ECLI:NL:RBAMS:2024:7489

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
4 december 2024
Zaaknummer
13/085269-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf van 12 maanden voor witwassen en wapenbezit

Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het voorhanden hebben van wapens, munitie, professioneel vuurwerk en het witwassen van aanzienlijke geldbedragen en goederen. De zaak, die voortkwam uit onderzoek Tarva, begon met een melding over een vuurwapen in het bezit van de verdachte. Tijdens doorzoekingen in zijn woning werden niet alleen wapens en munitie aangetroffen, maar ook een aanzienlijke hoeveelheid geld, een crypto wallet en luxe goederen zoals Rolex horloges. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van pepperspray, een Cobra vuurwerk, en 609,6 gram cocaïne, evenals het witwassen van in totaal € 63.895,- aan contant geld, horloges en cryptovaluta. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 12 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke delicten. De rechtbank verwierp de argumenten van de verdediging die stelden dat de dagvaarding nietig was en dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor de aangetroffen goederen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wel degelijk wetenschap had van de aanwezigheid van de wapens en de drugs, en dat hij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.085269.24 [verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/085269-24
Datum uitspraak: 3 december 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
op dit moment gedetineerd in [detentieadres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting van 19 november 2024. Verdachte was hierbij aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. U.E.A. Weitzel, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof, advocaat te Amsterdam, die de zaak waarneemt voor mr. Y.A. Samseij, naar voren hebben gebracht.

2.Inleiding

Deze strafzaak is het resultaat van onderzoek Tarva. Het onderzoek is gestart na een TCI-melding op 11 maart 2024 dat verdachte over een vuurwapen zou beschikken. Deze melding kwam vlak na de uitspraak in onderzoek Catanzaro, waarin verdachte als slachtoffer van vrijheidsberoving is aangemerkt. De politie heeft verdachte aangehouden en vervolgens meerdere doorzoekingen naar het vuurwapen gedaan.
Tijdens de doorzoekingen in de woning waar verdachte verbleef, aan de [adres] , hebben verbalisanten pepperspray, patronen, een Cobra en bollen met vermoedelijk drugs gevonden. Daarnaast is gevonden € 2.350, een crypto wallet, een Rolex horloge en sieraden, waardoor verbalisanten het vermoeden kregen dat er sprake is van witwassen.
Vervolgens zijn de in de woning gevonden telefoons onderzocht. In de telefoons zijn foto’s en video’s gevonden van verdachte met een vuurwapen en onderdelen van een vuurwapen. Ook is een video gevonden waarin verdachte een ander Rolex horloge draagt.
Hierna hebben verbalisanten de woning aan de [adres] doorzocht, na het ontstaan van het vermoeden dat hier een kluis lag die in gebruik was bij verdachte. In de kluis lagen bollen met vermoedelijk drugs en een plastic tas met € 13.490,-.
De rechtbank moet in deze zaak beoordelen of verdachte de wapens, de munitie, de Cobra en de verdovende middelen aanwezig heeft gehad en of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van het geld en de andere goederen die zijn aangetroffen in de woning en in de kluis.

3.Beschuldiging

Aan verdachte is – kort gezegd – tenlastegelegd dat hij zich in Amsterdam schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:het voorhanden hebben van pepperspray (categorie II), een vuurwapen en onderdelen van een vuurwapen (categorie III) en munitie van categorie III in de periode van 29 september 2023 tot en met 11 maart 2024;
feit 2:het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk (een Cobra) op 11 maart 2024;
feit 3:het witwassen van € 15.840,-, horloges van het merk Rolex, goudkleurige ringen en/of € 22.865,71 aan cryptovaluta in de periode van 27 september 2021 tot en met 17 april 2024;
feit 4:het opzettelijk aanwezig hebben van 609,6 gram cocaïne in de periode van 11 maart 2024 tot en met 17 april 2024.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Ivan dit vonnis. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.

4.Geldigheid van de dagvaarding

4.1.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de dagvaarding ten aanzien van feiten 1 en 3 nietig is op grond van het volgende.
Onder feit 1 is niet duidelijk om welke foto’s het gaat die op de iPhone 14 zijn aangetroffen en op welke (onderdelen van) wapens deze betrekking hebben. De foto’s zijn niet opgenomen in de tenlastelegging.
Onder feit 3 is het onderdeel ‘een of meerdere horloges van het merk Rolex’ onvoldoende concreet. In het dossier komen verschillende horloges van het merk Rolex voor, maar dit komt niet terug in de tenlastelegging.
4.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding geldig is. Uit het dossier blijkt welke afbeeldingen van het wapenrapport duiden op welke foto’s die in de telefoons zijn gevonden. Ook blijkt uit het dossier voldoende duidelijk dat het om twee horloges van het merk Rolex gaat, namelijk het Rolex horloge dat is aangetroffen in de woning van verdachte en het Rolex Batman horloge dat zichtbaar is op een foto en waarover verdachte heeft verklaard dat deze hem was afgenomen bij de vrijheidsberoving in onderzoek Catanzaro.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
Artikel 261 Wetboek van Strafvordering (Sv) eist een voldoende afgebakende en geconcretiseerde omschrijving van het aan verdachte verweten feit. Een tenlastelegging die hieraan niet voldoet is ondeugdelijk. Een omschrijving van het verweten feit is onvoldoende afgebakend en geconcretiseerd als voor verdachte niet voldoende duidelijk is waartegen hij zich dient te verweren. Een onduidelijke tenlastelegging leidt tot (gedeeltelijke) nietigverklaring van de dagvaarding.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit de tekst van de tenlastelegging, bezien tegen de achtergrond van het onderliggende dossier, voldoende duidelijk is waartegen verdachte zich moet verdedigen.
Onder feit 1 is per gedachtestreepje duidelijk gemaakt om welk (onderdeel van een) wapen het gaat. Uit het dossier volgt welke afbeelding op de telefoon ziet op welk (onderdeel van het) wapen onder het betreffende gedachtestreepje.
Uit het dossier blijkt dat ‘een of meerdere horloges van het merk Rolex’ die onder feit 2 zijn genoemd, zien op de Rolex die is gevonden in de woning van verdachte en op de Rolex, zichtbaar op een foto, en waarover verdachte heeft verklaard in onderzoek Catanzaro. Of de officier van justitie de beschuldiging voldoende met de bewijsmiddelen heeft onderbouwd, komt aan bod bij de waardering van het bewijs.
De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de verdediging. De dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 261 Sv en is dus geldig.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de beschuldigingen kunnen worden bewezen, behoudens het navolgende.
Verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van een patroonmagazijn (van het merk Polymer80 INC, model PF940 Polymer 80) en een slede van een vuurwapen (van het merk Glock, model 19). De foto’s van deze voorwerpen zijn genomen op 12 januari 2024, toen verdachte in Suriname verbleef, waardoor de pleegplaats uit de tenlastelegging niet kan worden bewezen.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
Ten aanzien van feiten 1 en 2: het voorhanden hebben van wapens, munitie en professioneel vuurwerk
Ten aanzien van de pepperspray, de patronen en de Cobra die zijn aangetroffen in de woning van verdachte, kan bij verdachte geen wetenschap worden vastgesteld. Verdachte was niet de enige persoon die in de woning verbleef en ook niet de enige persoon die op dit adres ingeschreven stond. Daarnaast zijn op de patronen DNA-sporen van de vader van verdachte aangetroffen, maar niet van verdachte zelf. Ten aanzien van de Cobra is geen DNA-onderzoek verricht. Nu de wetenschap en beschikkingsmacht niet kunnen worden vastgesteld is er geen sprake van het voorhanden hebben, waardoor verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het vuurwapen en de onderdelen van wapens die enkel op foto’s en video’s in telefoons zijn aangetroffen, kan bij verdachte geen wetenschap en beschikkingsmacht worden vastgesteld in de tenlastegelegde periode en op de tenlastegelegde plaats. Uit het dossier is namelijk niet gebleken door wie en wanneer de foto’s en video’s zijn gemaakt. Daarnaast kan niet op basis van enkel de foto’s worden vastgesteld dat sprake is van echte vuurwapens waarmee projectielen afgeschoten kunnen worden. Gelet hierop moet verdachte ook van deze onderdelen worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 3: het witwassen
Verdachte heeft telkens een concrete, geloofwaardige en verifieerbare verklaring afgelegd over de herkomst van het geld en de goederen.
Het geldbedrag dat is aangetroffen in de woning van verdachte, zijnde € 2.350,-, heeft verdachte verdiend met zijn werkzaamheden als personal trainer. Het geldbedrag dat is aangetroffen in de kluis aan de [adres] , zijnde € 13.490,-, is van de neef van verdachte, [naam] . Verdachte had geen wetenschap van dit geld en had hier ook geen beschikkingsmacht over. Deze neef zou zijn salaris deels contant sparen, waardoor het geld niet afkomstig is uit crimineel vermogen.
Het Rolex horloge dat is aangetroffen in de woning van verdachte heeft verdachte gekocht met een ontvangen vergoeding van € 8.000,- van het Openbaar Ministerie voor een geseponeerde zaak.
De gouden ringen heeft verdachte geërfd van zijn overleden moeder.
De cryptovaluta zijn jaren geleden door verdachte aangeschaft en zijn gestegen in waarde. Er is geen onderzoek gedaan naar transacties die hebben geleid tot dit bedrag. Hierdoor valt op geen enkele wijze vast te stellen dat het bedrag afkomstig is uit crimineel handelen.
Ten aanzien van feit 4: het aanwezig hebben van drugs
Verdachte moet worden vrijgesproken van het aanwezig hebben van de drugs. Ten aanzien van de drugs die zijn gevonden in de woning kan bij verdachte geen wetenschap worden vastgesteld. Verdachte was niet de enige persoon die in de woning verbleef en ook niet de enige persoon die op dit adres ingeschreven stond. Ten aanzien van de drugs die zijn aangetroffen in de kluis kan niet worden vastgesteld dat verdachte hiervan wetenschap had en dat de drugs binnen de machtssfeer van verdachte waren. De kluis is doorzocht lang na de aanhouding van verdachte, waardoor de inhoud ervan niet aan hem kan worden toegerekend.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een onderdeel van een wapen, pepperspray, munitie, een Cobra en het aanwezig hebben van 609,6 gram cocaïne. Niet kan worden bewezen dat hij een vuurwapen, een slede van een vuurwapen en patroonmagazijnen voorhanden heeft gehad. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van € 15.840,-, twee Rolex horloges en cryptovaluta. Niet kan worden bewezen dat verdachte de ringen heeft witgewassen.
De rechtbank overweegt het volgende. [1]
Ten aanzien van feiten 1– bewezenverklaring voorhanden hebben wapens en munitie
Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van een wapen of munitie in de zin van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie is allereerst vereist dat verdachte een wapen of munitie bewust aanwezig heeft gehad. Die bewustheid hoeft zich niet uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad. Verder is voor de bewezenverklaring van dat voorhanden hebben nodig dat de verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie heeft kunnen uitoefenen in de zin dat hij daarover heeft kunnen beschikken.
De rechtbank gaat op grond van de bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Pepperspray en patronen
Op 11 maart 2024 hebben verbalisanten de woning aan de [adres] doorzocht. [2] Verdachte heeft verklaard dat hij in deze woning verbleef. [3] Van alle slaapkamers leek alleen de slaapkamer van verdachte in gebruik te zijn en in de wasmand trof het onderzoeksteam ondergoed aan in één maat waardoor dit van één persoon leek te zijn. In de woning zijn geen goederen of kleding aangetroffen waaruit blijkt dat er naast verdachte een ander zou verblijven. [4] Tijdens de doorzoeking zijn in de inpandige berging een spuitbus met vermoedelijk traangas en patronen gevonden. [5] De spuitbus is onderzocht en dit blijkt pepperspray te zijn. [6] De patronen betreffen zeventien 9x17 mm patronen [7] en acht kaliber .38 patronen. [8] De pepperspray lag open in het zicht, bovenop de open kledingkast in de berging en de patronen lagen tussen de kleding in dezelfde kledingkast. [9] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat de pepperspray in de woning lag. [10] Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte wetenschap had van- en beschikkingsmacht had over de pepperspray en de patronen, en acht het voorhanden hebben hiervan dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Onderdeel van een vuurwapen: wapenkast Glock
Onder verdachte is een iPhone 14 in beslag genomen. [11] Deze telefoon is uitgelezen en hierop is een Whatsapp-gesprek gevonden van 29 september 2023, waarin foto’s van een vermoedelijk vuurwapen zijn verstuurd. [12] Verdachte stuurde de dag ervoor een bericht dat hij naar Nederland ging en maakte een foto in het vliegtuig. [13] Onderzoek aan de telefoon heeft aangetoond dat de foto’s verstuurd zijn vanaf het toestel dat is onderzocht, maar ook dat de foto’s zijn opgeslagen met zogenaamde Exif informatie. [14] Omdat Exif informatie afwezig is als een foto wordt ontvangen via Whatsapp, moeten de foto’s waarbij wel Exif informatie aanwezig is door de telefoon van verdachte zijn genomen. Hetgeen op de foto’s is gezien, wordt door een wapendeskundige herkend als een wapenkast van het merk Glock en model 26 gen 5. [15] Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte wetenschap had van en – in ieder geval op 29 september 2023 – de beschikkingsmacht had over de wapenkast, en acht het voorhanden hebben hiervan dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is het met de officier van justitie en de raadsman eens dat niet kan worden bewezen dat verdachte een patroonmagazijn van het merk Polymer80 INC, model PF940 Polymer 80 en een slede van een vuurwapen van het merk Glock, model 19 voorhanden heeft gehad, omdat de foto’s van deze voorwerpen zijn genomen op 12 januari 2024 en verdachte op dat moment in Suriname verbleef. Nu de pleegplaats in de tenlastelegging Amsterdam is, in elk geval in Nederland, zal verdachte van deze onderdelen worden vrijgesproken.
De rechtbank is het met de raadsman eens dat ook niet bewezen kan worden dat verdachte een vuurwapen van het merk Glock, model 26 gen 5 en een of meerdere patroonmagazijnen van een onbekend merk voorhanden heeft gehad. De rechtbank kan op basis van het dossier vaststellen dat verdachte het vuurwapen en de patroonmagazijnen heeft vastgehouden, maar niet op welke datum de video van deze voorwerpen is gemaakt. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat verdachte hierover op de datum zoals ten laste gelegd feitelijke beschikkingsmacht heeft gehad. Verdachte zal van deze onderdelen worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2 – bewezenverklaring voorhanden hebben professioneel vuurwerk
Op 11 maart 2024 hebben de verbalisanten bij dezelfde doorzoeking aan de [adres] ook vuurwerk aangetroffen. [16] Dit blijkt een Cobra, zwaar knalvuurwerk te zijn. [17] Verdachte heeft verklaard dat hij de Cobra ooit heeft gekregen en dat deze al jaren in de woning ligt. [18] De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte wist dat de Cobra in de woning lag, daarmee wetenschap had van dit vuurwerk en hierover beschikkingsmacht had. Dat verdachte op de vraag van de raadsman ter zitting – of verdachte nog wist dat de Cobra in de woning lag – negatief heeft geantwoord, acht de rechtbank niet doorslaggevend. Alles afwegend kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de Cobra voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 4 – bewezenverklaring aanwezig hebben drugs
Voor een bewezenverklaring van ‘aanwezig hebben’ in de zin van artikel 2, aanhef en onder C, van de Opiumwet is nodig dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de verdovende middelen. Daarvoor is niet doorslaggevend aan wie de drugs toebehoren. Er hoeft ook geen sprake te zijn van beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de drugs. Wel moet verdachte feitelijke macht over de drugs kunnen uitoefenen, in de zin dat hij daarover kan beschikken. Hiermee wordt bedoeld dat verdachte in enige mate kon bepalen wat er met die drugs zou gebeuren.
Doorzoeking woning [adres]
In de woning zijn in de slaapkamer van verdachte in een airfryer een brok en een zwarte bol gevonden. [19] Deze middelen zijn getest en blijken samen 410,6 gram cocaïne te zijn. [20] Verdachte heeft zich ten aanzien van de drugs beroepen op zijn zwijgrecht. Verdachte heeft wel verklaard dat de andere goederen die in de airfryer lagen – het Rolex horloge, het geld, twee gouden ringen en de crypto wallet – van hem waren. [21]
Gelet op de verklaring van verdachte dat hij wist van de andere in de airfryer aangetroffen goederen, stelt de rechtbank vast dat verdachte ook wetenschap had van de drugs in deze airfryer. Daarnaast kon verdachte feitelijke macht uitoefenen over de drugs, nu deze in zijn slaapkamer lagen in de woning waar hij verbleef. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de 410,6 gram cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Doorzoeking kluis [adres]
De woning aan de [adres] is doorzocht na het ontstaan van het vermoeden dat hier een kluis lag die in gebruik was bij verdachte. Uit chatberichten tussen verdachte en zijn neef [naam] blijkt dat de kluis door zijn neef voor verdachte werd beheerd. [22] In de berging beneden de woning vonden verbalisanten een kluis. [23] In de kluis bleek onder andere een zwarte sok met daarin vier plastic bollen te zitten. [24] Deze middelen zijn getest en blijken in totaal 199 gram cocaïne te zijn. [25] Op de bollen zijn DNA-sporen aangetroffen en veiliggesteld. [26] Vier van de DNA-sporen blijken afkomstig te zijn van verdachte. [27]
Gelet op deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat verdachte wist dat de drugs in de kluis lagen en ook dat verdachte, al dan niet via zijn neef, feitelijke macht kon uitoefenen over de drugs. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de 199 gram cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van feit 3 – bewezenverklaring witwassen
Voor een bewezenverklaring van witwassen zal allereerst moeten worden vastgesteld of de feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien die situatie zich voordoet, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van dat voorwerp. Deze verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Het ligt dan op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, mogelijke alternatieve herkomst van het voorwerp. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
In de woning aan de [adres] zijn tijdens de eerste doorzoeking in de slaapkamer van verdachte in de airfryer € 2.350,-, een Rolex horloge en twee gouden ringen gevonden. [28] Tijdens de tweede doorzoeking is nog een USB-stick gevonden en een crypto wallet. [29] Verdachte heeft over deze goederen verklaard dat deze van hem zijn. [30] In de telefoon van verdachte zijn video’s gevonden waarop te zien is dat verdachte een ander Rolex horloge (type Batman) draagt. [31] Verdachte heeft over dit horloge verklaard dat deze bij zijn vrijheidsbeneming is afgepakt. [32] In de kluis die in de berging van de [adres] lag, lagen bundels met contante geldbedragen van € 12.870,- en € 620,-. [33] Verdachte heeft weliswaar ter zitting verklaard dat deze bedragen van zijn neef zijn, maar de rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk. Zoals hiervoor onder feit 4 overwogen, werd de kluis voor verdachte door zijn neef beheerd en behoorde de inhoud van de kluis aan verdachte toe, gelet op de onderzochte chats en de gevonden DNA-sporen.
Gelet op de hoge waarde van de goederen en geldbedragen, de vindplaats van het geld – dat in pakketjes van veel biljetten met een elastiek eromheen is aangetroffen – alsmede het aantreffen van de drugs in de woning en in de kluis, is er zonder meer sprake van een witwasvermoeden. Van verdachte mag onder de gegeven omstandigheden worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de geldbedragen en goederen, welke verklaring concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is.
Verdachte heeft zich op verschillende momenten op zijn zwijgrecht beroepen. Over de herkomst van het geld heeft verdachte niet eerder verklaard. Op de zitting heeft verdachte wel een verklaring afgelegd. Verdachte zegt dat hij voor zijn werkzaamheden als personal trainer contant word betaald. De Rolex zou zijn gekocht met een vergoeding die hij van het Openbaar Ministerie heeft gekregen voor een geseponeerde zaak. De ringen zouden zijn geërfd van zijn moeder. De crypto valuta zijn jaren geleden gekocht en zijn nadien extreem in waarde toegenomen.
De rechtbank overweegt dat de verklaring over de gouden ringen concreet en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. De rechtbank weegt hierin mee dat het erven van ringen van een overleden familielid niet zonder meer gepaard gaat met een ontvangstbewijs. De rechtbank merkt nog op dat een onder verdachte in beslag genomen ketting aan hem is geretourneerd. Ook deze zou zijn geërfd. De officier van justitie heeft niet duidelijk gemaakt waarom dit onderscheid is gemaakt. Nu de rechtbank de verklaring van verdachte voldoende aannemelijk acht, zal verdachte worden vrijgesproken voor zover de beschuldiging ziet op het witwassen van de gouden ringen.
Ten aanzien van de verklaring dat verdachte contant geld heeft ontvangen voor werkzaamheden als personal trainer, overweegt de rechtbank dat de eenmanszaak van verdachte staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, maar dat er in 2023 geen winst is opgegeven en dat er geen belastingaangifte is gedaan. [34] Verdachte heeft verklaard dat hij op een handgeschreven papier zijn administratie bijhield, maar deze administratie heeft de rechtbank niet ontvangen. Deze verklaring acht de rechtbank dan ook niet concreet.
Ten aanzien van de verklaring dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van het Openbaar Ministerie overweegt de rechtbank dat uit onderzoek naar de bankrekeningen van verdachte niet is gebleken dat verdachte een bedrag van het Openbaar Ministerie heeft ontvangen voor een sepot van een strafzaak. De rechtbank acht het hoogst onwaarschijnlijk dat het Openbaar Ministerie zo’n groot bedrag contant aan verdachte zou hebben uitgekeerd. Enige onderbouwing door verdachte daarvan ontbreekt. .
Ten aanzien van de verklaring over de sterk gestegen cryptovaluta overweegt de rechtbank dat verdachte op de zitting heeft verklaard dat hij tussen de vier en zes jaar geleden eenmalig
€ 500,- heeft ingelegd en dat de waarde enorm is gestegen. Uit onderzoek naar de bankrekeningen van verdachte is echter naar voren gekomen dat in de periode van 6 augustus 2022 tot 14 januari 2024 bedragen zijn overgemaakt naar Blockchain Access UK Ltd van € 9.303,- [35] , waardoor de rechtbank de verklaring dat verdachte enkel € 500,- heeft ingelegd als hoogst onwaarschijnlijk terzijde schuift.
Tot slot betrekt de rechtbank bij de waardering van de verklaringen van verdachte dat hij deze pas in een zeer laat stadium – tijdens de inhoudelijke behandeling – heeft afgelegd.
Op basis van het onderzoek is het beeld ontstaan dat verdachte zich bezig heeft gehouden met illegale praktijken (zoals drugshandel) waarmee hij aanzienlijke bedragen zou kunnen hebben verdiend. Ook heeft verdachte bij de reclassering verklaard dat hij na zijn ontvoering in 2022 niet meer heeft gewerkt. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat de contant aangetroffen geldbedragen, de horloges en de cryptovaluta als afkomstig van enig misdrijf kunnen worden beschouwd en dat verdachte op de hoogte is geweest van deze herkomst. Dit betekent dan ook dat de rechtbank bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen door het voorhanden hebben van de aangetroffen geldbedragen, twee Rolex horloges en cryptovaluta. De waarde komt in totaal neer op (contant geld € 15.840,- + Rolex horloge
€ 7.600,- + Rolex Batman horloge € 17.590,- + cryptovaluta € 22.865,-) [36] € 63.895,-.

6.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 29 september 2023 tot en met 11 maart 2024 in Nederland,
een wapen van categorie II, onder 6° van de Wet wapens en munitie, te weten pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen,
en munitie van categorie III, te weten patronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 9 mm en van een onbekend merk, kaliber .38,
en onderdelen van een vuurwapen die specifiek bestemd zijn en/of van wezenlijke aard zijn, voor een pistool, als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten een wapenkast van een vuurwapen van het merk Glock, model 26 gen 5
voorhanden heeft gehad;
feit 2
op 11 maart 2024 te Amsterdam, opzettelijk 1 stuk vuurwerk, te weten een Cobra, zijnde professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad;
feit 3
in de periode van 27 september 2021 tot en met 17 april 2024 in Nederland, telkens een of meer voorwerpen, te weten:
- een contant geldbedrag van 15.840 euro,
- horloges van het merk Rolex, en
- cryptovaluta met een totale waarde van ongeveer 22.865,71 euro
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist, dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf;
feit 4
op momenten in de periode van 11 maart 2024 tot en met 17 april 2024 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad 609,6 gram cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

7.Strafbaarheid van de feiten

De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

8.Strafbaarheid van verdachte

Verdachte is strafbaar. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.

9.Motivering van de straf

9.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – voor de door haar bewezen geachte feiten – gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht.
9.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – bij een bewezenverklaring – verzocht om geen hogere straf op te leggen dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Mocht de rechtbank een langere straf opleggen, heeft de raadsman verzocht om voor een andere straf dan een gevangenisstraf te kiezen en om een voorwaardelijk deel op te leggen.
9.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals op de zitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een onderdeel van een wapen, pepperspray, munitie, en een Cobra. Het voorhanden hebben van wapens, munitie en professioneel vuurwerk brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee en vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid cocaïne. Door het aanwezig hebben van een dergelijke hoeveelheid drugs heeft verdachte bijgedragen aan het in standhouden van het gebruik van voor de volksgezondheid schadelijke drugs en de bijbehorende handel daarin, die vaak gepaard gaat met andere vormen van (ernstige) criminaliteit. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van grote geldbedragen, twee Rolex horloges en een crypto wallet met hoge waarde. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, en is daarmee een bedreiging voor de samenleving. Witwassen bevordert het plegen van delicten, omdat het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt en zonder witwassen het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor de feiten. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 5 augustus 2024 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor drug- en wapen gerelateerde feiten. De reclassering heeft – kort gezegd – geadviseerd om bij een veroordeling een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden, omdat zij geen mogelijkheden ziet om met interventies of toezicht het risico op recidive te beperken of het gedrag te veranderen.
Strafoplegging
De rechtbank heeft gekeken naar de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hieruit volgt een uitgangspunt voor de hier bewezenverklaarde feiten van een gevangenisstraf van meerdere maanden.
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op de ernst van de feiten niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Op de terechtzitting is niet gebleken van persoonlijke omstandigheden van verdachte die maken dat de duur van de gevangenisstraf naar beneden zou moeten worden bijgesteld. In het nadeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat er bij twee feiten sprake is van recidive. De rechtbank ziet geen aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt, ziet de rechtbank reden om af te wijken van de eis van de officier van justitie.
Alles afwegende acht de rechtbank het passend en geboden om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

10.Beslag

Onder verdachte zijn de voorwerpen in beslag genomen zoals vermeld op de beslaglijst in
bijlage IIdie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
De rechtbank zal daarnaast beslissingen nemen ten aanzien onderstaande inbeslaggenomen goederen:
  • 12870 EUR- IBG: 17-04-2024 (Omschrijving: PL1300-2024058284-6490382);
  • 620 EUR- IBG: 17-04-2024 (Omschrijving: PL1300-2024058284-6490387).
De rechtbank overweegt als volgt.
Verbeurdverklaren
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven geldbedragen, het Rolex horloge, de crypto wallet, de iPhone 14 moeten verbeurd worden verklaard, omdat met betrekking tot deze voorwerpen het bewezenverklaarde is begaan.
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven kleding, tassen en elastieken moeten verbeurd worden verklaard, omdat met behulp van deze voorwerpen het bewezenverklaarde is begaan. De elastieken zaten om de stapels geld. De kleding en tassen lagen in de kluis en hierin zaten de verdovende middelen verstopt.
Onttrekken aan het verkeer
De pepperspray, het vuurwerk, de patronen en de verdovende middelen moeten worden onttrokken aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het bewezenverklaarde is begaan en deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Teruggave aan verdachte
De overige inbeslaggenomen en niet teruggegeven goederen – het Apple horloge, de sieraden en de overige telefoons en laptops (met uitzondering van de iPhone 14) – moeten worden teruggegeven aan verdachte. Dit geldt ook voor de sleutels. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen in het dossier dat deze op de kluis pasten.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de volgende artikelen:
33, 33a, 36b, 36c, 57, 63 en 420bis Wetboek van Strafrecht,
2 en 10 Opiumwet,
26 en 55 Wet wapens en munitie,
9.2.2.1 Wet milieubeheer,
1.2.4 Vuurwerkbesluit,
1a, 2 en 6 Wet op de economische delicten.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feiten 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is
bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
feit 2
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 3
witwassen;
feit 4
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart verbeurd:
  • 2350 EUR- IBG:11-03-2024 (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474569);
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474719, bicolour);
  • 10 STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6490721);
  • 1 PR Kleding (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6490726, Zwart, merk: Sok);
  • 1 STK Tas (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6490739, plastic tas);
  • 1 STK Envelop (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6490741);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474603, Iphone 14);
  • 1 STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474604, Wallet Ledger Nano X);
  • 12870 EUR- IBG: 17-04-2024 (Omschrijving: PL1300-2024058284-6490382);
  • 620 EUR- IBG: 17-04-2024 (Omschrijving: PL1300-2024058284-6490387).
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
  • 1 BUS Pepperspray (Omschrijving: PL1300-2024058284-6474558);
  • 1,1 KG Vuurwerk (Omschrijving: PL1300-2024058284);
  • 8 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474563);
  • 17 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474564);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474584);
  • 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474599);
  • 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474694);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474596 VERM. CHRISTAL METH);
  • 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475697, GECO);
  • 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475688, cbc);
  • 1 STK Patroon (Omschrijving: PLI300-2024058284-G6475686, CBC);
  • 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475673, S&B);
  • 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475667, S&B);
  • 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475664, S&B).
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474616, Apple);
  • 2 STK Ring (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474676);
  • 1 STK Halsketting (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474746; Een geelgouden schakel collier, cilindrische- en draadschakels. Een geelgouden schakel collier, cilindrische- en draadschakels, goud);
  • 1 STK Ring (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474748 ; Een geelgouden ring, gespmodel. Een geelgouden ring, gespmodel, goud);
  • 1 STK Sieraad bedel (hanger) (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474749; IN DE VORM VAN EEN KRUIS, goud)
  • 1 STK Sleutel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475875, F1217);
  • 1 STK Sleutel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475879, F1213);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6475091, Zwart, merk: Nokia);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474611, Groen, merk: Iphone 10/11);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474668, Zilverkleurig, merk: Apple Macbook);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474660, Zilverkleurig, merk: Macbook);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474657, Goudkleurig, merk: Iphone Se);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474648, Blauw, merk: Samsung);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2024058284-G6474614, Cer7l-0.3).
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M.M. Gabel, voorzitter,
mrs. M.C.H. Broesterhuizen en M. Nieuwenhuijs, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. B. Ketelaers, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 december 2024.

Voetnoten

1.In de voernoten wordt, tenzij anders vermeld, steeds verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak - onderzoek Tarva / ADRAA24038 – ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dit dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het hierbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 0004.
3.Verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 19 november 2024.
4.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 0005-0006.
5.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 0006; Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-5 (goednummer PL1300-2024058284-6474558); Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-6 (goednummers PL1300-2024058284-6474563 & PL1300-2024058284-6474564).
6.PV wapenrapport, p. ZD 08 04 0004-0005.
7.PV munitie onderzoek, p. ZD 08 04 0001-0002.
8.PV munitie onderzoek, p. ZD 08 04 0002-0003.
9.PV bevindingen specificatie vindplaatsen IBN goederen, p. ZD 11 27.
10.Verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 19 november 2024.
11.Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-13 (goednummer PL1300-2024058284-6474603
12.PV bevindingen onderzoek telefoon 6474603, p. ZD 08 02 33-34.
13.PV bevindingen onderzoek telefoon 6474603, p. ZD 08 02 32 (onderaan).
14.PV bevindingen onderzoeken van gegevensdrager, p. ZD 08 02 116.
15.PV munitie onderzoek, p. ZD 08 04 30-32.
16.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 0006; Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-8 (goednummer PL1300-2024058284-6474574).
17.PV wapenonderzoek, p. ZD 08 04 0010-0011.
18.Verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 19 november 2024.
19.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 0006; PV bevindingen specificatie vindplaatsen IBN goederen, p. ZD 11 28; Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-10 (goednummer PL1300-2024058284-6474584); Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-12 (goednummer PL1300-2024058284-6474596).
20.Laboratoriumrapport, p. ZD 08 01 0002.
21.Verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 19 november 2024.
22.PV bevindingen kluis, p. ZD 08 02 54 en 57 (bovenaan).
23.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 38 (onderaan).
24.PV forensisch onderzoek plaats delict, p. ZD 08 01 4 (bovenaan); Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-40 (goednummer PL1300-2024058284-6490751).
25.Laboratoriumrapport, p. ZD 08 01 13.
26.PV forensisch onderzoek plaats delict, p. ZD 08 01 4-7.
27.Rapport forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 08 01 16.
28.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 0006; PV bevindingen specificatie vindplaatsen IBN goederen, p. ZD 11 27-28.
29.PV doorzoeking ter inbeslagneming, p. ZD 11 34.
30.Verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 19 november 2024.
31.PV bevindingen onderzoek telefoon 6474611, p. ZD 08 02 24 (onderaan).
32.PV bevindingen onderzoek telefoon 6474603, p. ZD 08 02 24 (onderaan).
33.PV forensisch onderzoek plaats delict, p. ZD 08 01 4; Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2024058284-36 (goednummers PL1300-2024058284-6490382 en PL1300-2024058284-6490387).
34.PV deelonderzoek witwassen, p. ZD 13 251 (onderaan).
35.PV deelonderzoek witwassen, p. ZD 13 262 (onderaan).
36.PV deelonderzoek witwassen, p. ZD 13 265.