Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechterkort geding
[eiser]
nader te noemen: [eiser]
[gedaagde]
nader te noemen: [gedaagde]
DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
3.1 Deze huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 januari 2014 (..)
3.2 Deze huurovereenkomst wordt, na ommekomst van de in 3.1 genoemde periode, behoudens beëindiging van deze huurovereenkomst door opzegging door huurder of verhuurder in overeenstemming met 3.4 en 3.5 voortgezet voor een aansluitende periode van 5 jaar.
(..)
3.4 Beëindiging van deze huurovereenkomst door opzegging vindt plaats door huurder (..) of verhuurder (..) tegen het einde van de lopende huurperiode (..) een en ander met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één jaar. Verhuurder neemt daarbij de wettelijke opzeggingsgronden in acht.
(..)
31 december 2023 ‘overeenkomstig artikel 3 van de huurovereenkomst’.
15 november 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin zij zijn overeengekomen – ‘overwegende dat de verhuurder de huurovereenkomst had opgezegd en huurder langer de tijd nodig had om een ander pand te vinden’ – dat [gedaagde] uiterlijk op 1 oktober 2024 het gehuurde schoon en leeg zou opleveren aan [eiser] , ongeacht of hij een ander pand had gevonden, en dat [gedaagde] uitdrukkelijk afstand deed van zijn recht om de rechter om verdere verlenging van de opschortingstermijn te vragen.
Het geschil
Beoordeling
BESLISSING
[gedaagde] begroot op € 543,00 aan salaris gemachtigde, voor zover verschuldigd inclusief btw, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe en te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;