ECLI:NL:RBAMS:2024:7111

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
C/13/755060 / KG ZA 24-706
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in kort geding over omgangsregeling en lijfsdwang bij niet-nakoming door moeder

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 augustus 2024, is een tussenuitspraak gedaan in een kort geding dat door de vader is aangespannen tegen de moeder. De vader heeft een vordering ingesteld omdat de moeder zich niet houdt aan de eerder vastgestelde omgangsregeling met de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en de kinderen onvindbaar zijn voor de vader en instanties, wat heeft geleid tot een signalering op de paspoorten van de kinderen uit angst dat de moeder met hen naar het buitenland zou vertrekken. De rechtbank heeft eerder, op 7 februari 2024, een voorlopige omgangsregeling bepaald en op 20 juni 2024 dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van deze regeling. De moeder heeft echter geen uitvoering gegeven aan de regeling, wat de rechtbank heeft doen besluiten om lijfsdwang serieus te overwegen als de moeder niet meewerkt aan de omgang op de vastgestelde data.

De mondelinge uitspraak benadrukt het belang van contact tussen de kinderen en de vader, en dat er geen reden is om aan te nemen dat de kinderen niet veilig zijn bij hun vader. De rechtbank heeft de moeder opgedragen om ervoor te zorgen dat de kinderen op de afgesproken data bij de vader zijn. De mondelinge behandeling zal worden voortgezet op 23 september 2024, waarbij de aanwezigheid van de moeder van groot belang is. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de moeder onmiddellijk moet voldoen aan de beslissing van de rechtbank.

Uitspraak

proces-verbaal
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/755060 / KG ZA 24-706 MDvH/EB
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 22 augustus 2024
in het kort geding van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 13 augustus 2024,
advocaat mr. K. Walburg te Alkmaar,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. S. Klootwijk te Breda.
Tegenwoordig zijn mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, en mr. E. van Bennekom, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
  • eiser (hierna: vader)
  • mr. Walburg
  • mr. S.E.C. Segeren-Krijnen (kantoorgenote van mr. Klootwijk)
Vader heeft stukken in het geding gebracht en een vordering ingesteld, waartegen moeder verweer heeft gevoerd. Na debat op de zitting is mondeling een tussenuitspraak gedaan, waarbij een voorlopige beslissing is genomen en waarbij is bepaald dat de mondelinge behandeling wordt voortgezet op maandag 23 september 2024 te 13.30 uur. Van de mondelinge tussenuitspraak is ingevolge artikel 29a Rv dit proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is afgegeven op vrijdag 23 augustus 2024.

1.Inleiding

De vraag die in dit kort geding voorligt, is of lijfsdwang moet worden gesteld op de juiste nakoming door moeder van de beschikkingen van de rechtbank Noord-Holland (locatie Alkmaar), waarbij een omgangsregeling is vastgesteld en moeder is veroordeeld tot betaling van dwangsommen als zij geen uitvoering geeft aan die omgangsregeling. De dwangsommen blijken voor moeder onvoldoende prikkel om de omgangsregeling na te komen. Zij en de kinderen zijn onvindbaar voor vader en instanties. Inmiddels is het zo ver dat er een signalering op de paspoorten van de kinderen is opgenomen, uit angst dat moeder met de kinderen naar het buitenland vertrekt.

2.De mondelinge uitspraak

Bij beschikking van 7 februari 2024 heeft de rechtbank een voorlopige omgangsregeling bepaald. Bij beschikking van 20 juni 2024 zijn dwangsommen gesteld op de juiste naleving van die regeling door moeder. Die beschikkingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ze moeten worden nagekomen, ondanks het ingestelde hoger beroep. Dat het gaat om een voorlopige omgangsregeling, is niet relevant.
Het is in het belang van de kinderen dat zij contact en omgang hebben met vader, en vader heeft ook recht op omgang met hen. Er is geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de kinderen niet veilig zijn bij hun vader. Dat is ook de zienswijze van de Raad voor de Kinderbescherming, zoals valt te lezen in de beschikking van 20 juni 2024 (r.o. 5.8).
De argumenten die moeder nu door haar advocaat naar voren heeft laten brengen over haar weigering uitvoering te geven aan de omgangsregeling – kort gezegd dat zij heel bang is voor vader, met goede redenen – zijn al eerder naar voren gebracht en door de rechtbank te licht bevonden (zie r.o. 5.8 van de beschikking van 20 juni 2024).
Dat betekent dat moeder ervoor moet zorgen dat de kinderen bij vader zijn overeenkomstig de beschikking van 7 februari 2024, met ingang van woensdag 28 augustus 2024, en ook de daarop volgende drie woensdagen. Er is een voortzetting van de mondelinge behandeling bepaald op maandag 23 september 2024. De aanwezigheid van moeder bij die behandeling is van groot belang en wordt op prijs gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming zal worden uitgenodigd voor deze nieuwe zitting. Als op die zitting blijkt dat de vrouw niet heeft meegewerkt aan de omgang op de vier genoemde dagen, zal lijfsdwang serieus worden overwogen.
Deze uitspraak zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

De voorzieningenrechter
- veroordeelt moeder om eraan mee te werken dat de kinderen overeenkomstig de beschikking van 7 februari 2024 bij vader zijn op woensdag 28 augustus 2024, woensdag 4 september 2024, woensdag 11 september 2024 en woensdag 18 september 2024,
- verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
- bepaalt dat de mondelinge behandeling zal worden voorgezet op maandag 23 september 2024 te 13.30 uur,
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.