ECLI:NL:RBAMS:2024:754

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
C/13/744981 / KG ZA 24-26
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op uitzending van programma over vermeende misstanden bij webshop

In deze zaak vordert eiseres, een ondernemer die een webshop exploiteert, een verbod op de uitzending van een programma waarin zij wordt beschuldigd van oplichting en misstanden met haar webshop. De eiseres stelt dat de uitzending haar reputatie en persoonlijke leven ernstig zal schaden, vooral omdat zij een bekende persoon is in haar gemeenschap. De gedaagde, Noordkaap TV Producties B.V., heeft een programma geproduceerd waarin verschillende gedupeerden hun ervaringen met de webshop van eiseres delen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen, oordelend dat er voldoende steun is voor de beschuldigingen en dat de uitzending bijdraagt aan het publieke debat over misstanden bij webshops. De rechter concludeert dat de belangen van de gedaagde in vrijheid van meningsuiting zwaarder wegen dan de belangen van eiseres in bescherming van haar goede naam. De eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/744981 / KG ZA 24-26 VVV/MAH
Vonnis in kort geding van 13 februari 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 24 januari 2024,
advocaat mr. H.L. Thiescheffer te Leeuwarden ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDKAAP TV PRODUCTIES B.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Noordkaap worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 1 februari 2024 heeft [eiseres] de dagvaarding toegelicht. Noordkaap heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
1.2.
Ter zitting waren aanwezig, voor zover van belang:
- [eiseres] met mr. Thiescheffer,
- aan de kant van Noordkaap: [naam 1] , bestuurder van Noordkaap, met mr. Van den Berg.
1.3.
Vonnis is (nader - zie 4.2) bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Noordkaap produceert het programma
[naam programma], waarin presentator [naam 1] het opneemt voor mensen die een conflict hebben en die ‘bot vangen’ bij de politie en/of instanties.
2.2.
[eiseres] exploiteerde onder (onder meer) de handelsnaam ' [bedrijf 4] ' een onderneming met een webshop, waarin zij kleding verkocht, en een fysieke winkel in (haar toenmalige woonplaats) [plaats] .
2.3.
[eiseres] is, nadat de relatie met haar partner, de heer [naam 2] , medio 2023 was geëindigd, verhuisd naar [woonplaats] . Hun drie kinderen (in de leeftijd van 2 tot en met 7 jaar) wonen bij hun vader in [plaats] en gaan daar naar school. [eiseres] en haar ex zijn een zorgregeling overeen gekomen.
2.4.
Op 12 februari 2023 heeft de redactie van
[naam programma]per e-mail het volgende bericht ontvangen van [naam 3] :
“ [eiseres] eigenaresse van o.a [bedrijf 5] en [bedrijf 4] , weigert om geld terug te storten na een retourzending. Ook moet je maar afwachten of je de bestelde artikelen ontvangt. Ze reageert nauwelijks op berichten, blokkeert je of krijgt een lullig antwoord, maar je geld krijg je niet. We hebben zelfs een WhatsApp-groep met vele gedupeerden van haar. Aangiftes gedaan, meldingen trustpilot, consuwijzer etcetera. Waarschijnlijk omdat dit om relatief kleine bedragen gaat blijft ze onder de radar. Maar vele kleine bedragen wordt een groot bedrag. Check trustpilot en klacht.nl. Staat vol met hetzelfde soort berichten. En ze kan ongestoord doorgaan omdat niemand er wat mee kan of aan doet! Grote schande! Wellicht kunnen jullie deze wanpraktijken stoppen. Ze heeft al onnoemelijk veel onterecht geld op haar rekening inmiddels!”
Blijkens de stukken heeft [naam 3] op 13 februari 2023 online aangifte gedaan van online handelsfraude (artikel 326e Wetboek van Strafrecht) en oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht). In de aangifte staat dat zij bij webwinkel [bedrijf 4] op 27 oktober 2022 laarzen heeft besteld en € 49,98 heeft betaald, maar nadat zij deze had teruggestuurd haar geld niet terugkreeg en geen reactie.
2.5.
Op 7 juni 2023 heeft de redactie per e-mail het volgende bericht ontvangen van [naam 4] :
“Ik, en een x aantal meer mensen, zijn opgelicht door [eiseres] . Zij heeft onder andere een web- en fysieke winkel [bedrijf 4] in [plaats] (Friesland) en is fotograaf.
- [website 2]
- [website 1]
Op 25 mei 19.08 uur heb ik via [website 2] laarzen besteld. Daar stond bij dat ze op voorraad waren, dus voor 14.00 uur besteld, volgende dag in huis. Helaas is dit niet het geval.
(…)
In de afgelopen weken heb ik meerdere malen contact gezocht met [eiseres] via Instagram en de chatfunctie op de website, maar altijd zonder reactie. Tot vandaag.
Ik kwam erachter dat meer mensen door haar zijn opgelicht, dus ik besloot de website via mijn verhaal op instagram openbaar te zetten met erbij te vermelden dat het om oplichting gaat en ineens kwam er binnen een paar minuten een reactie. Ze begon te dreigen met een claim ivm privacyschending als ik het verhaal niet offline zou halen. (…)
Meerdere mensen, waaronder ik, hebben aangifte gedaan, maar ze blijft maar doorgaan met oplichten.
Ik vind dat hier een einde aan moet komen en hoop dat jullie kunnen helpen!”
Blijkens de stukken heeft [naam 4] op 29 juni 2023 online aangifte gedaan van online handelsfraude (artikel 326e Wetboek van Strafrecht) en oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht). In de aangifte staat dat zij bij webwinkel [bedrijf 4] op 25 mei 2023 laarzen heeft besteld en € 46,73 heeft betaald, maar dat zij de laarzen nooit heeft ontvangen, evenmin als een reactie op haar berichten aan [bedrijf 4] .
2.6.
Op 18 juli 2023 heeft [naam 1] [eiseres] op straat geconfronteerd met [naam 4] en haar klacht. Ook is toen aan [eiseres] een lijst voorgehouden met andere personen die door (de webshop van) [eiseres] zouden zijn gedupeerd of opgelicht. (Deze lijst, maar dan geanonimiseerd, is door Noordkaap in dit kort geding overgelegd als productie 3A.) Noordkaap heeft verklaard dat zij toen aan [eiseres] geen afschrift van die lijst heeft verstrekt omdat een groot aantal van de daarop als gedupeerden vermelde personen wel aan het onderzoek, maar niet aan de uitzending wilde meewerken. Direct na de confrontatie is [naam 1] naar de fysieke winkel van [eiseres] gegaan waar hij naar zijn zeggen onder meer een kennis van de ex van [eiseres] aantrof.
2.7.
Bij e-mail van vrijdag 21 juli 2023 heeft [eiseres] aan Noordkaap geschreven:
“Afgelopen dinsdag ben ik overdonderd door jullie bezoekje.
Ik ben hier achteraf enorm van geschrokken en zou toch erg graag contact willen krijgen met [naam 1] . Ik heb namelijk een lijst gezien van 'gedupeerden' en zag in een vlucht allemaal bekende namen voorbij komen. Waaronder een paar 'ex' vriendinnen. Ik ben 4 maand geleden in een hele nare situatie terecht gekomen met mijn ex en ben destijds het huis uit gevlucht. Er hebben zich veel dingen afgespeeld in de tussentijd waardoor ik zelfs de keuze heb gemaakt mijn winkel daar te sluiten. Dit heeft alles te maken met het feit dat ik wordt lastig gevallen door mijn ex. We hebben ook 3 kleine kinderen en in deze situatie heb ik keuzes gemaakt die mijn ex en vriendinnen niet hebben kunnen accepteren. Hierin zit een stukje wraak en het kan niet zo zijn dat deze mensen zomaar zeggen geld te moeten krijgen van mij zonder dat zij dit kunnen aantonen. Ik kan toch niet op televisie verschijnen door een groep mensen die wraak willen nemen op een keuze die ik maak in mijn privé situatie?
Ik zal niet zeggen dat ik geen fouten maak met mijn webshop maar na 8 jaar verkopen is oplichting absoluut niet aan de orde. Dat er afgelopen 4 maanden fouten zijn gemaakt door mijn privé omstandigheden kan ik beamen en los ik absoluut op. Daarom wil ik ontzettend graag de lijst met 'gedupeerden' ontvangen en ook mijn bewijsmaterialen hier aan toevoegen, ik hoop oprecht dat jullie mij deze kans geven want deze hele zaak draait nu niet om feiten. Alvast bedankt.”
2.8.
Nadat partijen enkele mails hadden gewisseld, heeft [eiseres] aan Noordkaap in een e-mail van 20 augustus 2023 geschreven, voor zover van belang:
“ Begin dit jaar heb ik schoenen verkocht aan [naam 3] . Bij het verzenden van de pakketten checken wij altijd onze producten na op defecten, en leggen wij deze keurig in de dozen/verpakking.
Het pakket is aangekomen en vervolgens defect door [naam 3] geretourneerd. Na het ontvangen van dit pakket heb ik besloten deze retourzending niet te accepteren, het voldeed namelijk niet aan de retour eisen. Daarmee stond ik volledig in mijn recht. [naam 3] liet het hier niet bij zitten en deed er alles aan ons in een verkeerd daglicht te zetten.
Ze pleegde imagoschade, ze benaderde klanten en heeft daardoor een ‘groepje’ verzameld.
Ik stond nog steeds volledig in mijn recht maar accepteerde haar manier van werken absoluut niet. Ik heb er toen ook een jurist bij laten komen.
Zij heeft een brief opgesteld en gestuurd, in de hoop haar te laten stoppen. Dit deed ze niet, waarop de jurist mij adviseerde haar het geld terug te storten omdat je een ‘rotte appel’ niet kunt laten stoppen. Dit heb ik ook gedaan. Dit ‘groepje’ heeft mij daarna nog lang lastig gevallen. In de bijlagen kunnen jullie dit ook zien.
(…)”
2.9.
Per e-mail van 25 augustus 2023 heeft Noordkaap vragen gesteld en verder onder meer geschreven:
“(…)
Kort gezegd is er meer dan voldoende bewijs die de voorgenomen reportage rechtvaardigt. U heeft al langere tijd overduidelijke problemen met de webshop. U beaamt dit zelf ook. Dit gaat over niet geleverde spullen en/of niet terugbetaalde gelden. Wij moeten helaas constateren dat u nog steeds niet alle problemen oplost, ondanks eerdere en meerdere beloftes. U bent al geconfronteerd met bovenstaande en wij zullen vanzelfsprekend uw wederhoor op een manier verwerken in de voorgenomen uitzending die rechtdoet aan de inhoud. Wij hopen dat u alsnog over zult gaan tot het oplossen van die problemen.
Daarnaast melden zich na de confrontatie meer mensen die zich slachtoffer voelen van uw handelen. De makers zullen ook daar zorgvuldig onderzoek naar doen en u zult de mogelijkheid krijgen ook op die beschuldigingen te reageren. De programmamakers zullen zich tijdig - doch uiterlijk zes weken voor de uitzending - bij u melden met vragen voor extra wederhoor. De vragen zult u per mail ontvangen op dit mailadres. Mocht u op een andere wijze en/of mailadres de vragen wensen te krijgen, dan horen wij dat graag van u.
Een exacte uitzenddatum is nog niet bekend, maar zeer waarschijnlijk zal dit begin 2024 zijn in het programma [naam programma] . Daarover zullen wij u ook uiterlijk zes weken van tevoren inlichten.
(…)”
2.10.
Nadat Noordkaap [eiseres] bij e-mail van 5 december 2023 had gevraagd om haar reactie op de vragen uit de mail van 25 augustus 2023, heeft [eiseres] teruggeschreven:
“Onderstaande mail lees ik nu voor het eerst.
[bedrijf 4] is verkocht, er is ook maar één webshop.
Ik vind het jammer dat jullie vooraf geen onderzoek hebben gedaan, tot de dag van vandaag hebben jullie mij ook niet gevraagd om tegenbewijs.
Dat is voor mij/ons al voldoende te weten dat jullie afgaan op roddels en praatjes van mensen. Hadden jullie dit namelijk echt willen onderzoeken, had ik eerder al iets geweten en had ik de kans gekregen het tegenbewijs te bewijzen. Leg mij eens uit, hoe ik 8 jaar lang een webshop en daarnaast een winkel heb kunnen runnen terwijl ik mensen oplicht? Ik beeindig mijn relatie en de hel breekt los, daar moeten jullie je iets bij afvragen. Een lijst met mensen waarvan 50% bekenden van mij, de anderen krijg ik niet te zien?
Ik heb inmiddels helemaal geen webshop meer en dit is te danken aan [naam 4] , zij heeft namelijk (ik neem aan ook zonder toestemming van jullie) filmpjes en video's rondgestuurd en op facebook geplaatst waar [naam 1] (zonder zijn toestemming?) op staat. Ik denk dat ik inmiddels al genoeg gestraft ben, moet ik dan deze ellende nog een keer ervaren? Heel Europa weet het namelijk al. Ik durf niet eens meer in het dorp te komen waar mijn eigen kinderen op school zitten.
Gelukkig hebben wij ook niet stil gezeten! Wij hebben SBS 6, hart van nederland & [naam 5] ingelicht.
Zij vroegen mij namelijk WEL om tegenbewijs. Deze partijen komen wel in actie zodra dit nodig is.”
2.11.
Noordkaap heeft het onderzoek voortgezet en mede naar aanleiding van nieuwe bevindingen bij e-mails van 8 en 22 december 2023 (deels nieuwe) vragen gesteld. In de e-mail van 22 december 2023, waarin gevraagd wordt om uiterlijk 12 januari 2024 te reageren en uitzending op vermoedelijk 11 februari 2024 wordt aangekondigd, staan de volgende vragen, voor zover van belang:
“- U belooft in het gesprek met [naam 1] alles op te lossen, maar wij staan met meerdere gedupeerden van onder andere de webshop [website 2] in contact en wij weten dat nog niet iedereen is terugbetaald. Waarom heeft u dat nog steeds niet gedaan?
- Waarom heeft u na de confrontatie gedupeerde [naam 4] nog steeds niet terugbetaald?
- In de periode na de confrontatie, afgelopen 8 december nog, hebben meerdere mensen zich bij ons gemeld die zich ook slachtoffer van u voelen. Zij hebben onder andere online spullen besteld bij [website 2] of bij [website 3] en niet geleverd gekregen. Daarnaast zijn er klanten van beide webshops die artikelen retour hebben gestuurd, maar vervolgens hun geld niet hebben teruggekregen. Wat heeft u hierover te melden?
(…)
- Ook staan wij in contact met meerdere oud-medewerkers van bedrijven van u. Twee oud- medewerkers zeggen nog achterstallig loon tegoed te hebben: [naam 6] en [naam 7] . Eén van hen, [naam 7] , is hiervoor zelfs nog kortgeleden (op 6 december) in het gelijk gesteld door de rechter, uitgesproken op 7 december jl. in een vonnis. Waarom betaalt u niet?
(…)
- Waarom betaalt u de facturen van [website 4] niet?
- Waarom levert u met de website [website 3] opnieuw bepaalde producten niet?”
2.12.
[eiseres] heeft haar ondernemingsactiviteiten onder de naam [bedrijf 4] per 28 september 2023 beëindigd. Volgens het Handelsregister heeft zij van 28 september tot 18 december 2023 onder de handelsnaam ‘ [bedrijf 1] ’ een onderneming met onder meer een webshop in dameskleding geëxploiteerd. In het Handelsregister staat zij nu geregistreerd als eigenaar van de eenmanszaak ' [bedrijf 2] ', gestart op 23 oktober 2013 en met als activiteiten: fotografie en markt- en opinieonderzoeksbureaus.
2.13.
De advocaat van [eiseres] is bij brief van 8 januari 2024 ingegaan op onder meer de aantijgingen van [naam 4] (betaald), [naam 3] (betaald) en [naam 7] (op staande voet ontslagen, het vonnis is [eiseres] niet bekend) en heeft Noordkaap gesommeerd om de uitzending te annuleren. Daarop heeft de advocaat van Noordkaap bij e-mail van 11 januari 2024 afwijzend gereageerd en daarbij onder meer opgemerkt:
“In deze concrete kwestie wordt een groot aantal maatregelen genomen waardoor herkenning bij het grote publiek uitgesloten mag worden geacht. Noordkaap meldde al eerder welke (zie haar email d.d. 22 december jl.) en daaraan kan ik nog toevoegen dat Noordkaap zelf uw cliënte niet als "oplichtster" en haar handelen niet als "oplichting" zal kwalificeren. Voor zover derden dat wel doen, zal Noordkaap die beschuldigingen dus niet tot de hare maken.”.
2.14.
Bij e-mail van 19 januari 2024 is de advocaat van [eiseres] nog ingegaan op enkele inhoudelijke kwesties.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert om gedaagde te verbieden op 11 februari 2024, of op een ander tijdstip, van eiseres gemaakte beeld- en geluidsopnames openbaar te maken, alsmede gedaagde te verbieden informatie van derden (lees: anderen) over eiseres openbaar te maken, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van Noordkaap in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] stelt daartoe, samengevat, het volgende. Zij heeft ongeveer acht jaar ondernemingsactiviteiten uitgeoefend op het terrein van de e-commerce en de fotografie. Vanzelfsprekend en onvermijdelijk zijn er dan enkele klagende klanten. Gelet op de ruime tijdspanne waarbinnen [eiseres] haar onderneming heeft geëxploiteerd en de beperkte klachten (de beperkte omvang van deze vermeende misstanden) enerzijds en de schade die de uitzending zal berokkenen aan de eer en goede naam van [eiseres] , moet een belangenafweging tussen de wederzijdse grondrechten leiden tot een verbod op de tv-uitzending. Omdat [eiseres] een bekende persoon is binnen de gemeenschap van [plaats] zal zij onmiddellijk herkenbaar zijn, ondanks dat haar gezicht zal worden geblurd.
Alleen al door de reputatie van het programma [naam programma] zal [eiseres] aangemerkt worden als oplichtster, ook als de beschuldigingen niet terecht zijn. Haar persoonlijke leven zal worden geruïneerd, omdat zij het stellige vermoeden heeft dat de aanstichters van de uitzending gezocht dienen te worden binnen haar sociale netwerk. [eiseres] heeft het stellige vermoeden dat haar ex-partner heeft samengespannen met een voormalige hartsvriendin van [eiseres] , [naam 8] , teneinde alle middelen aan te wenden om [eiseres] in haar eer en goede naam aan te tasten. Noordkaap dient daarom geen podium te bieden aan de diverse vermeende gedupeerden van de webshop [bedrijf 4] . Voorts is [eiseres] van mening dat het recht van hoor en wederhoor niet voldoende wordt toegepast.
3.3.
Noordkaap voert, samengevat, het volgende verweer. De vordering moet worden afgewezen, allereerst omdat er geen – onherstelbare - schade is te verwachten die een direct gevolg is van de uitzending. Ook een inhoudelijke beoordeling moet tot afwijzing van de vordering leiden, omdat
- de uitzending een bijdrage levert aan het publieke debat over misstanden bij webshops,
- de reportage geen ongefundeerde beschuldigingen of verdachtmakingen zal bevatten,
- er flink wat maatregelen worden genomen met het oog op [eiseres] ’s privacy,
- vrijwel alle stellingen van [eiseres] ter rechtvaardiging van een verbod onjuist zijn,
- uit het uitgebreide dossier van Noordkaap met informatie van tientallen gedupeerden blijkt van steeds dezelfde voorvallen: niet leveren na betaling of niet terugbetalen na retourneren, en
- op het internet zijn veel vergelijkbare klachten, waarvan er ook veel dateren van voor het verbreken van de relatie van [eiseres] met haar ex.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] vordert in essentie om de aflevering van
[naam programma]over haar en haar onderneming niet uit te zenden. Voor zover zij met het tweede deel van haar vordering (gedaagde te verbieden om informatie van derden over [eiseres] openbaar te maken) iets anders beoogt, wordt het als te algemeen en te onbepaald afgewezen.
4.2.
Noordkaap wilde aanvankelijk op 11 februari 2024 uitzenden en heeft na de zitting bericht dat het 18 februari 2024 wordt. Daarop is de vonnisdatum verzet van 9 naar 13 februari 2024. [eiseres] heeft al met al spoedeisend belang bij haar vorderingen.
Toetsingskader
4.3.
De verbodsvordering van [eiseres] ziet op een voorgenomen toekomstige publicatie. Daarmee komt het in artikel 7 Grondwet neergelegde verbod op censuur in beeld. De toepasselijkheid van deze bepaling betekent echter niet zonder meer dat een publicatie niet van tevoren mag worden verboden. Als de onrechtmatigheid daarvan voldoende is gebleken, kan ter voorkoming van onherstelbare schade een verbod vooraf worden uitgesproken. Voorafgaande beperkingen van publicatie brengen echter zulke risico’s op ontoelaatbare inperking van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid met zich dat de noodzaak daarvan zorgvuldig en kritisch moet worden onderzocht.
De vorderingen houden een beperking in van het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting. Ingevolge artikel 10 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) kan dit recht slechts worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de in artikel 10 lid 2 genoemde belangen, zoals de goede naam en de rechten van anderen. Van een dergelijke situatie is sprake indien de publicatie onrechtmatig is jegens [eiseres] in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten de wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van [eiseres] ligt in de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer en van haar eer en goede naam, en dat van Noordkaap in de vrijheid van meningsuiting, in het bijzonder de persvrijheid. Die uitingsvrijheid brengt mee dat Noordkaap zich kritisch en waarschuwend moet kunnen uitlaten over zaken en/of misstanden die de samenleving raken. Bij afweging van deze - op zichzelf gelijkwaardige - belangen moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Daarnaast dient een eventuele beperking proportioneel te zijn.
4.4.
Omstandigheden die een rol kunnen spelen zijn onder meer de
ernst - bezien vanuit het algemeen belang - van de misstand die de publicatie aan de kaak beoogt te stellen, de mate waarin ten tijde van de publicatie de verdenkingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal, de inkleding van de verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie de verdenkingen betrekking hebben.
Onherstelbare schade?
4.5.
[eiseres] vreest dat het voor haar vrijwel onmogelijk zal zijn om zich nog te bewegen in de kleine gemeenschap van [plaats] . Zij brengt haar kinderen daar naar school en naar diverse activiteiten, zodat zij daar nog vaak aanwezig moet zijn. Door onderwerp te zijn van het programma
[naam programma] ,zal het voor [eiseres] vrijwel onmogelijk worden om zich te bewegen in [plaats] . Voorts meent [eiseres] dat zij onherstelbaar zal worden geschaad in de activiteiten die zij uitoefent binnen de Stichting " [naam stichting] ". Namens deze stichting maakt [eiseres] foto reportages van (te vroeg) gestorven kinderen.
4.6.
De voorzieningenrechter acht het aannemelijk dat het doorgaan van de uitzending tot onherstelbare schade voor de reputatie van [eiseres] zal leiden. Ook aannemelijk is dat haar kinderen nadelen van de uitzending zullen ondervinden. Noordkaap heeft er weliswaar op gewezen dat [eiseres] zelf heeft verklaard dat “heel Europa” al weet van de beschuldigingen aan haar adres als gevolg van de berichten op Facebook, maar voldoende aannemelijk is dat een uitzending op nationale televisie in een veelbekeken programma als ‘ [naam programma] ’ die schade nog aanmerkelijk vergroot, ook als de door Noordkaap aangekondigde maatregelen zoals ‘blurren’ worden toegepast. Indien de publicatie pas achteraf onrechtmatig zou worden geacht kunnen de nadelige gevolgen van de openbaarmaking ook niet meer worden hersteld door middel van een op dat moment uit te spreken veroordeling tot rectificatie of vergoeding van schade. [eiseres] heeft dus op zichzelf belang bij een verbod vooraf. Hierna zal worden beoordeeld of daarvoor voldoende grond is.
De inhoud van de uitzending
4.7.
[eiseres] en de voorzieningenrechter hebben de bewuste aflevering nog niet gezien en naar de voorzieningenrechter begrijpt is deze ook nog niet helemaal af. Ter zitting heeft Noordkaap uiteengezet wat in de voorgenomen uitzending te zien zal zijn: [naam 4] , [naam 9] , [naam 7] , [naam 6] , een anonieme bekende (naam wel bekend bij Noordkaap) van [eiseres] , medehuurster [naam 10] en [naam 11] van [bedrijf 3] zullen worden geïnterviewd door [naam 1] . Voor de kijker zal duidelijk zijn dat deze mensen eigen ervaringen en meningen rapporteren. Hun verhalen zullen aan elkaar worden gepraat door een ‘voice-over’, waarbij geen beschuldigingen worden geuit die geen steun vinden in het feitenmateriaal. Voor de reactie van [eiseres] op de beschuldigingen zal aandacht zijn in de vorm van beelden van de confrontatie tussen haar en [naam 1] .
Belang van de uitzending
4.8.
De voorgenomen uitzending levert een bijdrage aan een (publiek) debat van algemeen belang, namelijk misstanden bij webshops. Dat is op zichzelf ook niet bestreden door [eiseres] .
Zorgvuldigheid onderzoek, hoor en wederhoor
4.9.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de stukken en verklaringen van partijen blijkt dat Noordkaap voldoende en zorgvuldig onderzoek heeft gedaan. [eiseres] heeft ook niet serieus betoogd dat dit anders is. Daarbij is, anders dan [eiseres] meent, ook voldoende wederhoor toegepast. Na de confrontatie op 18 juli 2023 heeft Noordkaap nog bij e-mails van 25 augustus, 8 en 22 december 2023 gelegenheid gegeven om vragen te beantwoorden en te reageren op nieuwe bevindingen.
Steun in het feitenmateriaal?
4.10.
De aantijgingen aan het adres van [eiseres] vinden voldoende steun in het door Noordkaap aangedragen feitenmateriaal. Uit de uitvoerige en gedetailleerde documentatie (waaronder e-mails van klagers, klachten op websites, recensies, aangiftes) van Noordkaap rijst een beeld op van een groot aantal klachten van verschillende klagers (die vaak [eiseres] niet persoonlijk kennen), al vanaf 2021, over het niet terugbetalen van geld door [eiseres] nadat bestelde spullen niet zijn geleverd of zijn geretourneerd. Ook is een terugkerend patroon dat [eiseres] ofwel niet reageert op klachten ofwel beloftes tot terugbetaling doet maar deze niet nakomt en klagers lange tijd met smoesjes aan het lijntje houdt en/of op tamelijk intimiderende toon met grote schadeclaims dreigt.
4.11.
Bovendien klopt of overtuigt de weerlegging door [eiseres] van een aantal aantijgingen niet. Daarbij gaat het met name om [naam 4] , [naam 7] en [website 4] .
[naam 4]
4.12.
[eiseres] heeft al tijdens de confrontatie met [naam 1] op 18 juli 2023 toegezegd € 46,73 aan [naam 4] terug te betalen voor de wel betaalde maar niet geleverde laarzen. Daarna hebben zij en haar advocaat herhaaldelijk verklaard dat de terugbetaling gedaan is. Noordkaap heeft een e-mail overgelegd van 25 januari 2024 waarin [naam 4] aan Noordkaap laten weten dat zij het geld, ondanks herhaalde toezeggingen van [eiseres] na de confrontatie op 18 juli 2023, niet heeft teruggekregen. Volgens Noordkaap was dit tot op de dag van de zitting nog altijd niet gebeurd.
Volgens [eiseres] blijkt uit de door haar in het geding gebrachte productie 9 dat zij betaald heeft. Die productie vermeldt op p. 2: “Een terugbetaling van € 46,73 EUR is in viva wallet verwerkt en terugbetaald.” Noordkaap wijst er terecht op dat dat stuk er merkwaardig uitziet, niet gedateerd is en niet lijkt op het door [eiseres] als productie 8 overgelegde – wel gedateerde - bewijs van terugbetaling van € 49,98 aan [naam 3] (die aan Noordkaap heeft bevestigd dat ze het geld inderdaad heeft ontvangen). Voor zover [eiseres] bedoelt dat de betaling zou blijken uit het als p. 1 van haar productie 9 overgelegde Whatsapp-bericht “heb de bevestiging ontvangen” aan haar van [naam 4] van woensdag 19 juli 2023, is dit overtuigend weerlegd door de door Noordkaap overgelegde vollediger Whatsapp-wisseling. Het eerstvolgende bericht is van [naam 4] en bevat de vraag wanneer [eiseres] het geld zal terugstorten nu de twee dagen voorbij zijn die daarvoor nodig zouden zijn. Bij de Whatsapp-wisseling zit ook een bericht van [eiseres] aan [naam 4] van 16 augustus 2023, luidende “Bij mij staat hij inderdaad verwerkt op 28 juli, dus het is heel vreemd dat jij die terugbetaling niet hebt, maar ik zal het vandaag via mijn knab bank nog eens overmaken dan is het klaar”. Daarna volgen wederom vele betalingsverzoeken per Whatsapp van [naam 4] , tot in december 2023, zonder enige reactie van [eiseres] . Het is overigens ook opmerkelijk dat iemand die steeds stellig zegt al betaald te hebben ineens toezegt het bedrag een tweede keer te betalen.
4.13.
Al met al is er voldoende steun in het feitenmateriaal voor de stelling dat [eiseres] ondanks herhaalde toezeggingen aan [naam 4] niet het haar toekomende bedrag betaalt en telkens nieuwe uitvluchten verzint.
[naam 7]
4.14.
De verklaring van [naam 7] dat zij nog loon van [eiseres] tegoed heeft over in ieder geval juni tot en met augustus 2023, vindt steun in de door Noordkaap overgelegde sommatie van 21 augustus 2023 van de advocaat van [naam 7] en het verstekvonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 6 december 2023. De dag voor de zitting in dit kort geding heeft [eiseres] een – ongedateerde – aan [naam 7] gerichte brief overgelegd waarin de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [naam 7] wordt aangekondigd wegens het meermaals en ondanks herhaaldelijke waarschuwingen schenden van de geheimhoudingsplicht door onder meer vertrouwelijke klantinformatie door te spelen aan [naam 1] . Mr. Thiescheffer heeft ter zitting verklaard dat het gaat om ontslag op staande voet per 1 september 2023 en dat [eiseres] de brief op 1 augustus 2023 per e-mail aan [naam 7] heeft verzonden. Noordkaap heeft daar een schriftelijke verklaring van 31 januari 2024 tegenin gebracht waarin [naam 7] verklaart de brief nu voor het eerst te zien en dat de inhoud niet te rijmen is met een – bij de verklaring gevoegd – Whatsapp-bericht van [eiseres] van eveneens 1 augustus 2023. Daarin zegt [eiseres] , in reactie op verzoeken van [naam 7] om haar loon te betalen, niets over een ontslag op staande voet maar wel dat ze het loon van juni en juli gaat betalen. Mr. Thiescheffer heeft verklaard verzet tegen het verstekvonnis te zullen instellen.
4.15.
De voorzieningenrechter stelt vast dat er voldoende steun in het feitenmateriaal is voor de stelling dat [eiseres] heeft toegezegd achterstallig loon aan [naam 7] te betalen maar dit niet doet.
[website 4]
4.16.
Een van de verwijten die [eiseres] wordt gemaakt is dat zij ook leveranciers zoals [website 4] niet heeft voldaan ondanks toezeggingen. [eiseres] stelt dat zij op 3 december 2023 € 381,23 heeft betaald aan de incassointermediair van [website 4] . en heeft als betalingsbewijs als productie 13 een document (vermoedelijk kopie van een screenprint) overgelegd met de tekst
“3 december 2023
Stichting derdengelden Bierens Advocaten - €381,23
IDEAL”.
4.17.
Uit een ongedateerd Whatsapp-bericht van [naam 11] van [website 4] blijkt echter dat zij geen betaling hebben ontvangen van Bierens of [bedrijf 4] en dat Bierens is gevraagd na te gaan of op of rond 3 december een bedrag van €381,23 is ontvangen.
In een e-mail van 31 januari 2024 van
Bierens Incasso advocatenaan [naam 11] bij [website 4] bevestigt Bierens dat zij nimmer een betaling van “debiteur” (= [eiseres] ) ten behoeve van [website 4] heeft ontvangen. Dat wordt ook ondersteund door een factuur van 28 december 2023 van Bierens aan [website 4] voor dienstverlening inzake de vordering op [eiseres] waarin vermeld is dat er geen derdengelden zijn ontvangen.
4.18.
De bewering van [eiseres] dat zij dit bedrag aan [website 4] heeft voldaan houdt geen stand tegenover deze betwisting van de juistheid daarvan.
Geen misstanden, maar wraakactie?
4.19.
[eiseres] stelt nog dat het niet om serieuze klachten gaat, maar om een wraakactie van haar ex en of voormalige vriendinnen uit het dorp die verband houdt met de relatiebreuk met haar ex. Deze bewering vindt geen steun in de vooralsnog gebleken feiten. Uit de stukken blijkt dat de klachten niet pas na de relatiebreuk, die volgens [eiseres] ergens rond maart 2023 zou hebben plaatsgevonden, zijn ontstaan. Noordkaap voert aan naar aanleiding van de tips van [naam 3] (uit februari 2023) en [naam 4] en anderen een onderzoek te zijn gestart en contact te hebben gezocht met tientallen gedupeerden om hun ervaringen te beluisteren en te verifiëren. Daarbij bleken er ook in 2021 en 2022 al vergelijkbare klachten te zijn over niet leveren of niet terugbetalen door [eiseres] en haar webshop. Ook hebben diverse gedupeerden op de lijst aan Noordkaap verklaard dat zij [eiseres] niet persoonlijk kennen. Ook dat pleit tegen de theorie van de wraakactie.
Inkleding van de beschuldigingen
4.20.
Wat betreft de inkleding van de beschuldigingen geldt dat Noordkaap als gezegd heeft verklaard dat interviews met ‘gedupeerden’ zullen worden getoond, waarbij duidelijk is dat dit hun verhaal is. Daarnaast heeft Noordkaap toegezegd een aantal maatregelen te treffen ter bescherming van de privacy van [eiseres] :
  • haar gezicht zal worden ‘geblurd’
  • haar achternaam zal worden ingekort tot een initiaal, zij zal alleen worden aangeduid als [eiseres] of [eiseres] van D.;
  • haar privéadres en woonplaats (zowel [plaats] als [woonplaats] ) zullen niet worden genoemd;
  • over de plaats van de fysieke winkel zal alleen worden gezegd dat deze in het noorden van het land was;
  • haar eventuele nummerbord zal worden ‘geblurd’, evenals eventuele opvallende sieraden en/of tatoeages.
4.21.
Gelet op deze maatregelen is voldoende aannemelijk dat [eiseres] niet direct herkenbaar zal zijn voor het grote publiek. Voor zover personen uit haar familie en kennissenkring haar aan een combinatie van factoren toch zullen herkennen, geldt dat het verlies van goede naam een voorzienbaar gevolg is van haar eigen handelen.
Slot
4.22.
De conclusie is dat de vorderingen zullen worden afgewezen. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Noordkaap worden begroot op:
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat
1.107,00
Totaal € 1.795,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Noordkaap tot op heden begroot op € 1.795,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T H van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MAH