In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 november 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] B.V. en de gedaagde partijen Allianz Benelux N.V. en Achmea Schadeverzekeringen N.V. De zaak betreft een schadevergoedingsvordering naar aanleiding van materiële schade aan een bouwput, veroorzaakt door waterinstroom. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] recht heeft op vergoeding van de kosten die gemoeid waren met het herstellen van de bouwput, maar niet voor de kosten die samenhangen met het plaatsen van kwelschermen. De rechtbank heeft de omvang van de herstelkosten beoordeeld en vastgesteld dat de totale herstelkosten € 357.742,88 bedragen, die door Allianz en Achmea ieder voor 50% moeten worden vergoed. Daarnaast zijn de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van [eiser] begroot op € 16.524,33, die ook door de gedaagden moeten worden vergoed. De rechtbank heeft de vordering van [eiser] grotendeels toegewezen en de gedaagden veroordeeld tot betaling van de toegewezen bedragen.