In deze huurzaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Erisman Investments B.V., een vordering ingesteld tegen een huurder, aangeduid als [gedaagde], met betrekking tot de ontruiming van een onzelfstandige woonruimte. De huurder huurt sinds 1 mei 2021 het gehuurde, dat eigendom is geworden van Erisman in april 2022. Erisman vorderde ontruiming van het gehuurde op basis van het (van rechtswege) eindigen van de huur en ontbinding van de huurovereenkomst wegens slecht huurderschap, alsook een schadevergoeding van € 1.645,00 voor schade aan het gehuurde. De kantonrechter heeft de vorderingen van Erisman afgewezen, omdat deze onvoldoende gemotiveerd waren onderbouwd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd, omdat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd niet opnieuw kan worden verlengd voor bepaalde tijd. De overdracht van het gehuurde van de rechtsvoorganger van Erisman aan Erisman heeft de huurovereenkomst niet beëindigd. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat Erisman zijn stellingen over slecht huurderschap niet voldoende heeft onderbouwd. Er is geen bewijs geleverd dat de huurder tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, en de vorderingen tot ontbinding en schadevergoeding zijn om deze reden afgewezen.
Erisman is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 510,00. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. B.T. Beuving op 22 oktober 2024, met mr. K.L. Klokke als griffier.