ECLI:NL:RBAMS:2024:7178

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
758700 / FA RK 24/7322
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging op basis van onvoldoende medische verklaring en niet nageleefde procedurele vereisten

Op 18 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, die geboren is in 1970 en woonachtig is in Amsterdam. De advocaat van de betrokkene, mr. I. Baardman, was aanwezig tijdens de mondelinge behandeling, terwijl de officier van justitie niet ter zitting verscheen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om zich te laten horen.

De beoordeling van de rechtbank richtte zich op de medische verklaring die door een onafhankelijke psychiater was opgesteld. De rechtbank oordeelde dat de psychiater de betrokkene niet in persoon had onderzocht, maar slechts telefonisch contact had geprobeerd te leggen zonder resultaat. De rechtbank concludeerde dat de psychiater onvoldoende inspanningen had geleverd om de betrokkene fysiek te onderzoeken, wat in strijd is met de vereisten van de Wvggz. De rechtbank benadrukte dat de psychiater ook andere mogelijkheden had kunnen overwegen, zoals huisbezoek of een gesprek op de plek waar de betrokkene zijn medicatie haalt.

Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de medische verklaring summier was en dat niet was voldaan aan de wettelijk voorgeschreven procedure. Gezien deze tekortkomingen werd het verzoek tot het verlenen van de zorgmachtiging afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. L. van der Heijden en is op 25 november 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/758700 / FA RK 24/7322
kenmerk: ZM/IND/147086
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 18 november 2024van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
zorgaanbieder, GGZ inGeest,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. I. Baardman te Amsterdam.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 28 oktober 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 november 2024, in het gebouw van de rechtbank.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- bovengenoemde advocaat;
- verpleegkundig specialist, mevrouw E. Hoeksema;
- agoog, de heer [naam] .
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen
.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen.

2.Beoordeling

2.1.
In de Wvggz, in het bijzonder artikel 5:8 lid 1 Wvggz in verbinding met artikel 5:17 lid 3 Wvggz en art. 6:4 Wvggz, volgt dat een rechter slechts een zorgmachtiging mag verlenen indien uit een medische verklaring van een psychiater over de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene blijkt dat uit diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis ernstig nadeel voortvloeit. Voor de psychiater die de medische verklaring opstelt, gelden de in artikel 5:7 Wvggz genoemde voorwaarden. Die voorwaarden dienen als waarborg voor een onafhankelijke, onpartijdige en behoorlijke besluitvorming over verplichte zorg.
2.2.
Uit de medische verklaring is gebleken dat de onafhankelijke psychiater betrokkene niet heeft gesproken. In de medische verklaring staat vermeld dat de psychiater betrokkene twee keer, op 3 oktober en 15 oktober 2024, heeft gebeld en zijn voicemail heeft ingesproken met het verzoek om terug te bellen zonder resultaat. Daarna zijn geen pogingen meer ondernomen om betrokkene fysiek te onderzoeken. Dat nu is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende. De psychiater had ook aangekondigd en onaangekondigd op huisbezoek kunnen gaan. Op de plek waar betrokkene zijn medicatie komt halen had ook een gesprek georganiseerd kunnen worden. Onduidelijk is dan ook waarom niet voor deze weg is gekozen om toch met betrokkene het gesprek aan te kunnen gaan. Dat betrokkene bekend zou staan als iemand die geen gesprek met de psychiater zal willen aangaan, zo dat al vaststaat, maakt het oordeel niet anders.
2.3.
Met de advocaat van betrokkene is de rechtbank van oordeel dat de medische verklaring vrij summier is en dat niet is voldaan aan de wettelijk voorgeschreven procedure omdat betrokkene niet in persoon is gezien door de onafhankelijk deskundige, terwijl onvoldoende is komen vast te staan dat die mogelijkheid er niet was.
2.4.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 18 november 2024 mondeling gegeven door mr. L. van der Heijden, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 25 november 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.