Uitspraak
VERENIGING VAN EIGENAARS [gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Kelderafdichting B.V. en de Vereniging van Eigenaren (VvE). Kelderafdichting B.V. vorderde betaling van facturen voor werkzaamheden die zij had uitgevoerd aan een pand, waarbij zij zich beriep op de veronderstelling dat de opdrachten waren gegeven door een appartementsrechteigenaar die daartoe volmacht had. De VvE betwistte deze veronderstelling en stelde dat de betrokken appartementsrechteigenaar niet bevoegd was om namens de VvE op te treden. De kantonrechter oordeelde dat de VvE gehouden was tot betaling van de facturen, omdat er sprake was van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De rechter concludeerde dat Kelderafdichting B.V. gerechtvaardigd had vertrouwd op de volmacht van de appartementsrechteigenaar, mede omdat de VvE eerder een factuur had betaald die door deze persoon was verstrekt. De vorderingen tegen de VvE en de niet verschenen gedaagde werden toegewezen, terwijl de vordering tegen de bestuurder van de VvE werd afgewezen omdat deze niet correct was gedagvaard. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan Kelderafdichting B.V.