ECLI:NL:RBAMS:2024:7429

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
C/13/743549 / HA ZA 23-1115
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de verplichting tot levering van aandelen op basis van een Term Sheet

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee besloten vennootschappen, [eiseres] B.V. en [gedaagde] B.V., over de vraag of [gedaagde] gehouden is om aandelen in een dochtervennootschap te leveren aan [eiseres] op basis van een ondertekende Term Sheet. De partijen, beide franchisenemers van Albert Heijn, waren in onderhandeling over de verkoop van de aandelen, maar er was onduidelijkheid over de koopprijs en de verdeling van belastinglatentie. De rechtbank oordeelde dat er geen wilsovereenstemming was bereikt over de koopprijs van € 13,5 miljoen, omdat partijen nog in onderhandeling waren en de Term Sheet niet als een bindende overeenkomst kon worden beschouwd. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, evenals de reconventionele vorderingen van [gedaagde] om de Term Sheet te beëindigen. De rechtbank legde de proceskostenveroordeling op aan [eiseres] en [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/743549 / HA ZA 23-1115
Vonnis van 27 november 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. R.M. Leeuwenburgh,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. W.M. Welage.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 13 maart 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het tussenvonnis van 3 juli 2024 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 oktober 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 2 oktober 2024 die zich in het dossier bevinden.
1.2.
Daarna is bepaald dat vandaag een vonnis wordt uitgesproken.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] en [gedaagde] zijn beide indirect franchisenemers van Albert Heijn en exploiteren ieder verschillende Albert Heijn supermarkten in [locatie] respectievelijk [vestigingsplaats 2] .
2.2.
De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is indirect bestuurder van [eiseres] . De heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) is indirect bestuurder van [gedaagde] .
2.3.
[gedaagde] houdt alle aandelen (hierna: de aandelen) in het kapitaal van [bedrijf] . [bedrijf] exploiteert een Albert Heijn supermarkt in [locatie] .
2.4.
Partijen zijn vanaf begin oktober 2023 in gesprek gegaan over de mogelijke (ver)koop van de aandelen door [gedaagde] aan [eiseres] . Daarbij werd [eiseres] vertegenwoordigd door [naam 1] en werd [gedaagde] vertegenwoordigd door [naam 2] . Verder werd [gedaagde] bijgestaan door de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ) als externe adviseur.
2.5.
In het kader van voornoemd gesprek hebben partijen besprekingen gehouden op 6 en 12 oktober 2023 op het kantoor van [eiseres] in [vestigingsplaats 1] respectievelijk in [vestigingsplaats 3] .
2.6.
Op 18 oktober 2023 heeft [naam 3] onder meer het volgende aan [eiseres] gemaild:
“Hierbij de beginbalans voor [locatie] .
Boven de balans staat de latentie berekening.
In de bijlage de bankvoorwaarden. In dit voorbeeld is uitgegaan van het doorlopen van de financiering.
Ik wil namens [ [naam 2] ] nog wel aangeven dat het bod zoals gedaan is nog niet in de lijn van de verwachtingen ligt.
Er zit 5 Mio tussen de vraagprijs en jullie bieding. [ [naam 2] ] heeft aangegeven ook niet te willen “koe handelen” dus
Hierbij de vraag om nog eens naar het aanbod te kijken en met een finaal voorstel te komen.”
2.7.
In de bij voornoemde e-mail gevoegde bijlage is onder meer het volgende opgenomen:
“Berekening latentie
€ 17.000.000,00
€ 18.200,00
26%
4.381.304,40
Berekening latentie
Goodwill
Nominale waarde
Percentage
Latentie
Op basis van 25% = € 1,095,326,-
Openingsbalans [locatie] 1-1-2015
Balans
Activa
goodwill
Aandelen kapitaal
Afbouw
Inventaris
Kas
Gelden onderweg
Voorraden
Overlopende passiva
17.000.000
18.2
880
1.400.000
14
90
460
140
passiva
Rabo [rekeningnummer]
Schulden aan leveranciers
Overlopende schulden
Te financieren
Belastinglatentie
1.615.350
1.209.666
140
15.942.184
1.095.000
20.002.200
20.002.200
(…)”
2.8.
In reactie daarop heeft [eiseres] op 19 oktober 2023 onder meer het volgende aan [naam 3] gemaild:
“Dank voor de toegestuurde stukken. Zoals vandaag telefonisch besproken roepen de stukken bij ons nog wat vragen op.
De door jullie gemaakte “openingsbalans” snappen wij niet en geeft ons geen inzicht in een de balans posities op de overname datum (lees: is geen overname balans). Belangrijkste; de goodwill wordt in jullie openingsbalans geactiveerd op de balans van de over te nemen BV ( [bedrijf] B.V). Deze goodwill moet geactiveerd worden bij de kopende BV, die de overname doet (bij een aandelentransactie) in ons geval [eiseres] BV (kopende holding) en dus niet bij de “target vennootschap”. Ook staat het eigenvermogen (aandelenkapitaal) aan de activa kant van de balans, wat wij niet begrijpen.
Bij een overname zijn wij gewend om te werken met een overname balans waaruit blijkt wat de afrekening zou kunnen zijn op de overname datum (+ inzicht in de inschattingen rest van het jaar). Om dit te verduidelijken hebben we een format bijgesloten wat gebruikt kan worden. Let wel: dit hebben we gemaakt op basis van de concept jaarrekening en is niet limitatief.
De overnamesom is ons inziens twee ledig.
1.
Het te betalen goodwill bedrag.
2.
De afrekening van de RC die ontstaat bij opstellen van de eind jaarrekening.
De afrekening kan ingeschat worden door het opstellen van een overname balans.
Hierin wordt duidelijk wat wel en niet meegaat in de BV en tevens wordt het bedrag duidelijk wat afgerekend wordt met de verkopende holding.
In de bijlage staan ook nog een aantal aandachtspunten mbt de transactie. Voor de werking van het model zijn we zo vrij geweest om de getallen over te nemen uit het reeds door jullie ontvangenconceptjaarrekening 2022.
Vanuit jullie is kenbaar gemaakt een bedrag van €22 mln te verwachten. Het is ons niet helemaal duidelijk hoe de vraagprijs van €22 mln is opgebouwd. (…)”
2.9.
In de bij voornoemde e-mail gevoegde bijlage is onder meer het volgende opgenomen:
2.11.
Op 24 oktober 2023 heeft een bespreking tussen partijen plaatsgevonden. Tijdens die bespreking hebben partijen een Term Sheet (hierna: de Term Sheet) ondertekend. In de Term Sheet is [eiseres] aangeduid als ‘Koper’ en is [gedaagde] aangeduid als ‘Verkoper’. De Term Sheet luidt verder, voor zover hier relevant, als volgt:
“Deze term sheet (…) beschrijft de voorwaarden waaronder Koper (…) de Winkel (…) zal overnemen indien en voor zover ieder van de Opschortende Voorwaarden (…) overeenkomstig het bepaalde in deze Term Sheet is vervuld. Koper en Verkoper (…) hebben de intentie om de overname van de Winkel overeenkomstig de in deze Term Sheet gemaakte afspraken te realiseren en zullen ter zake te goeder trouw en op exclusieve basis onderhandelen, met inachtneming van de vooraarden zoals vastgelegd in deze Term Sheet.
(…)

2.TRANSACTIESTRUCTUUR EN KOOPPRIJS

(…)
Voorlopige koopprijsDe voorlopige koopprijs (“Voorlopige koopprijs”) voor de Aandelen, en daarmee de Winkel, zal door Partijen worden vastgesteld conform de rekenmethodiek zoals uiteengezet in de voorlopige overnamebalans met toelichting daarop aangehecht alsAnnex 1(de “Voorlopige Overnamebalans”), met dien verstande dat:
(…)
b.
De ‘Bruto Goodwill’ (voor aftrek van 25% belastinglatentie) gelijk zal zijn aan een bedrag van 18.000.000 euro, waartoe een inschatting in de Voorlopige Overnamebalans is opgenomen (de “Indicatieve Bruto Goodwill”).”
Definitieve OvernamebalansDe Koopovereenkomst (…) zal een mechanisme
en correctie Koopprijsbevatten op basis waarvan na de Leveringsdatum door een door Partijen te selecteren deskundige:
a.
de definitieve overnamebalans van de Vennootschap per de Leveringsdatum (de “Definitieve Overnamebalans”) zal worden opgemaakt (…)
b.
het definitieve bedrag van de ‘Bruto Goodwill’ (voor aftrek van 25% belastinglatentie) zal worden vastgesteld op een bedrag gelijk aan 18.000.000 euro (de “Definitieve Bruto Goodwill’).
c.
de definitieve koopprijs, uitgaande van de rekenmethodiek zoals opgenomen in de Voorlopige Overnamebalans, zal worden vastgesteld op basis van de Definitieve Bruto Goodwill en Definitieve Overnamebalans.”
(…)
3.
OPSCHORTENDE VOORWAARDEN EN TRANSACTIEDOCUMENTATIE
KoopovereenkomstDe koopovereenkomst met betrekking tot de Aandelen (de “Koopovereenkomst”) zal door Partijen te goeder trouw worden opgesteld en afgerond en zal, naast de uitgangspunten en bepalingen die zijn geformuleerd in deze Term Sheet, alle voor een transactie als de Transactie gebruikelijke bepalingen bevatten, waaronder in elk geval (i) bepalingen met betrekking tot de voortzetting van de Vennootschap tot en met de Leveringsdatum (ii) gebruikelijke garanties en vrijwaringen, waaronder een fiscale vrijwaring, (iii) gebruikelijke regelingen en beperkingen daarop en (iv) een geheimhoudings- en non-concurrentiebeding.
Opschortende VoorwaardenOm tot afronding van de voorgenomen Transactie te komen, dien uiterlijk op de Leveringsdatum in ieder geval aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
A.
definitieve overeenstemming over de Koopovereenkomst en de overige voor de Transactie benodigde documentatie (de “Transactiedocumentatie”);
B.
de noodzakelijke aanpassingen op de bestaande Huurovereenkomst (…);
C.
de Franchiseovereenkomst AH met ingang van 9 oktober 2021 niet door Verkoper en/of Albert Heijn Franchising B.V. opgezegd of beëindigd en derhalve voor een periode van vijf (5) jaar verlengd;
D.
de aanbiedingsprocedure ex artikel 23 van de Franchiseovereenkomst AH is met betrekking tot de Winkel doorlopen en Albert Heijn Franchising B.V. heeft naar aanleiding van (het resultaat van) deze procedure niet aangekondigd de Franchiseovereeknomst AH te ontbinden, op te zeggen of anderszins te wijzigen of beëindigen; en
E.
het Boekenonderzoek is naar tevredenheid van Koper afgerond en als onderdeel daarvan zijn geen zodanige feiten of omstandigheden naar boven gekomen dat van Koper in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij de Transactie (op dezelfde voorwaarden of anderszins) effectueert, en de uitkomsten van het Boekenonderzoek zijn in de Koopovereenkomst verder op een Koper conveniërende wijze geadresseerd.
(…)

6.BEEINDIGING

BeëindigingDeze Term Sheet kan door middel van een schriftelijke
kennisgeving door Koper worden beëindigd indien een of meer van de Opschortende Voorwaarden niet uiterlijk op 31 december 2023 zijn vervuld, zonder dat Koper aan de Verkoper een gevolg hiervan enige vorm van schadevergoeding verschuldigd is. (…)”
2.12.
Op 25 oktober 2023 heeft [naam 3] onder meer het volgende aan [naam 1] gemaild:
“Zoals zojuist telefonisch besproken, zijn wij in de gesprekken in de veronderstelling geweest dat de belastinglatentie zou worden verdeeld in een 25% voor de verkoper en een 75% voor de koper.
Dit is in ons eerste gesprek besproken in [vestigingsplaats 3] .
In dit gesprek heb ik aangegeven dat we de belastinglatentie 50/50 wilden verdelen. Waarop jij aangaf dat deze 25% voor [naam 2] zou zijn en 75% voor jullie.
Ervan uitgaande dat dit ook zo geregeld zou worden zijn we gisteren het gesprek ingegaan en hebben we de afspraak ook als zodanig gelezen. Vandaag hebben we echter begrepen dat de latentie voor 100% voor rekening van verkoper zou komen. wij zijn het hier niet mee eens en menen dat dit ook zo niet afgesproken is.
Zoals ik aangegeven heb ik in mijn e-mail van 18 oktober en waarin in de bijlage de latentie berekening/ verdeling was opgenomen op basis van de toen 17Mio goodwill.(bijlage)”
2.13.
In reactie daarop heeft [naam 1] op 26 oktober 2023 onder meer het volgende aan [naam 3] gemaild:
“Over eenverdelingvan de latente (belasting)claim is in [vestigingsplaats 3] maar ook dinsdag in [vestigingsplaats 1] niet gesproken. In [vestigingsplaats 3] zijn diverse percentages qua belasting latentie genoemd, maar in dat gesprek in [vestigingsplaats 3] zijn geen afspraken gemaakt, laat staan dat daar overeenstemming is bereikt over een latentie percentageen/ofeenverdelingvan een latentieclaim tussen Koper en Verkoper.
In de Head of Terms (…) zijn over een verdeling van de belastinglatentie evenmin afspraken gemaakt, zoals je kan nalezen.”
2.14.
Daarna zijn partijen – samengevat – verwikkeld geraakt in een discussie over de vraag of [gedaagde] op grond van de Term Sheet gehouden is de aandelen tegen betaling van een koopprijs van € 13,5 miljoen te leveren [eiseres] . Partijen hebben geprobeerd daar samen uit te komen, maar dat is niet gelukt.
2.15.
Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant heeft [eiseres] op 28 november 2023 ten laste van [gedaagde] conservatoir verhaalsbeslag en leveringsbeslag gelegd op de aandelen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
bepaalt dat het vonnis in de plaats treedt van de akte tot levering van de aandelen,
een dwangvertegenwoordiger benoemt om [gedaagde] te vertegenwoordigen in het geval zij niet alle noodzakelijke medewerking verleent om de levering van de aandelen te effectueren,
[gedaagde] gebiedt uiterlijk binnen zeven dagen na betekening alle handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om levering van de aandelen te bewerkstelligen, op straffe van een dwangsom,
subsidiair:
[gedaagde] gebiedt te goeder trouw de onderhandelingen met [eiseres] over de (ver)koop van de aandelen te hervatten, met inachtneming van de onder randnummers 73 tot en met 87 in het lichaam van de dagvaarding omschreven uitgangspunten, op straffe van een dwangsom,
meer subsidiair:
[gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de schade die [eiseres] ten gevolge van het afbreken van de onderhandelingen heeft geleden, nader op te maken bij staat en vermeerderd met rente,
zowel primair als subsidiair als meer subsidiair:
[gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, waaronder de beslagkosten, vermeerderd met rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van [eiseres] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
- voor recht verklaart dat de Term Sheet is geëindigd,
subsidiair:
- de Term Sheet beëindigt,
zowel primair als subsidiair:
- [eiseres] veroordeelt in de proceskosten.
3.5.
[eiseres] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
De primaire vorderingen
4.1.
Partijen twisten – samengevat – over de vraag of [gedaagde] op grond van de Term Sheet gehouden is de aandelen tegen betaling van een koopprijs van € 13,5 miljoen te leveren aan [eiseres] . De rechtbank oordeelt van niet en legt hierna uit waarom.
4.2.
Partijen zijn met elkaar in gesprek gegaan over de mogelijke (ver)koop van de aandelen. Daarbij is de koopprijs van de aandelen aan de orde gekomen. Partijen zijn het erover eens dat die koopprijs bestaat uit een bedrag van € 18 miljoen aan goodwill minus een bedrag aan belastinglatentie. Onder belastinglatentie wordt in dit verband verstaan: een neerwaartse aanpassing van de koopprijs in verband met het feit dat de koper een fiscaal nadeel lijdt, doordat bij een aandelentransactie (anders dan bij een activa/passiva transactie) de goodwill geen onderdeel uitmaakt van de afschrijvingsbasis.
4.3.
Volgens [eiseres] hebben partijen afgesproken dat van die € 18 miljoen aan goodwill een bedrag van € 4,5 miljoen aan belastinglatentie – zijnde 25% van € 18 miljoen – volledig voor rekening van [gedaagde] zou komen. Dit brengt volgens [eiseres] mee dat [gedaagde] gehouden is de aandelen tegen betaling van een koopprijs van € 13,5 miljoen (€ 18 miljoen -/- € 4,5 miljoen) aan haar te leveren. [eiseres] beroept zich daartoe op passages in de Term Sheet die luiden “
De ‘Bruto Goodwill’ (voor aftrek van 25% belastinglatentie) gelijk zal zijn aan een bedrag van 18.000.000 euro” en “
het definitieve bedrag van de ‘Bruto Goodwill’ (voor aftrek van 25% belastinglatentie) zal worden vastgesteld op een bedrag gelijk aan 18.000.000 euro”.
4.4.
Volgens [gedaagde] waren partijen nog in onderhandeling over de koopprijs en meer specifiek over de vraag hoe die belastinglatentie tussen partijen moest worden verdeeld. Dit brengt volgens [gedaagde] mee dat de door [eiseres] aangehaalde bepalingen van de Term Sheet geen verplichting voor haar bevatten om de aandelen tegen betaling van een koopprijs van € 13,5 miljoen aan [eiseres] te leveren.
4.5.
Partijen leggen de Term Sheet dus ieder anders uit. Dit betekent dat de rechtbank de Term Sheet moet uitleggen. Bij die uitleg komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de Term Sheet mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij die uitleg zijn alle omstandigheden van het geval van belang, in hun onderlinge samenhang bezien.
4.6.
Voorop staat dat term sheets in het algemeen fungeren als onderhandelingsdocument waarin de betrokken partijen de uitgangspunten voor hun verdere onderhandelingen vastleggen. De tekst van de onderhavige Term Sheet wijst daar ook op. Uit de aanhef van de Term Sheet blijkt namelijk dat partijen de intentie hebben om overeenkomstig de in de Term Sheet gemaakte afspraken de (ver)koop van de aandelen aan [eiseres] te realiseren en dat zij ter zake te goeder trouw en op exclusieve basis zullen onderhandelen. Daarnaast hebben partijen in artikel 2 van de Term Sheet mechanismen opgenomen aan de hand waarvan de voorlopige en de definitieve koopprijs van de aandelen zouden moeten worden vastgesteld. Verder blijkt uit artikel 3 van de Term Sheet dat i) de koopovereenkomst met betrekking tot de aandelen nog door partijen zal worden opgesteld en afgerond en ii) om tot afronding van de (ver)koop van de aandelen te komen op de leveringsdatum aan een aantal nader gedefinieerde opschortende voorwaarden moest zijn voldaan.
4.7.
Verder zijn voor de uitleg van de Term Sheet de e-mail van 18 oktober 2023 van [naam 3] en de daarbij gevoegde bijlage van belang (2.6 en 2.7). Daaruit blijkt namelijk dat [gedaagde] heeft voorgesteld de belastinglatentie te verdelen tussen partijen. Daarin heeft [gedaagde] aan de hand van een berekening en een openingsbalans verduidelijkt dat – uitgaande van een goodwill van € 17 miljoen en een latentiepercentage van 26% – het totale bedrag aan belastinglatentie zou neerkomen op € 4.381.304,40 en dat haar voor ogen stond 25% van laatstgenoemd bedrag voor haar rekening te nemen, te weten € 1.095.326,00. Indien [eiseres] meende dat het niet de bedoeling was de belastinglatentie onderling te verdelen, maar – zoals zij stelt – volledig voor rekening van [gedaagde] te laten komen, had het voor de hand gelegen dat zij dat in haar reactie van 19 oktober 2023 aan [gedaagde] had verduidelijkt, maar dat heeft zij niet gedaan (zie hiervoor 2.8).
4.8.
[eiseres] heeft nog gewezen op de bij haar e-mail van 19 oktober 2023 gevoegde bijlage. Voor zover zij aan de hand daarvan bedoelt te betogen dat het [gedaagde] duidelijk moet zijn geweest dat haar niet een verdeling van de belastinglatentie tussen partijen voor ogen stond, maar dat die volledig voor rekening van [gedaagde] moest komen, wordt zij daarin niet gevolgd. In het in die bijlage opgenomen rekenmodel voor de koopprijs van de aandelen is onder de kop “Latentie in verband met aandelentransactie” een percentage van 0% opgenomen en is het bedrag daarachter evenals het bedrag aan “afgesproken prijs voor de goodwill” niet ingevuld. [eiseres] heeft daarover nog toegelicht dat indien onder de kop “Latentie in verband met aandelentransactie” een percentage van 25% zou worden ingevuld, te zien zou zijn dat het bedrag dat uit de belastinglatentie zou rollen, afgetrokken zou worden van de netto overnameprijs. Daarmee staat echter niet vast dat wilsovereenstemming is bereikt over de door [eiseres] aan haar vorderingen ten grondslag gelegde verwerking van de belastinglatentie in de koopprijs. [eiseres] heeft daarvoor onvoldoende uitdrukkelijk aan [gedaagde] kenbaar gemaakt dat zij een van de mail met bijlage van 18 oktober 2023 afwijkende berekening van de koopprijs voorstond. Er is dus geen wilsovereenstemming bereikt over (het volledig in mindering brengen van de belastinglatentie op) de koopprijs.
4.9.
De omstandigheden dat [gedaagde] i) zelf heeft aangedrongen op onmiddellijke ondertekening van de Term Sheet en ii) in de onderhandelingen werd bijgestaan door een professionele adviseur – [naam 3] – doen aan het ontbreken van wilsovereenstemming over de koopprijs van de aandelen niet af.
4.10.
De conclusie is dat de Term Sheet niet een rechtens afdwingbare verplichting voor [gedaagde] bevat om de aandelen tegen betaling van een koopprijs van € 13,5 miljoen te leveren aan [eiseres] . Dit brengt mee dat de primaire vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
De subsidiaire vordering
4.11.
Partijen waren ten tijde van de mondelinge behandeling nog in onderhandeling en [gedaagde] was ook bereid verder te onderhandelen. Zij twisten over de vraag of verder moet worden onderhandeld op basis van het door [eiseres] voorgestane uitgangspunt dat een koopprijs voor de aandelen van € 13,5 miljoen is overeengekomen. Gelet op hetgeen hiervoor 4.10 is overwogen, kan in eventuele verdere onderhandelingen tussen partijen niet tot uitgangspunt worden genomen dat zij een koopprijs voor de aandelen van € 13,5 miljoen zijn overeengekomen. Dit betekent dat ook de subsidiaire vordering van [eiseres] wordt afgewezen.
De meer subsidiaire vordering
4.12.
De vordering van [eiseres] tot schadevergoeding wegens het afbreken van de onderhandelingen, wordt eveneens afgewezen. [gedaagde] heeft namelijk onweersproken toegelicht dat zij bereid is de onderhandelingen voort te zetten. Voor toewijzing van de door [eiseres] gevorderde schadevergoeding wegens afgebroken onderhandelingen is dan ook geen grond.
Conclusie
4.13.
De conclusie is dat alle vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
Kosten
4.14.
[eiseres] krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten van [gedaagde] betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden vastgesteld op:
- salaris advocaat: € 1.228,00 (2,0 punten x tarief II: € 614,00)
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- totaal: € 1.406,00
4.15.
De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
in reconventie
4.16.
[gedaagde] stelt – samengevat – dat de Term Sheet is geëindigd, omdat de in de Term Sheet opgenomen opschortende voorwaarden nog niet zijn vervuld en het daarin vastgelegde tijdpad waarin de (ver)koop van de aandelen moest zijn afgerond inmiddels ruimschoots is verstreken. Daarin wordt [gedaagde] niet gevolgd. Voornoemde door [gedaagde] gestelde omstandigheden brengen namelijk niet zonder meer mee dat de Term Sheet is geëindigd.
4.17.
Daarnaast heeft [gedaagde] toegelicht dat het in strijd zou zijn met de bedoeling van partijen en met de redelijkheid en billijkheid indien zij de Term Sheet niet kan beëindigen, omdat dan de Term Sheet – bij uitblijven van opzegging door [eiseres] – eeuwig zou voortduren en zij niet meer vrij zou zijn om de aandelen te vervreemden aan een andere partij dan [eiseres] . De rechtbank ziet in deze door [gedaagde] aangedragen omstandigheden geen aanleiding om te oordelen dat de Term Sheet is geëindigd dan wel om de Term Sheet te beëindigen. De Term Sheet behoudt haar gelding, totdat daarvan door [eiseres] misbruik wordt gemaakt of door [eiseres] anderszins wordt gehandeld in strijd met de redelijkheid en billijkheid waardoor het onaanvaardbaar zou zijn om [gedaagde] daaraan te houden. Nu de onderhandelingen van partijen voortduren, is dat nog niet aan de orde. Het beroep van [gedaagde] op het bepaalde in artikel 6 van de Term Sheet, waarin alleen aan [eiseres] een bevoegdheid tot beëindiging is toegekend, maakt dit niet anders.
4.18.
Al het voorgaande betekent dat de vorderingen van [gedaagde] worden afgewezen.
Kosten
4.19.
[gedaagde] krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten van [eiseres] betalen. De proceskosten van [eiseres] worden vastgesteld op:
- salaris advocaat: € 614,00 (2,0 punten x factor 0,5 x tarief II: € 614,00)
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- totaal: € 792,00
4.20.
De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 1.406,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiseres] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.6.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024.
De griffier is verhinderd
dit vonnis mede te ondertekenen.