Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
‘moved’.Vervolgens zijn de adresgegevens van de opgeëiste persoon in het register opgevraagd. Daaruit bleek dat van de opgeëiste persoon zowel een inschrijfadres als een verblijfsadres in [plaatsnaam] , Hongarije bekend was. De Hongaarse politie heeft beide adressen bezocht en gevraagd naar de opgeëiste persoon, maar hem daar niet aangetroffen. Ook is een derde adres in [plaatsnaam] , Hongarije – welke door de opgeëiste persoon bij zijn verhoor als verdachte is opgegeven – gecontroleerd door de politie, waar hij ook niet is aangetroffen.
26 augustus 2024 zelfs ten tijde van de zitting in deze zaak nog staat ingeschreven op het derde, hierboven genoemde Hongaarse adres waar de autoriteiten hebben geprobeerd de dagvaarding in de hoger beroepsprocedure aan hem te betekenen. Daarom levert het toestaan van de overlevering geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon op.
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
- deelneming aan een criminele organisatie;
- illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;
- illegale handel in wapens, munitie en explosieven.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Gerechtshof van Debrecen Team Penitentiaire zaken (Hongarije) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.