ECLI:NL:RBAMS:2024:7750

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
11 december 2024
Zaaknummer
10858198 CV EXPL 23-15901
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Europees civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraagde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, als gemachtigde van passagiers die een vlucht van Lyon naar Bristol via Amsterdam hadden geboekt, een vordering ingesteld tegen Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vlucht, uitgevoerd op 22 april 2023, had een vertraging van 35 minuten bij aankomst in Amsterdam, wat leidde tot een totale vertraging van ongeveer 6 uur voor de passagiers. AirHelp vorderde een schadevergoeding van € 500,00 op basis van de Europese Verordening 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annuleringen of langdurige vertragingen. KLM verweerde zich door te stellen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een ATC (Air Traffic Control) actie, en dat zij voldoende reservetijd had ingepland voor de aansluitende vlucht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming zijn aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, de rechter oordeelde dat KLM voldoende bewijs had geleverd voor de buitengewone omstandigheden die de vertraging veroorzaakten. De rechter concludeerde dat de MCT (minimal connecting time) van 40 minuten voor continentale vluchten in Amsterdam was gerespecteerd en dat de passagiers niet in staat waren om de aansluitende vlucht te halen. Daarom werd de vordering van AirHelp afgewezen en werd AirHelp veroordeeld in de proceskosten van KLM.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10858198 CV EXPL 23-15901
vonnis van: 28 november 2024
fno.: 569

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de vennootschap naar het recht harer vestiging AirHelp Germany GmbH

gevestigd te Berlijn
eiseres
nader te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
t e g e n

de naamloze vennootschap Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.

gevestigd te Amstelveen
gedaagde
nader te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. B.E. Struijk

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 7 december 2023, met producties;
  • antwoord met producties;
  • repliek;
  • dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat vast:
1.1.
[naam 1] en [naam 2] (hierna de passagiers) hebben bij de vervoerder een vliegreis geboekt van Lyon naar Bristol via Amsterdam uit te voeren op 22 april 2023.
1.2.
Het vluchtschema van de reis was als volgt:
datum
vluchtnr
van
naar
vertrek
aankomst
22/04/2023
[vluchtnummer 1]
Lyon
Amsterdam
14:05
15:40
22/04/2023
[vluchtnummer 2]
Amsterdam
Bristol
16:40
16:55
Beide vluchten zijn uitgevoerd door de vervoerder.
1.3.
Vlucht KL 1416 is met een vertraging van 35 minuten gearriveerd te Amsterdam. In het operational log van Eurocontrol is ter zake van de vlucht opgenomen dat om 10:05 uur UTC, 12:05 lokale tijd door het NMOC, een CTOT (Calculated Take off Time) is gegeven waarbij de vlucht later diende te vertrekken. Als oorzaak is opgenomen de IATA code IE 82, hetgeen staat voor (IE) ATC industrial action, (82) ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT ENROUTE. In het OCC rapport van de vervoerder is ter zake van de vertraging van de vlucht opgenomen de IATA code 81 (ATFM due to ATC En-Route demand).
1.4.
De passagiers zijn door de vervoerder omgeboekt en zijn met een vertraging van om en nabij de 6 uur gearriveerd op de eindbestemming.
1.5.
De passagiers hebben de vordering ter zake van de vlucht gecedeerd aan AirHelp.
1.6.
Airhelp heeft bij de vervoerder aanspraak gemaakt op compensatie.
1.7.
De vervoerder heeft geweigerd compensatie te betalen.

Vordering en verweer

2. AirHelp GmbH vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 500,00 aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum vlucht tot de algehele voldoening;
b. de proceskosten vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3. AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraagde aankomst op de eindbestemming gehouden is de passagier te compenseren conform de Verordening. Er is niet gebleken van een buitengewone omstandigheid als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Voorts heeft de vervoerder de overstap te strak ingepland. De MCT (minimal connecting time) bedraagt voor continentale vluchten 50 minuten. Indien de vervoerder voldoende reservetijd had ingepland dan hadden de passagiers de aansluitende vlucht kunnen halen. De aansluitende vlucht had een vertraging van 25 minuten.
4. De vervoerder voert verweer en voert – kort gezegd – aan dat NMOC, als onderdeel van Eurocontrol, zorgt voor veiligheid in het luchtverkeer. NMOC heeft vervolgens ter regulatie van het verkeer, nadat zij van de lokale lucht verkeersleiding vernam dat de capaciteit bijgesteld diende te worden, CTOT’s aan de vervoerder ter zake van vlucht [vluchtnummer 1] opgelegd. Dit besluit moet worden gevolgd. Gelet daarop is sprake van een buitengewone omstandigheid als bedoeld in de Verordening. De MCT te Amsterdam bedraagt 40 minuten voor continentale vluchten. De vervoerder heeft geheel onverplicht reeds 20 minuten reservetijd gehanteerd tussen de vluchten. De passagiers hebben de aansluitende vlucht niet kunnen halen. Betwist wordt dat deze vertraging heeft opgelopen. De vervoerder heeft de passagiers op de snelst beschikbare alternatieve vlucht omgeboekt.

Beoordeling

5. Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone
omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
6. AirHelp heeft enkel betwist dat er sprake is van een buitengewone omstandigheid zonder dat te concretiseren. De vervoerder heeft de gestelde buitengewone omstandigheid voldoende onderbouwd door middel van het operational log en het OCC rapport. Daarvan wordt uitgegaan zodat de vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
7. Anders dan AirHelp stelt bedraagt de MCT te Amsterdam voor continentale vluchten 40 minuten. De tijd tussen de vluchten bedroeg 60 minuten zodat de vraag of de vervoerder voldoende reservetijd heeft gehanteerd, in casu 20 minuten, kan worden kortgesloten. Dat heeft de vervoerder gedaan. Gelet op het voorgaande betekent dit dat de passagiers met een vertraging van 35 minuten en een MCT van 40 minuten de aansluitende vlucht nimmer hebben kunnen halen (60-35 = 25).
8. Dat de vervoerder de passagiers vervolgens heeft omgeboekt op de eerst beschikbare alternatieve vlucht is niet betwist door AirHelp.
9. Gelet op het voorgaande wordt ervan uitgegaan dat de vervoerder alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging op de eindbestemming te beperken.
10. Gelet op het voorgaande wordt de vordering afgewezen. Airhelp wordt veroordeeld in de proceskosten als hierna te melden.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt AirHelp in de proceskosten die aan de zijde van de vervoerder tot op heden begroot worden op € 162,00 aan salaris van de gemachtigde, en voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt AirHelp in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 68,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
veroordeelt AirHelp tot betaling van de kosten van betekening van dit vonnis indien Airhelp niet binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe aan de veroordelingen onder II en III voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wesdorp, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.