ECLI:NL:RBAMS:2024:7695
Rechtbank Amsterdam
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering uitvaartovereenkomst zonder ontbindingsrecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 december 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen DELA Uitvaartverzorging N.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De zaak betreft een overeenkomst voor uitvaartverzorging die buiten de verkoopruimte tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de eiseres haar informatieplichten heeft nageleefd en of er sprake is van oneerlijke bedingen in de overeenkomst.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst is gesloten met een consument en dat de informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 en 6:230t van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn. De rechter concludeert dat de eiseres niet heeft voldaan aan de informatieplicht over het ontbindingsrecht, maar dat dit recht in dit geval niet van toepassing is. Dit is gebaseerd op de aard van de overeenkomst en de wettelijke termijn waarbinnen een uitvaart moet plaatsvinden.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst een gemengde overeenkomst betreft en dat de uitzonderingen op het ontbindingsrecht van toepassing zijn. De rechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen, inclusief de gevorderde hoofdsom, rente en proceskosten. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.