Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Beschuldiging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
dopekreeg. Daarnaast zijn niet alleen in de slaapkamer, maar ook in de woonkamer van verdachte verschillende voorwerpen aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met vervaardiging van harddrugs, zoals de pan met aanslag. Verdachte moet de voorwerpen en stoffen dus hebben gezien. Bovendien heeft verdachte tijdens de doorzoeking van zijn woning verklaard
“het is voor mij natuurlijk wel makkelijk als ik wat krijg als een jongen hier wat kookt, dat hij aan mij vraagt of hij een pannetje van mij mag lenen en dat ik in ruil ervoor een bolletje cocaïne krijg”.
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
schuldheling
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
Meldplicht
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht.