Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Bamberg, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 12 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bamberg in Duitsland op 19 juni 2024. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1998, die gedetineerd was in Nederland. Tijdens de zitting op 12 december 2024 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C. Peters, en de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, was ook aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 12 december 2024 heeft meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB heeft ingetrokken. Zowel de raadsman als de officier van justitie hebben ter zitting gevorderd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd en geoordeeld dat de officier van justitie niet kan worden ontvangen in haar verzoek, aangezien het EAB inmiddels is ingetrokken.
De rechtbank heeft vervolgens besloten dat de overleveringsdetentie van rechtswege is vervallen. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M. van Mourik, en de rechters mrs. J.P.W. Helmonds en D.A. Segbedzi, in aanwezigheid van de griffiers mr. E.A. Harland en Ç.H. Dede. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde zitting.