Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] B.V.,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen meerdere eisers en een gedaagde over de vraag of er een koopovereenkomst is gesloten met betrekking tot certificaten van aandelen in een vennootschap. De eisende partijen, bestaande uit [eiser 1] B.V., [eiser 2], [eiser 3] en [eiser 4], zijn erfgenamen van mevrouw [erflaatster] en hebben een rechtszaak aangespannen tegen [gedaagde]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een koopovereenkomst is gesloten voor de certificaten van aandelen voor een bedrag van € 400.000, ondanks het verweer van [gedaagde] dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank oordeelt dat de eerdere communicatie tussen de partijen voldoende bewijs levert voor de totstandkoming van de overeenkomst.
De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers toegewezen, waarbij [gedaagde] wordt veroordeeld om mee te werken aan de noodzakelijke rechtshandelingen voor de nakoming van de overeenkomst. Tevens is [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de schade die de eisers hebben geleden door zijn tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 4 december 2024 door mr. F.L. Bolkestein.