ECLI:NL:RBAMS:2024:7918

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
13-246842-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid officier van justitie in Europees aanhoudingsbevel na intrekking door Duitsland

Op 12 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bamberg in Duitsland op 19 juni 2024. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1998, die gedetineerd was in Nederland. Tijdens de zitting op 12 december 2024 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C. Peters, en de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, was ook aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 12 december 2024 heeft meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB heeft ingetrokken. Zowel de raadsman als de officier van justitie hebben ter zitting gevorderd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd en geoordeeld dat de officier van justitie niet kan worden ontvangen in haar verzoek, aangezien het EAB inmiddels is ingetrokken.

De rechtbank heeft vervolgens besloten dat de overleveringsdetentie van rechtswege is vervallen. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M. van Mourik, en de rechters mrs. J.P.W. Helmonds en D.A. Segbedzi, in aanwezigheid van de griffiers mr. E.A. Harland en Ç.H. Dede. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-246842-24
Datum uitspraak: 12 december 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 16 oktober 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 19 juni 2024 door het
Amtsgericht Bamberg, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP adres] ,
gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 12 december 2024, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. C. Peters, advocaat in Zaandam.
De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting van 12 december 2024 gesloten en direct uitspraak gedaan.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

Bij e-mail van 12 december 2024 heeft het Openbaar Ministerie meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB heeft ingetrokken. De raadsman en officier van justitie hebben daarom ter zitting gevorderd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank is met de raadsman en officier van justitie van oordeel dat de officier van justitie niet kan worden ontvangen in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat het EAB inmiddels is ingetrokken.

4.Beslissing

Verklaartde officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
Stelt vastdat de overleveringsdetentie van rechtswege is vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M. van Mourik, voorzitter,
mrs. J.P.W. Helmonds en D.A. Segbedzi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. Harland en Ç.H. Dede, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 12 december 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.