Uitspraak
- eiser (hierna: vader)
- mr. Walburg
- mr. S.E.C. Segeren-Krijnen (kantoorgenote van mr. Klootwijk)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 augustus 2024, is een tussenuitspraak gedaan in een kort geding dat door de vader is aangespannen tegen de moeder. De vader heeft een vordering ingesteld omdat de moeder zich niet houdt aan de eerder vastgestelde omgangsregeling met de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en de kinderen onvindbaar zijn voor de vader en instanties, wat heeft geleid tot een signalering op de paspoorten van de kinderen uit angst dat de moeder met hen naar het buitenland zou vertrekken. De rechtbank heeft eerder, op 7 februari 2024, een voorlopige omgangsregeling bepaald en op 20 juni 2024 dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van deze regeling. De moeder heeft echter geen uitvoering gegeven aan de regeling, wat de rechtbank heeft doen besluiten om lijfsdwang serieus te overwegen als de moeder niet meewerkt aan de omgang op de vastgestelde data.
De mondelinge uitspraak benadrukt het belang van contact tussen de kinderen en de vader, en dat er geen reden is om aan te nemen dat de kinderen niet veilig zijn bij hun vader. De rechtbank heeft de moeder opgedragen om ervoor te zorgen dat de kinderen op de afgesproken data bij de vader zijn. De mondelinge behandeling zal worden voortgezet op 23 september 2024, waarbij de aanwezigheid van de moeder van groot belang is. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de moeder onmiddellijk moet voldoen aan de beslissing van de rechtbank.