Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] ,
2.2. [gedaagde 2] ,
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 november 2024 en de daarin genoemde stukken.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, vorderde New10 B.V. een bedrag van € 75.000 van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op basis van borgstellingen die zij hadden afgegeven voor kredietovereenkomsten. New10, een dochtermaatschappij van ABN AMRO, had eerder kredietovereenkomsten gesloten met STK Cosmetica B.V., waarvoor de gedaagden zich borg hadden gesteld. STK voldeed niet aan haar betalingsverplichtingen, wat leidde tot de vordering van New10. De gedaagden voerden aan dat hun echtgenoten de borgstellingen hadden vernietigd op grond van artikel 1:89 BW, omdat zij getrouwd waren op het moment van de borgstellingen. New10 betwistte echter dat de gedaagden getrouwd waren en stelde dat zij te goeder trouw had gehandeld.
De rechtbank oordeelde dat de echtgenoten van de gedaagden de borgstellingen niet konden vernietigen, omdat New10 te goeder trouw was. De rechtbank baseerde dit oordeel op de verklaringen van de gedaagden bij het aangaan van de borgstellingen, waarin zij stelden niet getrouwd te zijn. De rechtbank concludeerde dat New10 geen reden had om aan deze verklaringen te twijfelen en dat zij niet verplicht was om verder onderzoek te doen naar de huwelijkse staat van de gedaagden. De rechtbank veroordeelde de gedaagden tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van goeder trouw in verbintenissenrechtelijke geschillen en de gevolgen van onjuiste verklaringen bij het aangaan van borgstellingen. De rechtbank wees de vordering van New10 toe en legde de kosten van het geding op aan de gedaagden, die in het ongelijk waren gesteld.