Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 13 augustus 2024 te Amsterdam een winkeldiefstal met geweld heeft gepleegd. De verdachte, geboren in 1987 en thans gedetineerd, werd op de terechtzitting van 22 november 2024 bijgestaan door haar raadsman, mr. D. Duijvelshoff. De officier van justitie, mr. B. van Duijn, vorderde een veroordeling op basis van de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte een fles de Kuyper en twee blikjes Bacardi heeft weggenomen uit een Albert Heijn, waarbij zij de medewerker in zijn gezicht heeft geslagen om haar vlucht te verzekeren. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van enkele geweldshandelingen, maar het feit van diefstal met geweld is bewezen verklaard.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest. De rechtbank overwoog dat de verdachte voldoet aan de harde en zachte criteria voor de ISD-maatregel, gezien haar eerdere veroordelingen en de noodzaak voor passende zorg vanwege haar psychische en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft het advies van de reclassering gevolgd, dat stelde dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen en om de verdachte de juiste hulp te bieden. De rechtbank heeft benadrukt dat de veiligheid van de maatschappij en de behandeling van de verdachte voorop staan, en dat de ISD-maatregel de beste optie is om deze doelen te bereiken.