ECLI:NL:RBAMS:2024:7938

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
10800153 \ CV EXPL 23-14686
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot betaling van medische facturen door een patiënt zonder contract met zorgverzekeraar

In deze zaak vorderde de stichting Acibadem International Medical Center (hierna: Acibadem) betaling van € 5.514,93 van een patiënt, [gedaagde], voor medische behandelingen die hij had ondergaan zonder dat er een contract was afgesloten met zijn zorgverzekeraar, Anderzorg. De patiënt had in 2022 verschillende behandelingen ondergaan en had drie facturen ontvangen van Acibadem. De eerste twee facturen, die samen een bedrag van € 9.180,49 bedroegen, werden door Anderzorg slechts gedeeltelijk vergoed, wat leidde tot een creditering van het niet vergoede bedrag door Acibadem. De patiënt had de derde factuur nog niet ingediend bij zijn zorgverzekeraar.

Acibadem stelde dat er een geneeskundige behandelovereenkomst was gesloten en dat de patiënt verplicht was om de facturen te betalen. De patiënt voerde verweer en stelde dat hij niet goed was geïnformeerd over de kosten en dat hij daardoor in dwaling verkeerde. De kantonrechter oordeelde dat Acibadem voldoende informatie had verstrekt over de facturering en dat de patiënt, door zijn facturen in te dienen bij de verzekeraar, had kunnen begrijpen wat zijn financiële verplichtingen waren. De rechter concludeerde dat het prijsbeding niet oneerlijk was en dat de patiënt de volledige bedragen van de facturen verschuldigd was, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

Uiteindelijk werd de patiënt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis werd uitgesproken door kantonrechter mr. L. van Berkum op 13 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10800153 \ CV EXPL 23-14686
Vonnis van 13 december 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING ACIBADEM INTERNATIONAL MEDICAL CENTER,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
hierna te noemen: Acibadem,
gemachtigde: mr. G.J.C. Rooijmans-Schakenraad (CBMK incasso),
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J. Ruijs.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 3 november 2023;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het instructievonnis van 2 februari 2024;
- de conclusie van repliek met producties;
- de rolbeslissing geen akte dupliek;
- de rolbeslissing van 12 juli 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 september 2024. Acibadem is verschenen bij de heer [naam 1] (financieel directeur) met de gemachtigde en [gedaagde] is verschenen met zijn gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Op verzoek van de kantonrechter heeft Acibadem na de zitting nog een aanvullende productie ingediend.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Na doorverwijzing door zijn huisarts heeft [gedaagde] in 2022 meerdere geneeskundige behandelingen bij Acibadem ondergaan.
2.2.
Hiervoor heeft Acibadem drie facturen aan hem verstuurd, waarvan twee met factuurdatum 24 juni 2022, die betrekking hebben op behandelingen in de periode 22 februari tot en met 12 mei 2022 voor bedragen van respectievelijk € 5.791,46 (hierna factuur 1) en € 3.389,03 (hierna factuur 2). De derde factuur heeft als factuurdatum 20 oktober 2022 en heeft betrekking op een behandeling op 19 juli 2022 voor een bedrag van € 238,33 (hierna factuur 3).
2.3.
Acibadem heeft bij de facturen een brief verstuurd, waarin onder meer het volgende is vermeld:
“Bijgaand ontvangt u een factuur van uw behandeling in het ACIBADEM International Medical Center. De Zorgverzekeraars CZ, OHRA, Nationale Nederlanden, PZP, Menzis, Anderzorg, DSW, Stad Holland, ENO, Holland Zorg, DITZO en De Amersfoortse accepteren geen facturen van uw behandeling rechtstreeks van ons. Deze Zorgverzekeraars willen alleen behandelingen vergoeden wanneer zij de rekening via uzelf, de verzekerde, ontvangen.
Uiteraard heeft dit geen financiële consequenties voor u, hieronder leggen wij u uit hoe dit werkt:
U dient de factuur in bij uw Zorgverzekeraar (…).
De zorgverzekeraar keert binnen een paar dagen de vergoeding aan u uit.
U maakt de ontvangen vergoeding direct na ontvangst over aan ACIBADEM (…) Let op: wacht op de afrekening van uw zorgverzekeraar alvorens u de rekening aan ons voldoet.
Let op: Heeft u een lagere vergoeding ontvangen dan het factuurbedrag?
Stuur dan een kopie of een scan van de afrekening van de Zorgverzekeraar naar ons e-mailadres (…). Wij verwerken dan die afrekening in onze administratie zodat wij weten dat u een lager bedrag dan het factuurbedrag aan ons overmaakt.
Let op: Heeft de Zorgverzekeraar uw Eigen Risico verrekend met de ontvangen vergoeding?
Dan dient u naast de ontvangen vergoeding ook het verrekende Eigen Risico aan ons over te maken, het Eigen Risico betaalt u immers altijd zelf. Voor de betaling van het Eigen Risico kunt u indien nodig een betalingsregeling treffen. (…)”
2.4.
[gedaagde] is verzekerd bij Anderzorg. Anderzorg had in 2022 geen contract met Acibadem.
2.5.
[gedaagde] heeft facturen 1 en 2 ingediend bij Anderzorg. Anderzorg heeft in totaal € 4.441,64 aan [gedaagde] uitbetaald. Anderzorg heeft daarbij een specificatie aan [gedaagde] verstrekt waarin is vermeld dat het totaal gedeclareerde bedrag € 9.180,49 bedraagt. Hierin is ook vermeld dat het verplicht eigen risico € 334,96 en het vrijwillig eigen risico € 500,00 bedraagt. Verder is in de specificatie vermeld dat nu [gedaagde] bij een zorgaanbieder is geweest die geen contract heeft met Anderzorg, Anderzorg niet alle kosten betaalt, reden waarom [gedaagde] in totaal € 4.441,64 van Anderzorg ontvangt.
2.6.
Acibadem heeft vervolgens het niet door Anderzorg vergoede gedeelte van facturen 1 en 2 gecrediteerd, in totaal ten bedrag van € 3.903,89.
2.7.
Bij brief van 11 september 2023 heeft CollactiveBMK Incasso B.V. namens Acibadem [gedaagde] gesommeerd om facturen 1, 2 en 3 te betalen verminderd met het gecrediteerde bedrag, te weten een bedrag van € 5.514,93 (€ 9.418,82 - € 3.903,89 =) en aangekondigd dat als [gedaagde] niet binnen 15 dagen betaalt € 787,40 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten in rekening zal worden gebracht.
2.8.
Factuur 3 heeft [gedaagde] nog niet bij Anderzorg ingediend.

3.Het geschil

3.1.
Acibadem vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 5.514,93 aan hoofdsom, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en de proceskosten.
3.2.
Acibadem stelt daartoe dat tussen haar en [gedaagde] een geneeskundige behandelovereenkomst tot stand is gekomen waarvoor [gedaagde] nog dient te betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen zal hieronder voor zover van belang nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De geneeskundige behandelovereenkomst die aan de vordering ten grondslag ligt is gesloten tussen Acibadem als handelaar en [gedaagde] als consument. In dat geval moet ambtshalve, dus ook als dat door partijen niet aan de orde is gesteld en/of de vordering is erkend, worden getoetst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht.
4.2.
Ambtshalve toetsing van informatieplichten is hier niet aan de orde, omdat een geneeskundige behandelovereenkomst op grond van artikel 6:230h lid 2 sub d van het Burgerlijk Wetboek (BW) is uitgezonderd van toetsing.
4.3.
Wel dient het prijsbeding ambtshalve getoetst te worden aan de Richtlijn oneerlijke bedingen 93/13/EEG. Ingevolge artikel 4 lid 2 van deze richtlijn zijn echter kernbedingen (zoals het prijsbeding) uitgesloten van toetsing op oneerlijkheid mits deze transparant zijn.
4.4.
[gedaagde] voert daarbij zelf aan dat Acibadem gehouden was om hem voorafgaand aan de behandeling te informeren over de tarieven/kosten van de behandeling en of de behandeling onder de verzekerde aanspraak van de Zorgverzekeringswet zou vallen waardoor hij een weloverwogen financiële overweging had kunnen maken of hij de behandeling wilde ondergaan. Nu dat volgens hem niet is gebeurd, heeft Acibadem belangrijke informatie verzwegen, reden waarom hij een beroep doet op dwaling in de zin van artikel 6:228 lid 1 sub b BW en hij niet meer dan het door Anderzorg aan hem uitgekeerde bedrag van € 4.441,64 wil betalen.
4.5.
Acibadem heeft in de processtukken en ter zitting haar werkwijze toegelicht. Zoals verplicht is gesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft zij op haar website de tarieven voor de verschillende behandelingen per behandeling/NZa code gepubliceerd (de zogenaamde passantentarieven). Deze tarieven gelden niet voor gecontracteerde zorgverzekeraars. Daarvoor gelden andere (lagere) tarieven die niet openbaar zijn. Die tarieven worden rechtstreeks door de verzekeraar aan Acibadem betaald.
Bij een niet-gecontracteerde verzekeraar brengt Acibadem het gepubliceerde passantentarief bij de patiënt in rekening. Deze rekening moet de patiënt indienen bij zijn verzekeraar. Pas nadat de verzekeraar (een gedeelte van) de factuur heeft uitbetaald aan de patiënt, moet de patiënt dit uitgekeerde bedrag doorbetalen aan Acibadem. Nadat Acibadem de specificatie van de zorgverzekeraar over de factuur heeft ontvangen, wordt het niet door de verzekeraar vergoede gedeelte van het passantentarief gecrediteerd. Gevolg hiervan is, volgens Acibadem, dat zowel bij gecontracteerde zorg als bij niet-gecontracteerde zorg de patiënt uiteindelijk, naast eventueel verschuldigd eigen risico, niet meer verschuldigd is dan hetgeen door de verzekeraar wordt vergoed. Als er sprake is van een verschuldigd bedrag aan eigen risico, wordt dit bedrag bij gecontracteerde zorg door de verzekeraar bij de patiënt in rekening gebracht. Bij niet-gecontracteerde zorg wordt het eigen risico door de verzekeraar verrekend met de uit te betalen vergoeding aan de patiënt. Dit is dan ook de reden dat de patiënt bij niet-gecontracteerde zorg het door de verzekeraar op de vergoeding in mindering gebrachte eigen risico, dus nog zelf dient te betalen aan Acibadem. Het uiteindelijk aan Acibadem verschuldigde bedrag voor een behandeling bestaat daarom bij niet-gecontracteerde zorg uit het door de verzekeraar aan de patiënt uitbetaalde bedrag vermeerderd met het door de verzekeraar verrekenende eigen risico.
4.6.
Acibadem stelt dat deze wijze van factureren duidelijk is vermeld op haar website. Verder wordt een patiënt als hij telefonisch contact opneemt om een afspraak te maken gewezen op deze wijze van factureren. Ook staat deze wijze van factureren vermeld op de schriftelijke afspraakbevestiging die Acibadem voorafgaande aan de behandeling aan de patiënt stuurt. Deze informatie is volgens Acibadem vergelijkbaar met de informatie die wordt gegeven bij de factuur, zoals hiervoor is vermeld onder 2.3.
4.7.
Op grond van het bovenstaande wordt met [gedaagde] geconcludeerd dat Acibadem voorafgaand aan de behandeling geen informatie heeft gegeven over de daadwerkelijke prijs van de behandeling. Weliswaar heeft zij de passantentarieven gepubliceerd op haar website, maar gesteld noch gebleken is dat Acibadem vóór de behandeling verwijst naar de door haar op haar website gepubliceerde passantentarieven. Bovendien informeert Acibadem de patiënt niet over de NZa-code van zijn behandeling, waardoor het voor de patiënt ondoenlijk is om het toepasselijke tarief in die lijst te vinden. Daarbij geldt dat vaak pas gedurende of na de behandeling precies wordt vastgesteld welke NZa-codes in rekening worden gebracht. Sterker uit de toelichting van Acibadem volgt dat de prijs die betaald wordt voor gecontracteerde zorg altijd lager is dan het passantentarief en de prijs voor niet-gecontracteerde zorg afhankelijk is van het bedrag dat de verzekeraar achteraf vergoedt. In dat laatste geval staat de prijs die Acibadem uiteindelijk in rekening brengt, voorafgaand aan de behandeling, dus nog niet vast. Conclusie is dan ook dat het prijsbeding niet transparant is en getoetst moet worden op oneerlijkheid.
4.8.
Volgens artikel 3, lid 1 van de richtlijn wordt een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
4.9.
Acibadem heeft voldoende gesteld dat zij bij niet-gecontracteerde zorg de prijs voor de behandeling achteraf aanpast aan de vergoeding die de verzekeraar voor de behandeling aan de patiënt betaalt (door creditering van het meerdere). Voorwaarde daarvoor is wel dat de patiënt zijn factuur indient bij de verzekeraar en de specificatie daarvan aan Acibadem stuurt. In dat geval dient de patiënt alleen de van de verzekeraar ontvangen vergoeding aan Acibdem te voldoen, eventueel nog vermeerderd met het verrekende eigen risico. Onbetwist is gebleven dat zij deze wijze van factureren voorafgaande aan de behandeling op haar website, telefonisch en bij de afspraakbevestiging steeds heeft vermeld.
4.10.
[gedaagde] voert aan dat dit hem toch niet duidelijk genoeg was, maar Acibadem heeft daartegenover voldoende gesteld dat de door haar voorafgaand aan de behandeling gegeven informatie overeenkomt met de hiervoor geciteerde brief onder 2.3 waaruit voldoende duidelijk blijkt wat [gedaagde] had moeten doen. Overigens staat vast dat [gedaagde] twee van de drie facturen ook bij zijn verzekeraar heeft ingediend en hiervoor een vergoeding heeft ontvangen. Nu de patiënt, als hij de van te voren gecommuniceerde instructie ten aanzien van de factuur opvolgt, uiteindelijk alleen de vergoeding van de verzekeraar en het eventueel verrekend eigen risico hoeft te betalen aan Acibadem, wordt geoordeeld dat het prijsbeding niet oneerlijk is. Het evenwicht tussen partijen is namelijk door de intransparantie van de uiteindelijke prijs niet in strijd met de goede trouw aanzienlijk verstoord. Zowel bij contractuele als bij niet-contractuele zorg brengt Acibadem bij de patiënt (uiteindelijk) immers alleen de prijs in rekening die door de verzekeraar aan de patiënt wordt vergoed, zodat een patiënt zelf ten hoogste het eigen risico moet betalen. Dat bij niet-gecontracteerde zorg het bedrag aan eigen risico, zoals in het onderhavige geval, betaald moet worden aan Acibadem in plaats van aan de verzekeraar, maakt het voorstaande niet anders.
4.11.
Het beroep op dwaling van [gedaagde] wordt dan ook afgewezen. Niet kan worden geconcludeerd dat Acibadem iets heeft verzwegen waardoor hij bij een juiste voorstelling van zaken de behandelovereenkomst niet zou hebben gesloten. [gedaagde] had immers bij elke andere zorgverlener, als hij al zijn facturen bij zijn verzekeraar had ingediend, alleen nog zijn eigen risico zelf moeten betalen. Dat is nu ook het geval, behoudens dat hij factuur 3 nog niet heeft ingediend bij zijn verzekeraar. Nu hij dit (nog) niet heeft gedaan, maar wel had kunnen doen, is het niet oneerlijk dat hij daardoor op dit moment het gehele bedrag van factuur 3 aan Acibadem verschuldigd is. Waarschijnlijk krijgt hij deze factuur als hij de factuur alsnog bij zijn verzekeraar indient, geheel vergoed.
4.12.
Slotsom van het bovenstaande is dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag van € 5.514,93 (€ 4.441,64 (uitgekeerd door verzekeraar) + € 834,96 (eigen risico) + € 238,33 (nog niet bij verzekeraar ingediende factuur 3)). Daarbij zij opgemerkt dat Acibadem ter zitting heeft verklaard dat als [gedaagde] alsnog factuur 3 indient bij zijn verzekeraar en deze minder uitkeert dan het gefactureerde bedrag, het verschil alsnog zal worden gecrediteerd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat als [gedaagde] dit doet, dit bedrag alsnog in mindering wordt gebracht op de veroordeling.
4.13.
Acibadem vordert ook vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van de wet. Gesteld noch gebleken is dat Acibadem algemene voorwaarden hanteert. Acibadem heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering is getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 787,40 is dan ook toewijsbaar.
4.14.
Gelet op de uitkomst wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. De gemachtigde van [gedaagde] heeft ter zitting toegezegd deze kosten op zich te nemen, nu hij [gedaagde] had geadviseerd ook het (erkende) bedrag van de al verkregen vergoedingen niet aan Acibadem te betalen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Acibadem te betalen een bedrag van:
- € 5.276,60 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 4 juli 2023, tot de dag van volledige betaling;
- € 238,33, dan wel het bedrag dat Anderzorg als vergoeding voor deze factuur aan [gedaagde] heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het te betalen bedrag met ingang van 4 juli 2023, tot de dag van volledige betaling;
- € 252,46 aan wettelijke rente berekend tot en met 3 juli 2023;
- € 787,40 aan buitengerechtelijke kosten;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.322,49, te weten € 514,00 aan griffierecht, € 130,49 aan explootkosten en € 678,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.