In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, betreft het een huurgeschil tussen huurders en verhuurder. Huurders hebben sinds 16 maart 2022 een woning gehuurd van de verhuurder, die hen nu in een incident in vrijwaring oproept om de aannemer Mouton Bouw te betrekken. De huurders hebben lekkages en schimmelvorming in de woning gemeld, wat hen heeft doen besluiten om de verhuurder te dagvaarden. De huurprijs bedraagt € 1.668,- per maand. De verhuurder stelt dat de lekkages veroorzaakt zijn door foutief geplaatste raamkozijnen door Mouton Bouw en wil deze in vrijwaring oproepen. De huurders verzetten zich hiertegen, omdat de verhuurder niet voldoende heeft onderbouwd dat er een rechtsverhouding bestaat die Mouton Bouw verplicht om de gevolgen van een eventuele veroordeling te dragen. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot oproeping van Mouton Bouw in vrijwaring wordt afgewezen, omdat dit zou leiden tot onredelijke vertraging van de procedure. De verhuurder wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 204,00. De hoofdzaak zal op 31 december 2024 verder worden behandeld.