ECLI:NL:RBAMS:2024:7531

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
C/13/754360 / HA RK 24-243
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopig getuigenverhoor in arbeidsgeschil met betrekking tot beëindiging arbeidsovereenkomst en vaststellingsovereenkomst

Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen een verzoeker en NSA Global Cooperative U.A., hierna JuicePlus+. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M. Bos, heeft een voorlopig getuigenverhoor aangevraagd. Hij stelt dat hij door JuicePlus+ is bewogen om akkoord te gaan met een vaststellingsovereenkomst (VSO) door het doen van opzettelijke onjuiste mededelingen en het verzwijgen van relevante feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen, omdat de beoordeling van de VSO centraal staat en niet de arbeidsovereenkomst zelf. De rechtbank heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen, omdat de verzoeker voldoende belang heeft bij het horen van getuigen om zijn juridische positie te kunnen bepalen. JuicePlus+ heeft zich verzet tegen het verzoek, maar de rechtbank heeft dit verweer afgewezen. De rechtbank heeft JuicePlus+ ook veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die tot op heden zijn begroot op € 614,00. De rechtbank heeft verder bepaald dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam op een nader te bepalen datum.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/754360 / HA RK 24-243
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 3 december 2024
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. A.M. Bos,
tegen
NSA GLOBAL COOPERATIVE U.A.,
te Amsterdam,
verwerende partij,
hierna te noemen: JuicePlus+,
advocaat: mr. D.I. Madunic.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Amsterdam.
De zaak wordt behandeld door mr. S.P. Pompe, rechter, en mr. A. Chu als griffier.
Aanwezig zijn:
- [verzoeker] ,
- mr. Bos, voornoemd,
- mr. Madunic, voornoemd.
Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de rechtbank op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan. Van wat op de zitting is besproken is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

1.Waar gaat deze zaak over?

1.1.
[verzoeker] is op 9 mei 2022 in dienst getreden bij JuicePlus+ op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
1.2.
Op 20 november 2023 heeft JuicePlus+ aan [verzoeker] meegedeeld dat zijn functie vanwege bedrijfseconomische redenen komt te vervallen. Bij brief van 21 november 2023 heeft JuicePlus+ de boventalligheid van [verzoeker] bevestigd met in de bijlage een voorstel om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
1.3.
Na onderhandelingen hebben partijen op 6 december 2023 een vaststellingsovereenkomst (hierna: de VSO) gesloten.

2.De mondelinge uitspraak

2.1.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. [verzoeker] wil bewijzen dat JuicePlus+ hem ertoe heeft bewogen akkoord te gaan met de VSO door het doen van opzettelijke onjuiste mededelingen, dan wel het opzettelijk verzwijgen van feiten die zij verplicht was mee te delen. Ook wil [verzoeker] bewijzen dat de VSO alleen tot stand is gekomen door de onjuiste inlichtingen van JuicePlus+ en dat hij zonder deze informatie niet akkoord zou zijn gegaan met de (voorwaarden van de) VSO.
De rechtbank is bevoegd
2.2.
JuicePlus+ heeft allereerst aangevoerd dat de kantonrechter uitsluitend bevoegd is om kennis te nemen van het verzoekschrift, omdat dat betrekking heeft op (het beëindigen van) een arbeidsovereenkomst en het daarom gaat om een aardvordering, zoals bedoeld in artikel 93 Rv.
2.3.
De rechtbank verwerpt dit betoog. Uit de toelichting van [verzoeker] volgt dat het hem te doen is om de vraag of de VSO, die is gesloten met het oog op de situatie ná de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, door een wilsgebrek tot stand is gekomen. Daarmee staat de beoordeling van de VSO centraal en niet de arbeidsovereenkomst. De rechtbank is, omdat zij bevoegd zou zijn van een eventuele vordering over de VSO in de bodemzaak kennis te nemen, dan ook bevoegd om van dit verzoek kennis te nemen.
Toetsingskader bij de beoordeling van het verzoek
2.4.
Bij de beoordeling van een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor is het uitgangspunt dat de rechter in beginsel een getuigenverhoor beveelt zo vaak een partij dit verzoekt, als de te bewijzen aangeboden feiten zijn betwist, het bewijs daarvan door getuigen is toegelaten en de te bewijzen feiten tot een beslissing in de zaak kunnen [woonplaats] . Het voorlopig getuigenverhoor strekt er vooral toe verzoeker de gelegenheid te geven opheldering te verkrijgen over de feiten, zodat hij zijn positie in een eventuele bodemprocedure beter kan beoordelen.
2.5.
Het verzoekschrift moet de aard en het beloop van de vordering inhouden, de feiten of rechten die men wil bewijzen, de namen en woonplaatsen van de getuigen en de naam en woonplaats van de wederpartij. Als een verzoek aan de eisen voor toewijzing voldoet, dan betekent dat niet automatisch dat een voorlopig getuigenverhoor wordt bevolen. Het verzoek kan alsnog worden afgewezen als de verzoeker onvoldoende belang heeft bij het verzoek, als misbruik wordt gemaakt van de bevoegdheid tot het gebruiken van het middel van een voorlopig getuigenverhoor, als het verzoek strijdig is met een goede procesorde of als het verzoek afstuit op een ander zwaarwichtig bezwaar.
Het verzoek voldoet aan de eisen/geen afwijzingsgrond
2.6.
Het verzoek voldoet aan de eisen voor toewijzing. Het gaat om betwiste feiten, die zich lenen voor getuigenbewijs en die relevant zijn voor de beoordeling van de vordering van [verzoeker] in een bodemzaak. Ten slotte staat niet ter discussie dat aan de overige vereisten uit artikel 187 lid 3 Rv is voldaan.
2.7.
Van een afwijzingsgrond is niet gebleken. Anders dan JuicePlus+ aanvoert maakt [verzoeker] geen misbruik van zijn bevoegdheid tot het gebruiken van het middel van een voorlopig getuigenverhoor. [verzoeker] maakt gebruik van de mogelijkheid die de wet hem biedt. Hij heeft voldoende onderbouwd dat hij de getuigen wenst te horen om zijn juridische positie te kunnen bepalen. Van een fishing expedition is geen sprake. [verzoeker] heeft voldoende concrete aanknopingspunten naar voren gebracht ter onderbouwing van zijn verzoek. Dat JuicePlus+ de door hem gestelde feiten betwist maakt dat niet anders. Juist hierover kunnen de voorgestelde getuigen een verklaring afleggen. Een voorlopig getuigenverhoor dient er immers toe degene die daarom verzoekt, in staat te stellen te beoordelen of het zinvol is een voorgenomen vordering in te stellen. In deze procedure ligt de toewijsbaarheid van die vordering dan ook niet ter toetsing voor.
Het voorgaande betekent dat [verzoeker] ook voldoende belang heeft bij zijn verzoek.
2.8.
Voor een beperking van het aantal getuigen, zoals JuicePlus+ subsidiair verzoekt, bestaat geen aanleiding. [verzoeker] heeft voldoende toegelicht dat hij ook belang heeft bij het doen horen van [naam] . [naam] kan als geen ander verklaren over de inhoud van de werkzaamheden die hij nu voor JuicePlus+ verricht.
proceskosten
2.9.
De rechtbank veroordeelt JuicePlus+ in de proceskosten. JuicePlus+ heeft zich verzet tegen het verzoek van [verzoeker] , maar haar verweer is afgewezen. JuicePlus+ wordt daarom met de proceskosten van [verzoeker] belast, die zullen worden beperkt tot het salaris van haar gemachtigde voor de mondelinge behandeling. De kosten voor het griffierecht en het salarispunt voor het opstellen van het verzoek blijven voor rekening van [verzoeker] , omdat hij deze kosten ook had gemaakt als JuicePlus+ geen verweer had gevoerd. De kosten aan de zijde van [verzoeker] worden tot op heden begroot op € 614,00 (één punt x tarief € 614,00). Ook wordt JuicePlus+ veroordeeld in de kosten die na deze beschikking ontstaan.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een voorlopig getuigenverhoor,
3.2.
benoemt een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank tot rechter-commissaris,
3.3.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam aan Parnassusweg 280 op een nader te bepalen zittingsdag,
3.4.
bepaalt dat de zaak wordt aangehouden tot
19 december 2024om partijen in de gelegenheid te stellen hun verhinderdata en die van de op te roepen getuigen voor de maanden
januari tot en met maart 2025door te geven aan de griffier van deze rechtbank (t.a.v. rekestenadministratie van de Afdeling privaatrecht, team Handelszaken), waarna een datum voor verhoor zal worden bepaald,
3.5.
veroordeelt JuicePlus+ in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 614,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
3.6.
veroordeelt JuicePlus+ in de kosten die na deze beschikking ontstaan, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 92,00 aan salaris advocaat plus de explootkosten van betekening als JuicePlus+ niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze beschikking heeft voldaan en de beschikking vervolgens wordt betekend,
3.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. S.P. Pompe en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt.