Op 5 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking uitgesproken in de zaak van een overleden verdachte, die werd verdacht van deelname aan een crimineel samenwerkingsverband gericht op de illegale handel in professioneel vuurwerk. De officier van justitie had op 1 mei 2024 een vordering ingediend tot verbeurdverklaring van een in beslag genomen contant geldbedrag van € 50.250,-. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de schriftelijke toelichtingen van de officier van justitie, en heeft op 21 november 2024 de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.
De rechtbank oordeelde dat het aannemelijk is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een economisch delict, namelijk het binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk. Dit werd ondersteund door bewijs uit het strafdossier, waaronder een bestellijst met vuurwerk en het in beslag genomen geldbedrag. De rechtbank concludeerde dat het geld waarschijnlijk uit de baten van de strafbare feiten is verkregen, en dat het daarom vatbaar is voor verbeurdverklaring.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en het geldbedrag van € 50.250,- verbeurd verklaard. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar gemaakt. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de openbaarmaking een bezwaarschrift in te dienen.