3.3.1Feiten en omstandigheden (feiten 1, 2 en 3)
De feiten 1, 2 en 3 zien op hetzelfde feitencomplex. De feiten en omstandigheden zullen daarom tegelijkertijd besproken worden. De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Melding en ter plaatse
In de nacht van 6 januari 2023 kwam om 03.29 uur een melding binnen dat een slachtoffer gegijzeld zou zijn en dat hij zich in een Greenwheels-voertuig zou bevinden op de Bos en Lommerweg. Korte tijd later waren verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatse en werden zij aangesproken door een onbekende vrouw in een voertuig. Zij verklaarde dat haar zoon uit een woning was ontvoerd en in een rood voertuig stapte. De bijrijder van het voertuig liet aan verbalisant [verbalisant 2] een Snapchatgesprek zien met ene ‘ [benadeelde partij] ’, waarin meermaals werd gevraagd om politie en hulp.Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] zagen op [lokatie 1] een rode Volkswagen Up van ‘Greenwheels’ met kenteken [kentekennummer] rijden. In het voertuig bleken te zitten: [persoon 2] (bestuurder), [persoon 3] (bijrijder), verdachte (rechts achterin) en [benadeelde partij] (links achterin). Verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] zagen dat [benadeelde partij] bang naar hen keek en een wond op zijn linkerwang had.Ook verbalisanten [verbalisant 7] , [verbalisant 8] en [verbalisant 9] zagen dat [benadeelde partij] hevig ontdaan was en dat hij verwondingen in zijn gezicht had. Zij hoorden hem zeggen dat hij door de inzittenden van het voertuig was meegenomen.Ter plaatse heeft [persoon 2] verklaard dat de jongen bij hen in de auto zat, omdat de neef van die jongen een geldschuld heeft bij iemand.
Verklaring [benadeelde partij]
heeft verklaard dat hij op 6 januari 2023 omstreeks 02.00 uur in zijn woning was aan de [adres 2] toen [persoon 4] (hierna: [persoon 4] ) plots voor zijn deur stond. Toen [benadeelde partij] zijn jas pakte en de deur weer open deed, stonden verdachte en [persoon 2] ook in de deuropening. Verdachte pakte [benadeelde partij] vast, nam hem mee naar beneden en zei: ‘Mij nakken toch, mij nakken toch’. [verdachte] stond beneden bij de flat te wachten.werd richting een voertuig geduwd en werd door verdachte geslagen op zijn lichaam en in zijn gezicht. [benadeelde partij] werd in het voertuig geduwd en moest plaatsnemen in het midden van de achterbank, terwijl verdachte en [verdachte] naast hem plaatsnamen. Nadat de auto wegreed, pakte verdachte zijn telefoon af, sloeg hem wederom in zijn gezicht en zei dat ze zijn moeder en familieleden ook dingen zouden aandoen. Nadat [persoon 4] thuis werd afgezet, reed het voertuig verder naar de [straatnaam] . Het lukte [benadeelde partij] niet om het voertuig te verlaten, aangezien er een helm naast hem lag en de deuren op het kinderslot zaten. Vervolgens werd [benadeelde partij] de woning van verdachte en [verdachte] aan de [straatnaam] binnengeduwd. In de woning werd hij door (onder andere) verdachte en [persoon 2] geslagen en getrapt. Tijdens de geweldshandelingen werd er tegen [benadeelde partij] gezegd dat hij dood zou gaan, dat als de politie komt hij zijn moeder en hele familie kan begraven en dat er op dit moment mensen in [plaats] zouden wachten om zijn familie te pakken. Bij de rechter-commissaris heeft [benadeelde partij] verklaard dat verdachte en [persoon 2] dit hebben gezegd. Na een periode van twintig minuten werd [benadeelde partij] opgetild en op een bed neergezet en hierna werd hij naar een andere kamer verplaatst. In deze kamer heeft [benadeelde partij] onder dwang van verdachte zijn telefoon ontgrendeld en een memo ingesproken. Het betrof een spraakmemo gericht aan zijn neef [persoon 1] , waarin hij vroeg hem te ontmoeten bij de Total op [lokatie 1] . Vervolgens werd hij weer in de richting van het voertuig geduwd en nam plaats op de achterbank. Nadat het voertuig enige tijd had rondgereden, werden ze staandegehouden.
Uit onderzoek in de telefoon van [benadeelde partij] blijkt dat aan [persoon 1] het volgende bericht is gestuurd: ‘ [naam 4] kom snel aub ben bossenlommer heb ze geloest. Snel. Me tel gaat uit vallen’. Daarnaast is er een spraakmemo gestuurd waarin [benadeelde partij] zegt: ‘Kom achter Total snel snel. Ik kon snel weg. Ik kon snel wegkomen. Kom achter Total ik heb wifi hier’.
Snapchatberichten
In de telefoon van [persoon 2] zijn Snapchatgesprekken aangetroffen tussen [persoon 2] en ene [naam 2] . Op 5 januari 2023 om 20.37 uur stuurde [persoon 2] ‘Joo we gaan hebben planning gemaakt’, waarop [naam 2] vroeg wat de planning is. Verderop in het gesprek stuurde [persoon 2] dat het broertje van [verdachte] ook komt. [naam 2] reageerde op dit met bericht met ‘ [naam 3] ’.
Verklaringen
Verdachte heeft op 6 januari 2023 bij de politie verklaard dat (onder meer) zijn broertje in een voertuig achter hen reed.
[persoon 4] heeft bij de politie verklaard dat [naam 3] op 6 januari 2023 omstreeks 02.00 uur bij zijn woning aan [adres 3] aanbelde, omdat hij met [benadeelde partij] wilde praten. Toen [persoon 4] met hem mee naar buiten liep, kwamen er plotseling nog twee jongens aan. [persoon 4] werd geduwd en nam onder dwang plaats in het voertuig. Alle drie de jongens liepen mee naar de woning van [benadeelde partij] . Nadat [benadeelde partij] zijn jas had gepakt, werd hij vastgepakt en is er aan hem getrokken. Kort hierna is [persoon 4] thuis afgezet.
[getuige] heeft op 19 januari 2023 bij de politie verklaard dat hij een Greenwheels-voertuig heeft gehuurd op 6 januari 2023 van 00.30 uur tot en met 10.45 uur. [persoon 2] en [verdachte] hadden aan hem gevraagd om een voertuig voor hen te huren.
Tussenconclusie aanwezigen
De rechtbank komt op grond van het bovenstaande, in onderlinge samenhang bezien, tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat verdachte, [verdachte] en [persoon 2] aanwezig waren bij zowel de woning van [persoon 4] , de woning van [benadeelde partij] als de woning aan de [straatnaam] [huisnummer] .
Tussenconclusie Snapchatberichten
De rechtbank gaat op basis van het voorgaande ervan uit dat de verdachten zijn samengekomen vanwege een gezamenlijk opgesteld plan gericht tegen [benadeelde partij] .
Tussenconclusie incidenten 2 januari 2023 en 6 januari 2023
Het is de rechtbank, met name gelet op de verklaring van [persoon 2] bij zijn staandehouding, duidelijk geworden dat sprake was van een conflict tussen de neef van [benadeelde partij] , [persoon 1] , en de verdachten. Op basis van de beschreven feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat de incidenten die hebben plaatsgevonden op 2 januari 2023, die overigens niet aan verdachte zijn ten laste gelegd, verband houden met de incidenten op 6 januari 2023.
3.3.2.1 Oordeel van de rechtbank over feit 1 primair (gijzeling)
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van gijzeling in de zin van artikel 282a Sr is ten eerste vereist dat de bewegingsvrijheid van het slachtoffer werd beperkt. Ten tweede is vereist dat de dader het oogmerk heeft gehad een ander dan de gegijzelde te dwingen iets te doen of niet te doen.
De rechtbank is van oordeel dat [benadeelde partij] fysiek werd beperkt in zijn vrijheid om te gaan en staan waar hij wilde. Hij werd immers tot tweemaal toe in een voertuig geduwd en moest gedwongen in het midden op de achterbank zitten terwijl er steeds iemand naast hem zat. Verder is hij gedurende langere tijd vastgehouden in een vreemde woning. Zowel in het voertuig als in de woning waren er voortdurend mensen aanwezig die op [benadeelde partij] letten. Verder blijkt dat [benadeelde partij] uit angst voor geweld de bevelen van de verdachten opvolgde en zich niet verzette. De rechtbank acht deze angst reëel, omdat er verschillende keren geweld op hem is uitgeoefend en hij is bedreigd. Daarnaast is zijn telefoon weggenomen, zodat hij geen hulp kon inschakelen. [benadeelde partij] heeft bovendien verklaard dat hij in de woning doodsangsten heeft uitgestaan en verbalisanten hebben waargenomen dat hij hevig ontdaan was. Hieruit blijkt dat de verdachten, door het creëren van een situatie van (bedreiging met) geweld, [benadeelde partij] dusdanig veel angst hebben aangejaagd voor herhaling van agressie, dat zij hem ook op deze manier hebben in zijn vrijheid hebben belemmerd om te gaan en staan waar hij wenste. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [benadeelde partij] zich niet aan die intimiderende situatie heeft kunnen onttrekken, vanwege het geweld en de psychische druk die door de verdachten op hem werd uitgeoefend, waardoor sprake is geweest van een wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Het verweer van de raadsvrouw, dat onduidelijk is wanneer het letsel is toegebracht, wordt verworpen. De verklaring van [benadeelde partij] dat hij meermaals geslagen is in zijn gezicht, wordt ondersteund door het geconstateerde letsel door de verbalisanten en de foto’s van het letsel in het dossier.
Medeplegen
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af. Er is sprake geweest van een gezamenlijk plan tussen de verdachten. [verdachte] zijn rol bestond uit het benaderen van [persoon 4] , zodat hij [benadeelde partij] uit zijn woning kon lokken. Hij is zowel aanwezig geweest bij de woningen van [persoon 4] en [benadeelde partij] in [plaats] als in de woning aan de [straatnaam] . Verdachte en [persoon 2] zijn ook betrokken geweest bij de uitvoering van het gezamenlijke plan. Hierbij heeft [persoon 2] steeds het voertuig bestuurd en had verdachte de taak om [benadeelde partij] in het voertuig te krijgen. De verdachten zijn gezamenlijk opgetrokken en hebben gezamenlijk het plan uitgevoerd. Hieruit blijkt de nauwe en bewuste samenwerking. Hun rollen waren daarbij vergelijkbaar en inwisselbaar. Anders dan de raadsvrouw, acht de rechtbank medeplegen daarom bewezen.
Opzet en oogmerk
Op basis van de in de bewijsmiddelen genoemde gedragingen is de rechtbank van oordeel dat het opzet van de verdachten naar de uiterlijke verschijningsvorm gericht was op de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [benadeelde partij] .
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij in het voertuig zat om zijn broer te bezoeken ongeloofwaardig. Uit de bewijsmiddelen volgt namelijk dat verdachte op 6 januari 2023 betrokken is geweest bij de uitvoering van het gezamenlijke plan gericht tegen [benadeelde partij] .
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de wederrechtelijke vrijheidsberoving als drukmiddel is ingezet met het oogmerk om de neef van [benadeelde partij] te dwingen zich te begeven naar het Total Tankstation. [persoon 2] heeft ook verklaard dat [benadeelde partij] bij hen in de auto zat, omdat zijn neef een geldschuld had bij iemand. Verdachten hadden aldus het oogmerk om een ander dan [benadeelde partij] te dwingen iets te doen. De rechtbank verwerpt daarmee het verweer van de raadsvrouw, dat niet bewezen kan worden dat [benadeelde partij] werd bewogen om [persoon 1] te dwingen naar het Total tankstation te komen.
Conclusie
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich op 6 januari 2023 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de gijzeling van [benadeelde partij] .
3.3.2.2 Oordeel van de rechtbank over feit 2 (mishandeling)
Op grond van de onder 3.3.1 genoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte [benadeelde partij] heeft mishandeld. De verklaring van [benadeelde partij] , dat hij meermaals in zijn gezicht is geslagen, wordt ondersteund door het geconstateerde letsel door de verbalisanten. Uit de foto’s van het letsel blijkt ook dat hij letsel op zijn lichaam heeft opgelopen. Het waargenomen letsel past naar het oordeel van de rechtbank ook bij meerdere geweldshandelingen op (verschillende plaatsen in) het gezicht en op het lichaam, en is naar het zich laat aanzien recent voor het nemen van de foto’s toegebracht.
Het verweer van de raadsvrouw, strekkende tot vrijspraak vanwege onvoldoende bewijs voor het letsel, wordt dan ook verworpen.
Medeplegen
Uit de onder 3.3.2 genoemde bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte en [persoon 2] in het kader van de gijzeling allebei geweldshandelingen hebben uitgevoerd. Tussen de verdachten bestond mede gelet op het gijzelingsplan ook ten aanzien van de mishandeling een bewuste en nauwe samenwerking. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er sprake is van medeplegen.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat niet vast is komen te staan dat de verdachten met voorbedachte raad hebben gehandeld, aangezien niet is komen vast te staan dat de mishandeling een vooraf gepland onderdeel was van het gijzelingsplan, zodat verdachte daarvan partieel zal worden vrijgesproken.
3.3.2.3 Oordeel van de rechtbank over feit 3 (bedreiging)
Op grond van de onder 3.3.2 genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat [benadeelde partij] op 6 januari 2023 is bedreigd door verdachte en [persoon 2] . De rechtbank is van oordeel dat bij [benadeelde partij] de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen dan wel dat zijn familie zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan ook worden afgeleid dat verdachte opzet heeft gehad op de bedreiging.
Medeplegen
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat zowel verdachte als [persoon 2] in het kader van de gijzeling bedreigingen hebben geuit. Tussen de verdachten bestond mede gelet op het gijzelingsplan ook ten aanzien van deze bedreigingen een bewuste en nauwe samenwerking. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er sprake is van medeplegen.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat niet vast is komen te staan dat verdachte dan wel [persoon 2] de bedreiging ‘als je niet vertelt waar de jongen is die ze zoeken beland je in een lijkenzak en word je gedumpt’ heeft geuit, zodat verdachte daarvan partieel zal worden vrijgesproken.
3.3.2.4 Meerdaadse samenloop
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten sprake is van meerdaadse samenloop als bedoeld in artikel 57 Sr. Hoewel de bewezenverklaarde handelingen namelijk weliswaar een zich op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren, loopt de strekking van de strafbepalingen dusdanig uiteen dat niet kan worden geoordeeld dat verdachte van die handelingen in wezen één verwijt kan worden gemaakt.