In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de toewijzing van zijn aanvraag om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven op grond van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. Eiser, slachtoffer van mishandeling en bedreiging met geweld op 27 mei 2022, had op 26 augustus 2022 een aanvraag ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag op 29 december 2022 toegewezen en een uitkering van € 1.000,- toegekend. Eiser maakte bezwaar, waarop verweerder op 28 juli 2023 het bezwaar gegrond verklaarde en de uitkering verhoogde naar € 2.500,-. Eiser ging tegen dit besluit in beroep.
De rechtbank heeft op 14 november 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, wat door de rechtbank werd toegewezen. De rechtbank beoordeelde vervolgens de toekenning van de uitkering aan eiser. Eiser stelde dat zijn psychisch letsel in letselcategorie 3 zou moeten vallen, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder terecht was uitgegaan van het aantal daadwerkelijk gevolgde behandelingen, dat op dat moment nog niet meer dan 17 sessies bedroeg. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt.