Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.de vennootschap onder firma [verzoekster 1] ,
1.De procedure
2.Gronden van de beslissing
€ 86,-- omdat inkomensverklaringen van elk van de verzoeksters waren aangevraagd. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling van 31 mei 2024 hebben partijen om doorhaling verzocht waarna de zaak op de rol van 5 juni 2024 is doorgehaald.
€ 2.751,-- aan griffierecht bijgeheven.
3.De beoordeling
een afschrift van het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de rechtsbijstand;
een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de rechtsbijstand waaruit blijkt dat het inkomen niet meer bedraagt dan de inkomens, bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 35, tweede lid, van die wet.