ECLI:NL:RBAMS:2024:7092
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering en inlichtingenplicht bij bestuursrechtelijke geschillen
Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaken AMS 24/2710 en AMS 24/2706, waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. B.G. Meijer, in beroep ging tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Het college had de bijstandsuitkering van eiser herzien over de maanden januari en november 2022, omdat eiser volgens hen de inlichtingenplicht had geschonden. Eiser ontkende de beschuldigingen van het aanbieden van nep verdovende middelen en stelde dat hij niet had gehandeld in strijd met de wet. Het college legde een boete op van € 440,- en vorderde een bedrag van € 2702,27 terug.
De rechtbank heeft de zaak op 15 oktober 2024 behandeld. Eiser betwistte de feiten, maar de rechtbank oordeelde dat het college terecht had geconcludeerd dat eiser de inlichtingenplicht had geschonden. De rechtbank overwoog dat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van dringende redenen om van terugvordering en boete af te zien. De omstandigheden van eiser, zoals de handicap van zijn dochter en zijn eigen verslavingsproblematiek, waren niet voldoende om de terugvordering te rechtvaardigen. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bijstandsontvangers om aan de inlichtingenplicht te voldoen en de mogelijkheden voor het college om bijstandsuitkeringen terug te vorderen bij schending van deze verplichting. Eiser kan in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep als hij het niet eens is met deze uitspraak.