“(…)
Op 4 november 2024 heeft moeder de RvdK een e-mail gestuurd met daarin een brief aan de RvdK en aan de rechter en een document van haar huisarts. (…)
Het document van haar huisarts betreft de volgende informatie:
30 oktober 2024
Patiënte belt, pt is nu op een geheime en veilige locatie met haar twee kinderen, patiënte vertelt: zit frequent in een ziekenhuis en wordt momenteel behandeld. Op zes november 2024 heeft zij een medische ingreep, inhoud en locatie is niet mogelijk om mede te delen aan de huisarts vanwege de complexe situatie met ex-partner. Het ziekenhuis zegt dat de herstelperiode minimaal zes weken zou zijn revalidatie zes maanden, patiënte zegt dat zij in de herstelperiode niet in staat is om mee te kunnen werken aan de juridische procedure en wenst uitstel hiervoor, patiënte is bang voor openbaring van haar locatie als het ziekenhuis
medische correspondentie als bewijs aanlevert van haar behandelend arts, patiënte is erg bang voor haar ex-partner, patiënte wil graag een verklaring van de huisarts over de situatie. De huisarts mag geen verklaringen maken volgens KNMG-regels, verzoek om met eigen advocaat dat te bespreken.
De RvdK heeft moeder er in de gesprekken op gewezen dat zij, indien het medische verhaal meegenomen dient te worden in het onderzoek, zij met informatie hierover moet komen of toe moet laten dat de RvdK een arts/behandelaar spreekt. Bovenstaande is echter enkel het verhaal van moeder en verstrekt weinig informatie over de invloed van de medische problemen op de situatie van de kinderen.
(…)
Bron: [naam 2] , politie, telefonisch 15 oktober 2024, tekst geaccordeerd op 29 oktober 2024
(…)
Op 16 september heeft [naam 2] telefonisch contact gehad met moeder. Dit betrof een nummer wat geregistreerd staat in Dubai. Moeder gaf echter aan dit via internet gekocht te hebben en dat zij niet in Dubai is. (…)
(…)
9. Conclusie
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn twee zeer jonge kinderen. Het is zeer zorgelijk dat niet bekend is waar zij verblijven, hoe hun situatie is en dat zij inmiddels al ruim een jaar hun vader niet zien of spreken. Vader ontvangt geen of weinig informatie over hen. Ook aan de RvdK heeft moeder gedurende het hele onderzoek niets prijs willen geven over waar zij daadwerkelijk verblijft of informatie willen verstrekken die naar haar idee zou kunnen leiden naar haar locatie (bijvoorbeeld spreken van arts/ behandelaar). Hoewel de RvdK niet vast kan stellen of dit gegrond of ongegrond is heeft zij in de gesprekken met moeder via beeldbellen wel waargenomen dat moeder angst ervaart en dat zij hierdoor (fysieke/ psychische) ervaart. Hoewel moeder aangeeft dat zij in Nederland verblijft en dat het goed gaat met de kinderen heeft de RvdK niet vast kunnen stellen dat dit daadwerkelijk het geval is. Ook na de laatste zitting heeft moeder niet meegewerkt aan een huisbezoek en geeft aan in ieder geval voorlopig niet mee te gaan werken aan de zorg- en contactregeling.
Het baart de RvdK zorgen dat moeder deze keuzes maakt en ervoor kiest om vader voorlopig uit het leven van de kinderen te houden en uitspraken van de rechtbank te negeren.
(…)
Het is van belang dat er zicht komt op de kinderen en er gekeken wordt naar hun behoeften. De RvdK is bereid de noodzaak van een ondertoezichtstelling en de mogelijkheden voor een zorg- en contactregeling verder te onderzoeken zodra er duidelijkheid is over de verblijfplaats van moeder en de kinderen.
(…).”