Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 37.673,78.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft Nobillon Vastgoed B.V. een schadevergoeding gevorderd van de gemeente Amsterdam wegens onrechtmatige besluitvorming met betrekking tot een omgevingsvergunning. Nobillon had op 3 juli 2018 een vergunning aangevraagd voor de verbouwing van haar bedrijfsruimte, maar deze werd op 5 maart 2019 geweigerd. Na een reeks van procedures en een wijziging van de aanvraag op 10 juli 2020, werd de vergunning uiteindelijk op 4 mei 2021 verleend. Nobillon stelt dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden door de vertraging in de vergunningverlening, die zij begroot op € 200.538,50, plus buitengerechtelijke kosten van € 2.775,00.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld in de periode van 10 juli 2020 tot 4 mei 2021, maar niet voor de periode daarvoor. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de vertraging tot 10 juli 2020, omdat Nobillon pas op dat moment haar aanvraag had gewijzigd. De rechtbank heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 37.673,78, plus advieskosten van € 5.016,25, en heeft de buitengerechtelijke kosten vastgesteld op € 1.151,74. Nobillon is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van de gemeente betalen, die zijn begroot op € 12.223,00.
De rechtbank heeft de gemeente veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding en de buitengerechtelijke kosten, en Nobillon tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 20 november 2024 door mr. F.L. Bolkestein.