ECLI:NL:RBAMS:2024:7975

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
C/13/757334 / HA ZA 24-1085
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regiebeslissing inzake behandeling hoofdzaak en intrekking incident in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door twee eisers tegen ING Bank N.V., heeft de rechtbank Amsterdam op 18 december 2024 een tussenuitspraak gedaan. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Sarkis, hebben een schorsing van de executie gevorderd van een woning die verkocht dreigt te worden. De Bank, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, heeft hierop gereageerd en de rechtbank heeft besloten om het incident in te trekken en de hoofdzaak direct te behandelen. Dit besluit is genomen met instemming van beide partijen.

De rechtbank heeft de conclusie van antwoord van de Bank in het incident als ook de conclusie van antwoord in de hoofdzaak beschouwd. De Bank krijgt de gelegenheid om op de roldatum van 22 januari 2025 nog separaat van antwoord te dienen op de vorderingen V-IX. Tevens is bepaald dat de executie van de woning niet eerder zal worden uitgevoerd dan na een beslissing in de hoofdzaak, die zal volgen na een mondelinge behandeling.

De rechtbank heeft een mondelinge behandeling belegd voor 11 maart 2025, waarbij partijen in persoon aanwezig moeten zijn. De rechtbank heeft benadrukt dat zij gevolgtrekkingen kan maken uit het niet verschijnen van een partij. Tijdens de mondelinge behandeling krijgen de advocaten de gelegenheid om hun standpunten nader toe te lichten, met de mogelijkheid voor de rechtbank om direct mondeling uitspraak te doen. Verdere beslissingen zijn aangehouden, en partijen zijn geïnformeerd over de procedurele vereisten voor de mondelinge behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/757334 / HA ZA 24-1085
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,2. [eiser 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen (hierna:
[eisers]in mannelijk meervoud),
advocaat: mr. A. Sarkis,
tegen
de naamloze vennootschap,
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij (hierna: de
Bank),
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 september 2024 met producties 1 tot en met 30, tevens houdende een incidentele vordering,
- de conclusie van antwoord in het incident met producties 1 tot en met 17.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Geconstateerd is dat [eisers] de schorsing van de executie hebben gevorderd waarmee de woning waar hun gezin verblijft verkocht wordt. Daar ziet ook de vordering in incident op. De Bank heeft uitvoerig op het incident geantwoord en daarbij tevens gemotiveerd gereageerd op stellingen in de hoofdzaak.
2.2.
De rechtbank heeft partijen voorgelegd het incident in te trekken en direct de hoofdzaak te behandelen en neemt, met instemming van partijen, de volgende regiebeslissingen:
  • de conclusie van antwoord in het incident van de Bank geldt als conclusie van antwoord in de hoofdzaak,
  • de Bank krijgt gelegenheid om op de roldatum van 22 januari 2025 nog separaat van antwoord te dienen op vorderingen V-IX,
  • het incident wordt als ingetrokken beschouwd en de Bank zal de executie van de woning niet eerder uitvoeren dan na een beslissing in de hoofdzaak (na de mondelinge behandeling).
2.3.
De rechtbank zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
2.4.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen – ook in het nadeel van die partij – kan maken die zij geraden zal achten.
2.5.
Op de mondelinge behandeling wordt aan de advocaten van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zijn niet toegestaan.
2.6.
Tijdens of na de mondelinge behandeling kan de rechtbank direct mondeling uitspraak doen.
2.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beschouwt het incident als ingetrokken en de conclusie van antwoord van de Bank in incident als antwoord op vorderingen I-IV in de hoofdzaak,
3.2.
bepaalt dat de zaak daarna op de rol zal komen van
woensdag 22 januari 2025voor conclusie antwoord van de Bank op uitsluitend vorderingen V-IX,
3.3.
beveelt een mondelinge behandeling en verschijning van partijen op
11 maart 2025om
9:30 uur, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen, het nader onderbouwen van hun stellingen en het beproeven van een minnelijke regeling, door een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank, in het gerechtsgebouw te Amsterdam, Parnassusweg 280,
3.4.
bepaalt dat [eisers] in persoon aanwezig moeten zijn en dat de Bank dan vertegenwoordigd moet zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
3.5.
wijst partijen er op, dat voor de mondelinge behandeling
90 minutenzal worden uitgetrokken,
3.6.
bepaalt dat eventuele aanvullende producties uiterlijk tien dagen voor de dag van de mondelinge behandeling aan de rechtbank en de wederpartij moeten zijn toegestuurd,
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, rechter, bijgestaan door mr. M.A.A. van Achterberg, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.