt dat ieder van de onderhandelende partijen - die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen - in beginsel vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij moet rekening worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen
afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Ook van belang kan zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daarover ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen – in dit geval 15 februari 2022 (zie hiervoor 2.18) – moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen.
De onderhandelingen kunnen zich daarnaast ook in een zodanig stadium bevinden dat afbreken niet onrechtmatig is maar de redelijkheid en billijkheid meebrengt dat wel de door de ander gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk moeten worden vergoed.
4.6.
De rechtbank constateert dat in de term sheet en het bijbehorende business plan de werkwijze van partijen binnen de beoogde samenwerking en de uitgangspunten van die samenwerking gedetailleerd worden omschreven. Uit deze stukken volgt het uitgangspunt dat Nuts Groep verzekeringsproducten aan haar assortiment wilde toevoegen via een nieuw op te richten bedrijf, de Newco [bedrijf] , waarin NFI en Nuts Groep samen zouden participeren. Daarbij zou gebruik worden gemaakt van het klantenbestand en het business model van Budget Thuis enerzijds en de expertise op het gebied van verzekeringen, met inbegrip van haar vergunning structuur, van NFI anderzijds. Het klantenbestand van Budget Thuis zou worden gebruikt om gekwalificeerde leads aan [bedrijf] aan te leveren, met het doel om op basis daarvan een gestandaardiseerd “vanaf’ aanbod te doen. In het business plan wordt verder gedetailleerd omschreven wat een gekwalificeerde lead inhoudt (zie hiervoor onder 2.7). De rechtbank stelt vast dat dit leads betreft die meer omvatten dan enkel NAWTE gegevens van bestaande klanten.
Verder volgt uit de term sheet en het business plan dat het de bedoeling was om bestaande klanten vanuit Budget Thuis te benaderen en per e-mail dan wel via de mijn omgeving op de website van Budget Thuis deze klanten vervolgens een gestandaardiseerd prefill aanbod met een laagste vanaf prijs te doen. Daarbij zou de eigen huisstijl van Nuts Groep worden gebruikt alsmede de gebruikelijke “alles onder één dak” communicatiestijl. Dat volgt ook uit de in onderling overleg opgestelde standaardteksten voor aanbiedingsmails aan bestaande klanten en de in onderling overleg opgestelde teksten ten behoeve van de websites van Budget Thuis en [bedrijf] (zie hiervoor onder 2.8) en uit de eerder al opgestelde begroting (zie hiervoor onder 2.5). Op de website van Budget Thuis zou verder een tegel worden geplaatst die zou worden doorgelinkt naar de website van [bedrijf] . Verder volgt uit de inhoud van de term sheet/het business plan dat het de bedoeling was om de verantwoordelijkheid voor de Wft compliance bij NFI te leggen. Het was ook NFI die, zonder inmenging van Nuts Groep, de opdracht heeft gegeven aan SVC tot het aanvragen van een collectieve Wft-vergunning. Aan het argument van NFI dat onder haar verantwoordelijkheid enkel de Wft-compliance van [bedrijf] viel en niet eveneens die van Budget Thuis, gaat de rechtbank voorbij. Uit onder meer het business plan blijkt immers dat partijen voor ogen hadden om vanuit Budget Thuis aanbiedingen te doen voor de verzekeringen aan bestaande klanten terwijl het verzekeringstechnische deel juist binnen het expertisegebied van NFI lag. In de term sheet/het business plan evenals in de daarvoor al gedeelde begroting wordt bovendien ook geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen [bedrijf] en Budget Thuis. Nuts Groep heeft verder toegelicht dat zij juist op zoek was naar een partij om mee samen te werken die over een eigen Wft vergunning beschikte en ervaring had in het bemiddelen in verzekeringen. Dat wordt door NFI niet betwist.
4.7.
Dat de hiervoor beschreven uitgangspunten tot gevolg zouden hebben dat Budget Thuis als bemiddelaar in de zin van artikel 1:1 van de Wft zou kwalificeren en die activiteiten dus niet zonder eigen AFM vergunning zou mogen verrichten, staat tussen partijen niet ter discussie. Dat de in het businessplan opgenomen klantgegevens meer omvatten dan de gegevens die zonder AFM vergunning mogen worden verstrekt, is immers niet (voldoende gemotiveerd) weersproken. Ook uit de door NFI als optie 1 voorgestelde vorm van samenwerking volgt dat uitsluitend NAWTE gegevens mogen worden doorgegeven en daarnaast, in plaats van bijvoorbeeld geboortedata en energieverbruik zoals in het business plan omschreven, uitsluitend een leeftijds- en energieverbruik range. Dat dit consequenties heeft voor de aanbieding die kan worden gedaan aan bestaande klanten zoals beschreven in het business plan, is evenmin weersproken. Onbetwist heeft Nuts Groep aangevoerd dat er bij gebrek aan concrete data geen gestandaardiseerd vanaf aanbod met de laagste premie die specifiek voor die klant van toepassing is, kan worden gedaan, maar slechts een generiek vanaf aanbod passend bij de ‘range’ waarbinnen de betreffende klant zich qua leeftijd en energieverbruik. Daarnaast is niet betwist dat de funnel moest worden verplaatst naar de website van [bedrijf] , dat niet kon worden gecommuniceerd in de stijl van “wij van Budget Thuis” en dat op de site duidelijk moest worden gemaakt dat [bedrijf] juist los van Budget Thuis opereerde.
Dit zijn wezenlijke afwijkingen van de in de term sheet en het business plan beschreven uitgangspunten.
Ook de als optie 2 aangedragen oplossing om Budget Thuis zelf te laten bemiddelen als aangesloten onderneming op de vergunning van NFI of als een verbonden bemiddelaar van NFI, strookt niet met de oorspronkelijk beoogde samenwerking. Nuts Groep heeft in dat verband onbetwist toegelicht dat zij in eerste instantie niet zelf wilde gaan bemiddelen in verzekeringen maar deze activiteit en de daarmee samenhangende vergunningplicht wilde onderbrengen in een apart op te richten gezamenlijke onderneming. Dat was ook de reden waarom zij een samenwerking zocht met een partij als NFI die al over een AFM vergunning en ervaring met het bemiddelen in verzekeringen beschikte. Daarbij komt dat NFI in het als optie 2 aangedragen scenario invloed op de bedrijfsvoering van Budget Thuis zou verkrijgen. Nuts Groep heeft op dat punt onbetwist toegelicht dat – anders dan NFI voorstaat - van een slechts beperkte invloed op de bedrijfsvoering, uitsluitend voor zover deze ziet op het bemiddelen in verzekeringen, geen sprake is omdat zij vanuit Budget Thuis verschillende nutsdiensten aanbiedt. Ook dit vormt een wezenlijke wijziging van de beoogde structuur in de samenwerking zoals verwoord in de term sheet. Dat Nuts Groep in de toekomst mogelijk bij een succesvol verloop van de samenwerking wel ook zelf zou willen gaan bemiddelen (onder een eigen vergunning) en zij daartoe een optie tot uitkoop van NFI wilde overeenkomen, doet er niet aan af dat dit bij aanvang van de beoogde samenwerking nog niet werd gewenst en werd beoogd, omdat Nuts Groep het toevoegen van verzekeringen aan haar productlijn eerst wenste uit te proberen.
4.8.
De wijzigingen die nodig zouden zijn om de in de samenwerking uit te voeren dienstverlening alsnog in overeenstemming te brengen met de daaraan door de Wft gestelde eisen waren gelet op het voorgaande van dien aard, dat NFI er niet vanuit mocht gaan dat Nuts Groep daarmee zou instemmen. Dit staat aan gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen in de weg. Dat partijen vervolgens hebben gesproken over de door NFI aangedragen alternatieven en over en weer juridisch advies daarover hebben laten uitbrengen, maakt niet dat dat vertrouwen alsnog kan zijn ontstaan. Van meet af aan was in die verdere gesprekken immers duidelijk dat Nuts Groep de visie van NFI, over de vraag wanneer Budget Thuis al dan niet als bemiddelaar onder de Wft zou gelden, niet deelde en dat het niet gewenst was dat Budget Thuis zelf als bemiddelaar zou gaan optreden.
4.9.
Het standpunt van NFI dat in de term sheet geen invulling was gegeven aan de wijze waarop de samenwerking vorm zou krijgen en dat gaande weg zou worden gekeken hoe die samenwerking concreet ingevuld moest worden met het oog op de vereisten van de Wft, is onnavolgbaar. Niet alleen strookt dat niet met de gedetailleerde uitwerking van die samenwerking in de term sheet en het daarbij behorende business plan maar daarnaast is niet in te zien dat deze voor de samenwerking wezenlijke randvoorwaarden pas vorm zouden krijgen na het aanvragen van de collectieve vergunning door NFI en nadat de voorbereidingen voor de samenwerking – in de zin van de juridische documentatie en de invulling van website en marketing uitingen – al vergevorderd waren.
4.10.
Anders dan NFI stelt is van handelen in strijd met de door Nuts Groep jegens haar in acht te nemen eisen van redelijkheid en billijkheid ook geen sprake. Voor zover NFI in dit verband stelt dat ook in de door haar voorgestelde alternatieve vormen van samenwerking een commercieel goed resultaat zou zijn behaald, maakt dat niet dat NFI gehouden was om alsnog met één van die alternatieve vormen van samenwerking in te stemmen. Nuts Groep was niet gehouden om het risico te accepteren dat zij als vergunningplichtig zou worden aangemerkt door de AFM en evenmin gehouden om de AFM vooraf om een zienswijze te vragen. Dit klemt te meer nu het Wft traject bij vergunninghouder NFI was belegd (zie 2.5), die dus de verantwoordelijkheid droeg voor de Wft-compliance van de beoogde samenwerking. Dat NFI daar kennelijk pas kort voor de beoogde “live gang” bij haar adviseur SVC advies over heeft ingewonnen, dient voor haar eigen risico te komen. Dit wordt niet anders indien personen die vanuit Nuts Groep bij het proces naar samenwerking betrokken waren ook kennis zouden hebben van samenwerkingsstructuren en verzekeringsrecht.
Dat, zoals NFI suggereert, de werkelijke reden van het afbreken van de onderhandelingen erin is gelegen dat Nuts Groep ondertussen met een andere partij, Easy Nuts, in onderhandeling was, kan ook niet worden gevolgd. Nuts Groep heeft onbetwist toegelicht dat zij geen samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met Easy Nuts en dat zij geen verzekeringen aanbiedt aan haar klanten via Easy Nuts. NFI heeft daar niets tegen ingebracht.
Tenslotte geldt dat wat betreft de door NFI in dit verband aangehaalde duur van de onderhandelingen en de kosten die daarmee gemoeid zijn geweest, dat die tijd en die kosten ook door Nuts Groep aan dit traject zijn gespendeerd.
Slotsom
4.11.
Gelet op het voorgaande, alle omstandigheden in samenhang met elkaar beschouwd, is van een toerekenbare tekortkoming van Nuts Groep geen sprake en mocht NFI in februari 2022 er ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat het tot een samenwerking met Nuts Groep zou komen. Evenmin is sprake van onderhandelingsgedrag van Nuts Groep dat niet verenigbaar is met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Er is dus geen grondslag voor schadeplichtigheid van Nuts Groep. Dat geldt voor zowel het positieve contractbelang (de gederfde winst) als voor het negatieve contractbelang (gemaakt kosten) waarop NFI aanspraak meent te kunnen maken. Dit betekent dat de vorderingen zullen worden afgewezen.
Ten aanzien van de proceskosten
4.12.
NFI zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten inclusief nakosten. De proceskosten die NFI aan Nuts Groep moet vergoeden worden begroot op:
- betaald griffierecht € 9.825,-
- salaris advocaat € 8.714,- (2 punten x tarief VIII)
- nakosten
€ 178,-
Totaal € 18.717,-.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen als hierna genoemd.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt NFI in de proceskosten van € 18.717,- te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als NFI niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna moet worden betekend, dan moet NFI € 92,- extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.3.
veroordeelt NFI in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.M. Visser, rechter, bijgestaan door mr. C.L. de Rijke, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.